OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16
(1997)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| ||||||||
Karin Boven
| ||||||||
Antropologie van de kunstAlvorens de kunstuitingen van de Wayana te bespreken, behandel ik enkele termen die worden gebruikt binnen de antropologie van de kunst. Het bestuderen van kunst omvat ondermeer het zoeken naar antwoorden op vragen als ‘waarom is er kunst?’ en ‘wat is kunst?’. Ingaand op de laatste vraag kunnen we kunst omschrijven als het mooie, het puur esthetische, geschapen ter versiering en ontroering, ook wel formele kunst genoemd. Met deze omschrijving wordt direkt de vraag naar het waarom van kunst beantwoord: alle culturen brengen kunst voort, mensen willen bepaalde materiële goederen verfraaien, opfleuren, hun omgeving of zichzelf versieren. Maar het kan ook zijn dat kunst daarnaast een bepaalde boodschap uitdraagt; deze vorm van kunst noemt men significant, het is een beeltenis met achterliggende associaties. Franz Boas schrijft in Primitive Art hierover: ‘It is essential to bear in mind the twofold source of artistic effect, the one based on form alone, the other on ideas associated with form’ (Boas 1955: 13). Het artistieke effekt kan dus tweeledig zijn. Ook de artistieke stijl kent twee vormen namelijk de figuratieve en de geometrische. Het eerste lijkt realistischer zoals bijvoorbeeld een tekening bestaande uit werkelijke figuren. Geometrische kunst is opgebouwd uit lijnen en representeert vaker een symbolisch gegeven. De twee kunnen ook bepaalde elementen van elkaar bevatten. Realistische kunst kan zo dus symbolische elementen bevatten. Deze antropologische perceptie met betrekking tot kunst vormt uitgangspunt voor een bespreking van de Wayana kunstuitingen en huisnijverheidsprodukten. | ||||||||
WayanaOver de Wayana kunst is tot op heden weinig gepubliceerd. De antropoloog Lucia Hussak van Velthem vormt hierop een uitzondering. Het onderstaande is derhalve gebaseerd op eigen veldwerkgegevens, gepubliceerd materiaal en enkele mythen die de herkomst van bepaalde Wayana motieven verklaren. Een parallel bij andere Indiaanse volkeren is gemakkelijk gevonden. Vooral bij de diverse inheemse culturen tussen de Amazone en Orinoco zien we vooral wat vlechtwerk betreft veel identieke motieven. De maluana, een grote ronde houten beschilderde schijf die wordt opgehangen in de nok van het gemeenschapshuis,Ga naar eind2. is echter specifiek voor de | ||||||||
[pagina 74]
| ||||||||
Wayana die woonachtig zijn in het zuiden van Suriname, Frans Guyana en het noordoosten van Brazilië.
Afbeelding 1: Onderkant katoenspintol (De Goeje 1908: 9).
| ||||||||
Productie, vormgeving en gebruikOok binnen de Wayana kunst zijn de figuratieve en geometrische artistieke stijl te onderscheiden. Hieronder volgt een (grove) indeling van de belangrijkste Wayana kunstuitingen. De maluana is een goed voorbeeld van figuratieve kunst. Geometrische kunstuitingen vinden we bij vlechtwerk, kleipotten, lichaamsversieringen, schortenGa naar eind3. en sieraden. Binnen de Wayana kunstuitingen overheersen de geometrische figuren. Bovendien dient opgemerkt te worden dat de figuratieve kunst (de maluana) alleen door mannen wordt vervaardigd. Met uitzondering van het vlechtwerk dat ook geheel een mannelijke bezigheid is, worden de overige geometrische kunstuitingen gemaakt door vrouwen. De voorwerpen die de Wayana mannen en vrouwen maken, kenmerken zich door de reproductie van steeds dezelfde tekeningen en motieven. Toch heeft iedere kunstenaar zijn of haar eigen stijl. Maluana bijvoorbeeld kunnen onderling verschillen door de keuze van en het aantal figuren die erop zijn aangebracht door de makers. Soms heeft een maluana maar twee verschillende figuren (zoals de maluana die vroeger de achteromslag van de Oso sierde), soms wel tien. De plaats van vervaardiging speelt hierbij ook een rol; zo worden er aan de Tapanahoni rivier andere maluana gemaakt dan aan de Lawa.Ga naar eind4.
Afbeelding 2: Kuluwajak.
Bepaalde figuren komen we op alle maluana tegen waaronder mulokot, een watergeest en kuluwajak of tokokosi, de rupsen. Deze ‘standaard’ figuren kunnen worden aangevuld met tijgerachtigen, een schildpad, een miereneter, kikkers, een vogel, enzovoorts. De maluana is verbonden met het rituele leven van de Wayana. De houten schijf hangt in de nok van het gemeenschapshuis dat het centrum is van diverse ceremoniën en de plaats waar de traditie wordt voortgezet. Ook de in bovenstaand rijtje genoemde sieraden, | ||||||||
[pagina 75]
| ||||||||
schorten en lichaamstekeningen worden met name gedurende rituelen gedragen.
Afbeelding 3: Tokokosi.
Het vlechtwerk wordt dagelijks gebruikt om onder andere dingen in op te bergen, om produkten van de kostgrond naar het dorp te vervoeren en als waaier om het vuur aan te wakkeren. Onder invloed van de opkomende toeristenindustrie in het Wayanagebied zijn er bepaalde kunstnijverheidsprodukten bijgekomen die in het verleden geen betekenis hadden binnen de Wayana cultuur. Illustratief in dit verband zijn de door de Wayana geproduceerde modelvliegtuigen, modelkorjalen en modelhelikopters voor de verkoop aan toeristen, alle zeer kunstig door mannen uit hout vervaardigd. Ook diverse oude met traditionele geometrische motieven bewerkte strijdwapens komen weer tevoorschijn. De vraag is in hoeverre de verschillende gebruikte motieven binnen de Wayana cultuur een symbolische (significante kunst) dan wel primair een versierende (formele kunst) betekenis hebben. Voor zover we dit kunnen beoordelen hebben de motieven in vlechtwerk, kralen kettingen en schorten en op de maluana duidelijk een symbolische betekenis. Door middel van tekeningen wordt een bepaald aspect van de etnohistorie en het (nog te bespreken) wereldbeeld van het Wayanavolk doorgegeven. Bij slechts enkele tekeningen is dit minder opvallend. Hier betreft het meer de vorm als versiering. Illustratief in dit verband is de onderkant van een spintol (zie afbeelding 1). Binnen de Wayanacultuur neemt een aantal mythische wezens een belangrijke plaats in. Deze wezens, zoals later in dit artikel duidelijk wordt, maken hoofdbestanddeel uit van de orale traditie en de beeldende kunst van de | ||||||||
[pagina 76]
| ||||||||
Wayana. Steeds weer ontmoeten we met name rupsen in allerlei gedaanten. Op het waarom van die duidelijke voorkeur en het verband tussen orale traditie en kunst kom ik hieronder terug.
Afbeelding 4: Sikalewot.
De rupsen worden zowel figuratief als geometrisch afgebeeld. Figuratieve rupsen zien we op de maluana, geometrische rupsen worden in vlechtwerk en sieraden verwerkt. Op de afbeeldingen 2 en 3 zien we voorbeelden van figuratieve verbeelding van een rups. Op afbeelding 2 de kuluwajak en op afbeelding 3 de tokokosi, beide voorkomend op de maluana. De afbeeldingen 4, 5 en 8 zijn voorbeelden van geometrische verbeeldingen van de rups. Op afbeelding 4 zien we sikalewot, een vlechtwerkrups, op afbeelding 5 de vlechtwerkrups matawat en op afbeelding 8 mekuwom. Andere figuren zijn óf specifiek figuratief óf specifiek geometrisch, zoals respectievelijk de schildpad (afbeelding 6) of een voorbeeld van een lichaamsbeschildering hokane (afbeelding 7). Zoals al in de inleiding aangegeven, is er in tijd en locatie een duidelijke oorsprong aan te wijzen van de Wayana kunst. Hiervoor dienen we terug te gaan in de etnohistorie van de Wayana. Vervolgens zullen we enkele cosmologische concepten bekijken, aangezien deze de achterliggende associaties vormen van de Wayana kunst. | ||||||||
EtnohistorieVolgens de Wayana overlevering is het heel lang geleden dat dit inheemse volk mythische wezens in het ‘echt’ gezien heeft. Het was de tijd dat de Wayana nog in bergachtige streken woonden, namelijk in het gebied rond de Paru en Jari rivieren, ten zuiden van het Tumukhumak gebergte. Als nomadisch volk trokken zij door een ruig rotsachtige landschap en kwamen onderweg de meest imponerende en zeer gevaarlijke mythische wezens tegen van variërend karakter; tijgerachtig, visachtig, veel rupsachtigen, maar soms ook combinaties van diverse dieren. Deze wezens werden beschreven en nagetekend door degenen die ze hadden gezien, waardoor we ze vandaag de dag nog in de orale traditie en in vele huisnijverheidsproducten terugvinden.
Afbeelding 5: Matawat.
Voor de oorsprong van alle motieven, en het vermogen om kunst te scheppen, moeten we echter nog verder terug in de Wayana historie. Voordat de Wayana überhaubt in staat waren te migreren over de bergen naar | ||||||||
[pagina 77]
| ||||||||
het noorden, moest eerst in de Achiki kreek, een zijtak van de Parurivier, een monster verslagen worden (Schoepf, geciteerd in Hussak van Velthem 1976: 4). Dit monster, Tulupele geheten, heeft in de verschillende mythen diverse vormen. In de ene mythe is het een slangachtig wezen van reusachtige afmetingen, in andere wordt het vervolgens gerepresenteerd als rupsachtig (door sommige onderzoekers vertaald als draakachtig), of tijgerachtig. Tulupele verslond tijdenlang alle mensen die over het water wilden reizen. Dit wezen was zo in staat de Wayana van andere volken te isoleren.Ga naar eind5.
Afbeelding 6: Schildpad.
Na de overwinning op Tulupele was er sprake van een toename van migratie en intertribale contacten. De overwinning op dit monster zette de Wayana aan tot verbeelding en luidde een geheel nieuwe periode in: relaties met buurvolken werden mogelijk, de handel bloeide op, de Wayana konden verhuizen naar andere gebieden en ze kregen beschikking over motieven. | ||||||||
TulupeleDe mythe over het monster Tulupele kent verschillende versies. Ik geef hierbij twee korte samenvattingen om aan te geven wat dit monster te maken heeft met de oorsprong van de Wayana kunst. In de eerste versie bewoonde Tulupele de streek van de boven Parurivier ter hoogte van de Achiki kreek. Dit watermonster liet twee Wayana verdrinken die stroomopwaarts woonden en in een boot over de rivier peddelden. Ook twee ApalaiGa naar eind6. die in een dorp aan de overkant van de rivier woonden, verdronken en werden verslonden. Niemand kon zich over de rivier voortbewegen. Zowel aan de kant van de Wayana, als aan de kant van de Apalai werden verschillende expedities tegen het monster ondernomen, maar tevergeefs. Uiteindelijk [....] konden de Wayana de draak benaderen en hem doden. Gedurende deze laatste strijd hadden de overlevenden onder de Wayana de gelegenheid om de flanken van Tulupele ‘vagelijk’ te zien. Zijn huid was getekend met alle motieven die vandaag de dag worden verwerkt in het vlechtwerk van de Indianen. De Apalai daarentegen zagen alleen één van de flanken van het dode dier, toen hij dood op zijn kant lag. Dit verklaart waarom de Wayana beschikken over twee keer zoveel motieven als de Apalai [....]. Maar hadden de Apalai niet de gelegenheid in alle rust naar de motieven die de ene flank van het dier tekenden te kijken [aangezien hij dood was], en zouden zij daardoor juist niet beter in staat zijn die motieven te reproduceren...?! (Schoepf naar Hussak van Velthem 1976: 4, verzameld aan de Braziliaanse kant). De tweede versie over Tulupele stamt uit de tijd dat de Wayana in het gebied van de Jari en Paru rivieren woonden. Twee boten voeren over de rivier die daar heel breed was. De inzittenden werden verslonden door het monster Tulupele. De Wayana in het dorp wisten niet wat er was gebeurd. Een andere keer liep een groepje Wayana door het bos. | ||||||||
[pagina 78]
| ||||||||
Over de rivier voer een boot met twee Wayana. Vanuit het bos zag de groep wat er vervolgens gebeurde. Een ara kwam aanvliegen en bleef bij de boot, hij riep: ‘Tuluh tuluh tuluh’. De ara was een soort waakhond van Tulupele. Tulupele die gealarmeerd werd, kwam eraan en verslond de inzittenden. De Apalai en Wayana besloten vervolgens om samen een expeditie te ondernemen tegen Tulupele, ze sloten daarvoor vrede met elkaar. Daarvóór had Tulupele een ontmoeting tussen de twee volkeren altijd in de weg gestaan. Samen lokten ze Tulupele in een val en waren ze in staat hem te doden. Ze zagen zijn mooi getekende huid en vilden die. De huid had prachtige kleuren en motieven. Zijn lichaam zag eruit als dat van een tijger. Zijn staart leek op die van een rups. Sinds die dag zijn de Indianen in staat vlechtwerk te maken. De rups mekuwom is een uitbeelding van het achterste gedeelte van Tulupele (zie afbeelding 8). De overwinnaars deelden de huid in twee stukken; de Wayana kregen de linkerkant, de Apalai de rechterkant. Vandaar dat de Apalai nu mooier vlechtwerk kunnen maken dan de Wayana.Ga naar eind7.
Afbeelding 7: Hokane, lichaamsbeschildering.
In de eerste weergave van de Tulupele mythe hebben de Wayana een actieve rol en de Apalai een passieve. De Wayana zien tijdens het gevecht tegen het dier de motieven op zijn lichaam. De Apalai zien ‘slechts’ het dode dier. In het tweede verhaal wordt benadrukt dat er vrede wordt gesloten tussen de aan weerszijden van de rivier wonende Wayana en Apalai, waarna ze in staat zijn het monster gezamenlijk te verslaan. In de eerste versie wordt beweerd dat de Wayana de meeste motieven te zien krijgen, | ||||||||
[pagina 79]
| ||||||||
in de versie van Sintaman krijgen de Apalai uiteindelijk het beste stuk van het dode monster: de rechterkant namelijk! Aan de Braziliaanse kant waar in de Wayana gemeenschap meer Apalai invloeden te zien zijn worden de Wayana beschouwd als de beste kunstenaars. Aan de Surinaamse kant kent men die eer juist toe aan de Apalai. Opvallend is dat er een sociaal verbond tussen twee volken nodig is om een mythisch monster te doden (Hussak van Velthem 1976: 7), waarna die twee volken met elkaar in vrede verder leven en zich meer en meer met elkaar vermengen. In beide versies van de mythe komt duidelijk naar voren dat het monster prachtig getekend is, en dat het de inspiratiebron is voor de Indianen om kunst te kunnen produceren. In enkele andere versies, bijvoorbeeld van Rauschert (in Hussak van Velthem 1976: 5) worden de motieven niet alleen gebruikt voor vlechtwerk, maar ook voor potten bakken, een exclusief vrouwelijke aangelegenheid. | ||||||||
CosmologieOm de plaats en het belang van de tekeningen binnen de cultuur te bekijken, besteed ik nog aandacht aan enkele cosmologische concepten van de Wayana. Het wereldbeeld van de Wayana is gebaseerd op de tegenstelling natuur en cultuur. Natuur en cultuur zijn voortdurend met elkaar in strijd; er dient een evenwicht tussen beide te zijn om tegenslagen, zoals voedselgebrek, ziekte of dood te voorkomen. De natuur wordt gevormd door het bos en de rivier; de cultuur is alles wat zich binnen het dorp en het sociale leven van de Wayana bevindt. Cultuur wordt gemaakt door mensen, de Wayana in dit geval. Bossen en rivieren worden bewoond door geesten en wezens in allerlei gedaanten. Voor de Wayana zijn deze geesten en wezens die de bossen bewonen levensecht. Daarom dienen ze in het dagelijks leven rekening te houden met de natuur en met alles wat daarin huist. Vroeger was het met name de pyjai, de medicijnman of sjamaan, die dit evenwicht tussen natuur en cultuur bewaakte en het, indien het uit balans raakte, weer kon herstellen door middel van onderhandelingen met de diverse wezens die de Wayana gemeenschap omringden.Ga naar eind8.
Afbeelding 8: Rups mekuwom.
Een andere effectieve manier om die bedreigende natuur ‘aan te kunnen’ is door haar om te vormen tot iets cultureels, iets eigens. Gevaarlijke wezens die levensbedreigend kunnen zijn voor de mens kun je tot bondgenoot maken door ze een voorname rol te laten spelen in de cultuur. Op die wijze zet je de natuur enigszins naar je hand. Alle gevaarlijke wezens zien we terug in de vele tekeningen en vlechtwerkmotieven, en zijn tevens hoofdrolspelers in zowel het dagelijks levenGa naar eind9. als in rituelen bij de Wayana. Daarmee zijn ze ingelijfd in de cultuur en in zeker opzicht minder bedreigend. | ||||||||
SlotopmerkingenMythische wezens spelen een centrale rol in orale traditie en kunstuitingen bij de Wayana. De reden daarvan wordt zichtbaar wanneer we de etnohistorie, met name de Tulupele mythe, en het wereldbeeld van de Wayana onder de loep nemen. De Wayana gemeenschap wordt continu bedreigd door de omringende natuur en is verwikkeld in een dagelijks strijd voor | ||||||||
[pagina 80]
| ||||||||
haar bestaan. Niet alleen vanwege de fysieke omstandigheden, maar bovenal doordat het bos mede bewoond wordt door diverse gevaarlijke wezens. Door deze gevaarlijke, mythische wezens een belangrijke plaats te laten innemen in de kunst en de orale traditie wordt hun bestaan realistisch gemaakt. De Wayana hebben door de incorporatie van deze wezens in de eigen cultuur zich een middel verschaft om natuurlijke verschijnselen te verklaren en enigzins te kunnen hanteren. Het rupsachtige, bovennatuurlijke monster Tulupele is door de voorouders van de huidige Wayana waargenomen in een periode die werd gekenmerkt door ‘stilstand’. Er was geen vrede met het buurvolk, er waren geen handelsrelaties, en er was geen migratie naar andere gebieden mogelijk. Na de overwinning op Tulupele, vastgelegd in de orale traditie van de Wayana, vonden er vele nieuwe ontwikkelingen plaats en bleken de Wayana geinspireerd te zijn tot het vervaardigen van kunst. Het prachtig getekende vel van Tulupele wordt nog altijd op twee manieren verbeeld: zowel figuratief op de maluana als geometrisch in onder andere vlechtwerk. Orale traditie en kunst komen in de overwinning op Tulupele samen en vinden hun weg in het dagelijks leven en in de rituelen. Het bestaan van mythische wezens en hun (historische) verbintenis met het Wayanavolk wordt op deze manier tot in deze tijd herbevestigd en verbeeld. | ||||||||
Literatuur
| ||||||||
[pagina 81]
| ||||||||
|
|