OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 16
(1997)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| ||
Paul Faber
| ||
WereldkunstHoe bijzonder de Surinaamse schaafijskarretjes ook zijn, ze maken integraal deel uit van een letterlijk wereldwijde kunstvorm, de popular art. Deze term is vooral bekend in de muziekwereld, maar kent een pendant in de beeldende kunst en met name in de schilderkunst. Over de hele wereld zijn talloze schilders actief die hun brood verdienen met het beschilderen van de muren van bars en restaurants, het maken van fantasierijke reclameborden voor allerlei kleine zelfstandigen, en, tast but not least, met het op kleurrijke wijze opsieren van allerlei voertuigen. Deze schilders, doorgaans autodidacten en soms getraind door oudere collega's, voorzien de straten en wegen van Ghana en Pakistan, Bolivia en de Filippijnen van rijdende schilderijententoonstellingen. De talloze fietsrickshaws in Bangla Desh combineren filmhelden met vliegtuigen en moskeeën met zonsondergangen. Aan de andere kant van de wereld presenteren de TapTaps in Haïti woeste roofdieren, zoetchristelijke scenes en fraaie landschappen. En bijna overal wordt de inhoud van de voorstellingen onderstreept of aangevuld met moralistische teksten. Deze populaire schilderkunst is een democratische kunst, gemaakt door iemand van het volk, een kleine zelfstandige. In kleur en vorm vangt hij de dromen en wensen van zijn lotgenoten. De macho kan zich identificeren met de fameuze, popster, de sterke filmheld, of een woeste leeuw of panter. Voor anderen is er de | ||
[pagina *1]
| ||
Z. Wagner, Slavendans, 1641. Aquarel, 20,2 × 33,4. Dresden, Prentenkabinet.
| ||
[pagina *2]
| ||
Théodore Bray, Koekrondventsters (KIT 4057-1).
| ||
[pagina *3]
| ||
G. Schouten 1823 Passiflora laurifolia L. (collectie Surinaams Museum, foto Roy Tjin)
| ||
[pagina *4]
| ||
Soeki Irodikromo, Ibu dukun (foto Sylvia Gooswit).
| ||
[pagina *5]
| ||
Soeki Irodikromo, Arjuna (foto Sylvia Gooswit).
| ||
[pagina *6]
| ||
Paul Irodikromo 1995, Boslandcreoolse (foto Sylvia Gooswit).
| ||
[pagina *7]
| ||
Ora et labora: een christelijk schaafijsje (foto Paul Faber 1992).
| ||
[pagina *8]
| ||
Beschilderd paneel op de markt van Maripasula (foto Thomas Polimé).
| ||
[pagina 65]
| ||
onweerstaanbare romantiek van de zonsondergang of de erotiek van de verleidster. Maar niet alles is oppervlakkigheid. Ook religieuze concepten, wereldbeschouwingen of politieke idealen worden gevangen in verf, in symbolen en afbeeldingen van goden en heiligen. De popular art is een bonte kunst en heeft door de mogelijkheden van nieuwe synthetische lakverfen in oneindige kleurvariaties zijn vleugels uitgeslagen. Zij is dan ook een kunstvorm die hoort bij het moderne leven en die geboren is uit de hectiek van een snel verstedelijkende samenleving. Daarom wordt deze kunstvorm ook wel urban art genoemd. Door de officiële kunstwereld wordt ze niet serieus genomen, maar gelukkig gaat ze haar eigen weg. | ||
Get the feel for iceDe schilderingen die nu in Suriname op vrijwel elk schaafijskarretje te vinden zijn, passen technisch en stilistisch naadloos in de internationale popular art. Maar deze situatie is betrekkelijk recent: vroeger ontbraken de bonte kleuren en voorstellingen. Het schaafijskarretje is pretentieloos begonnen, niet meer dan een middel om een nieuwe consumptie op straat uit te venten. De consumptie zelf was ook simpel. Er was en is niet meer nodig dan een staaf ijs, in te kopen bij de ijsfabriek, en een metalen schaafje dat goed in een handpalm past. Zoete zelfgemaakte siropen werden al vroeg gebruikt om het ijs een smaakje te geven. Wanneer het schaafijsje voor het eerst gegeten werd in Suriname is niet duidelijk maar het gaat zeker terug tot de jaren dertig. De ijsfabriek bestond in elk geval al in 1912.Ga naar eind2. In de begintijd kregen kinderen het ijsje in hun hand, een gewoonte die tot in de jaren zeventig voortduurde (Hangalampoe 1973: 16). Er werden echter ook glazen gebruikt en sinds kort is het plastic bekertje ingeburgerd. Al eerder werd het blok ijs op een karretje gelegd, waarschijnlijk naar voorbeeld van de Javaanse etenskarretjes die ooit veelvuldig in de straten van Paramaribo te vinden waren. Afgaand op het schaars aanwezige beeldmateriaal waren de eerste karretjes simpel. Een foto (afbeelding 1) gemaakt vóór 1958 toont een wagentje zonder opbouw of beschildering met slechts een enkele tekst. Deze struktuur bleef lang gehandhaafd. De beschilderingen werden langzaam aan wat prominenter, maar meer in kleur dan in voorstellingen. De Bond voor Beeldende Werkers (BBW), een kort na de onafhankelijkheid (1975) opgerichte kunstenaarsvereniging, organiseerde op zijn manifestatie van 1978 een tentoonstelling van schaafijskarretjes, een onverwachte blijk van erkenning voor de andere vakbroeders. Het eerste document waaruit blijkt dat de karretjes werden gebruikt als medium om boodschappen uit te dragen is een foto van een karretje uit 1980 met de tekst ‘NMR’ (Nationale Militaire Raad) en Compañeros, een duidelijke blijk van Cubaanse sympathieen in de revolutietijd (afbeelding 2). Maar het lijkt erop dat het pas de laatste tien jaar tot een ware explosie van kleurrijke afbeeldingen is gekomen. | ||
Corporate identityOp dit moment zijn er ruim veertig schaafijsverkopers al dan niet geregistreerd in Paramaribo aktief. Van hen oefenen er vijftien traditiegetrouw het beroep uit. Een grotere groep bestaat uit part-timers en gelukzoekers die na enige tijd het beroep de rug toekeren.Ga naar eind3. Men heeft een vergunning nodig, die overigens nogal eens wordt ontdoken, en er is een Stichting Surinaamse Schaafijsverkopers die de belangen behartigt. Door de betrekkelijk grote concurrentie in een economisch moeilijke tijd zijn de schaafijsverkopers erop uit hun karretje zo fraai en aantrekkelijk mogelijk te presenteren. In de | ||
[pagina 66]
| ||
Afbeelding 1: Schaafijsverkoper circa 1958. Uit: Willem van de Polls ‘Suriname’, 1959.
| ||
[pagina 67]
| ||
loop der jaren hebben de meeste eigenaars hun kar voorzien van een bovenbouw, een iets geschuind zadeldak op soms fraai gedraaide pootjes, waaronder weer wat zijwandjes zijn geplaatst. Het dak en de zijwandjes houden het ijs langer koud en geven schaduw aan verkoper en klant. Daarnaast verschijnt er soms een parasol, een schoon doekje om de handen af te vegen, en een bankje. Zo ontstaat er in de concurrentiestrijd een rijdend barretje dat moet opvallen tussen de andere in de nabije omgeving. In sommige straten, zoals de Heiligenweg (in hartje Paramaribo) staan er wel vijf of zes, elk op zijn vaste plek.
Afbeelding 2: Schaafijsverkoper aan de waterkant, 1981. Foto: mevr. D. van Hinte-Rustwijk.
De belangrijkste middelen om zich te onderscheiden zijn echter wel de beschildering en belettering. Deze geven de kar een identiteit en daardoor een uniek karakter dat de vaste klant van verre kan herkennen. Deze veelkleurige decoratie geldt niet alleen als een individueel bedrijfslogo maar ook als een vingerafdruk; het driedimensionale beeldmerk moet ook de consumptiedrift opwekken en bovendien een bepaalde suggestieve uitstraling hebben, een inhoudelijke boodschap waarmee klanten worden aangetrokken en gebonden (imago of corporate identity). Deze verschillende doelstellingen lopen deels door elkaar heen, deels zijn ze gescheiden. Dat laatste is mogelijk omdat de ijskar vaak meerdere beschilderde vlakken heeft (korte en lange kant, onder en boven, buiten en binnen). Op de korte voorkant (naar buiten gericht) staan vaak afbeeldingen en teksten die kort de identiteit weergeven en tegelijk de passant moeten doen watertanden. De korte identiteitstekst is soms gewoon een eigennaam (Dennis, Pompje) maar vaker een aangenomen ‘bedrijfs- | ||
[pagina 68]
| ||
naam’ (De toffe jongens (zie afbeelding 3), Bigi Ten, Remember, Bigi Orga). De voorstellingen laten vaak grote brokken smeltend ijs zien, die onweerstaanbaar contrasteren met de alom aanwezige hitte. Deze beeldboodschappen worden aan de voor- en zijkant onderstreept door teksten als: Get the feel for ice, try it because its good, Wonderfull taste, kiss my ice, Ice baby, Ice in the sun en in overtreffende trap: ‘Ice on fire’. Deze laatste tekst begeleidt een afbeelding van een naakte vrouw die in de vlammen ligt: zo wordt de hitte voor menigeen ondraaglijk! Een uitzondering vormt ‘Ice in the sun’ die een vertederend romantisch tafereel biedt met twee geliefden, afgetekend tegen een ondergaande zon, een landschap, en op de zijkant nogmaals de twee geliefden die samen uit één bekertje ijs drinken.
Afbeelding 3: De toffe jongens (foto 1992).
Het aanbieden van een goede service komt terug in teksten als ‘schoonheid is mijn naam’ en ‘netheid is mijn naam’ (afbeelding 4) die op vele karretjes voorkomen.Ga naar eind4. | ||
Role modelsAchter het niveau van de primaire boodschap (‘hier ben ik en ik verkoop lekker ijs’), gericht op elke potentiële klant, ligt een beeldlaag die vrijer gekozen wordt en meer van de individualiteit van de schilder en/of verkoper (deze zijn niet altijd dezelfde) laat zien. Deze voorstellingen zijn meer gericht op specifieke groepsidentiteiten. Hier wordt gewerkt met specifieke thema's, symbolen, helden en teksten die soms zeer uiteenlopen. De helden zijn de zwarte sterren die het internationaal gemaakt hebben: Ruud Gullit, Stevie Wonder, Bob Marley & the Wailers. Ze passen in de | ||
[pagina 69]
| ||
wereld van glamour, zo tegengesteld aan de bescheiden leefwereld van de verkopers die moeten hosselen om rond te komen. Diezelfde glamour komt keer op keer terug in portretten en afbeeldingen van oogverblindende donkere vrouwen in strakke, glimmende kleding. Slechts een enkele keer wordt een role-model uit de politiek gehaald. Zo siert het portret van Bouterse de zijwand van een karretje, dat op onafhankelijkheidsdag op 25 november 1995 veelzeggend op het grasveld van het Onafhankelijkheidsplein werd gezet, goed in het zicht van het presidentieel paleis waar op dat moment president Venetiaan de felicitaties in ontvangst nam (afbeelding 5).
Afbeelding 4: ‘Netheid is mijn naam’, vermoedelijk met zelfportret (foto 1995).
Naast het presenteren van een identificatie-voorbeeld worden elders religieuze thema's verbeeld. Het karretje van Dennis geeft in een duidelijk zelf aangebrachte tekenstijl zijn christelijke overtuiging weer: een grote engel in blauw kleed is afgebeeld op de voorzijde, geflankeerd door twee brandende kaarsen (zie kleurenkatern, afbeelding 1). Op de zijkant zijn de teksten ‘ora et labora/ bidt en werk’ aangebracht. Een andere kar toont een opgaande zon met eromheen de tekst ‘dank god in alles’, weer een andere twee handen met een duif en de tekst ‘the fruit of the spirit is peace’. Minstens drie karretjes in Paramaribo behoren duidelijk toe aan Rastafari-aanhangers. De gebruikte kleuren zijn rood, geel en groen en alom zijn symbolen als de gekroonde leeuw en gevleugelde spreuken als ‘The lion of Judah’, ‘Jah see them come’, ‘bless our children’ en ‘jah rasta’. Elders geldt een silhouet van Bob Marley als dragend symbool met de tekst ‘uprising’, vergezeld van bijbelse scenes. | ||
[pagina 70]
| ||
Afbeelding 5: Bouta-ijs op Onafhankelijkheidsdag 25 november 1995.
Afbeelding 6: Een klein karretje met op de vier beschikbare plekken zeer verschillende humoristische schilderingen in felle kleuren en een zeer individuele stijl (foto 1995).
| ||
[pagina 71]
| ||
Hier is de geloofsovertuiging van de verkoper sterk aanwezig en een behoefte een boodschap over te brengen. Dat blijkt ook uit het hanteren van teksten die als overdenking bedoeld zijn, zoals ‘Sa Sie’ (ik zal zien), ‘No Djaroesoe’ (niet jaloers zijn), ‘Doe goed en zie niet om, want de wereld kent geen dank’ of het bekende ‘Let them talk’ dat het wagentje van Bigi Orga siert. Deze gewoonte om in kernachtige spreuken levenswijsheden mee te geven is ook in Afrika zeer sterk geworteld. Ook het concrete voorbeeld van ‘Let them talk’ is bijvoorbeeld op Ghanese mammywagons terug te vinden. | ||
StijlDe schaafijskarretjes zijn soms door de eigenaar beschilderd. In vele gevallen is de beschildering uitbesteed aan schilders die zich regelmatig bezighouden met deze tak van schilderkunst. Deze professionele schilders ondertekenen hun werk vaak met hun eigen namen of afkortingen zoals Bruning of Wim de Randarie die signeert met WAR. De schilderingen die de ongeschoolde eigenaren zelf opbrengen vormen soms ontroerende staaltjes van naïeve schilderkunst met een grote mate van originaliteit. Sommigen schilderen naar foto's, anderen geven hun fantasie de vrije loop (afbeelding 6). De reguliere schilders hebben gaandeweg een glad afgewerkte, fotografische stijl ontwikkeld met sterke kleurcontrasten in hoogglanslak. Zij spiegelen zich aan internationale voorbeelden van advertising zoals die te vinden zijn in tijdschriften en op platenhoezen en affiches.
Afbeelding 7: Logo van een wilde bus (foto 1992).
Deze laatste stijl is ook de dominante vorm | ||
[pagina 72]
| ||
van decoratie die men aan kan treffen op ‘wilde bussen’. Deze middelmaatbusjes vormen de bulk van het openbaar vervoer in Suriname. De schildering is veel minder uitbundig dan de schaafijskarretjes of bijvoorbeeld de TapTaps (bussen) in Haïti. Het vaste repertoire omvat logoachtige elementen op voor- en achterkant en een grotere schildering op de meestal permanent ingeklapte toegangsdeur aan de zijkant. In een enkel geval zijn ook de spatlappen beschilderd, iets wat bijvoorbeeld ook in Afrika en Indonesië voorkomt. Zo is er een bus waar op de spatlappen verdeeld te lezen valt ‘sweet memory’, gezien de plaatsing bedoeld voor het achteroprijdende verkeer. Met name de voor- en achterlogo's zijn markant: precies uitgewerkte, strikt symmetrische tafereeltjes, uit meerdere onderdelen opgebouwd (afbeelding 7). De zijdeuren vertonen veelal fraaie dames: de ikonografie van de popular art wordt duidelijk door een mannenwereld bepaald. | ||
OnconventioneelUit bovenstaande zal duidelijk zijn dat de Surinaamse popular of urban art een levendige, onconventionele kunstvorm is. Hij speelt zijn rol op straat in plaats van in enkele besloten galeries of boven de canape in woonhuizen. De popular of urban art is een kunstvorm die los staat van traditie en voortgekomen is uit nieuwe initatieven, handelsgeest, individueel ondernemerschap en onderlinge competitie binnen de stedelijke samenleving. Deze kunstvorm ontwikkelt zich in wisselwerking met de internationale, westerse massacultuur maar het vormt al evenzeer een weerslag van individuele dromen, wensen en overtuigingen. De schaafijskar is niet alleen een simpel voertuig dat een blok ijs rondrijdt voor dorstige stadsbewoners. Ze is tegelijkertijd een bewegend, driedimensionaal object met een samenspel van geschilderde voorstellingen en teksten, van kleur, vorm, compositie, met een complexe relatie tussen vorm en inhoud, en een fraaie mix van humor en ernst. Zonder het op dit moment overtuigend te kunnen bewijzen, is het mijn stellige overtuiging dat de verborgen boodschappen van de voorstellingen als een barometer inzicht geven in het sociaal-culturele leven van brede lagen van de bevolking en met name van de groep waartoe de schaafijsmannen zelf behoren. | ||
Literatuur
|
|