OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 9
(1990)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
Bericht van een Javaanse remigrant
| |
[pagina 20]
| |
gebieden. Opvallend is tenslotte dat betrokkene geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om een vaste geslachtsnaam en voornaam(en) te kiezen, want hij bleef zich nog steeds noemen: ‘Martoredjo no. 19648’. | |
Serang Djaja 25-12-'29Den WelEdelen Heer en mevrouw Riefeld. Bij dezen deel ik u beleefd mede, dat ik nu op petroleum maatschappij Serang Djaja ben. Onze toestand laat 't niet veel te wenschen over. En hoe gaat 't met u en mevrouw? Ik hoop van harte dat u 't ook zoo bent. Behalve wat u boven staan heb ik nog wat nieuws voor u allen. Toen we van Suriname gingen, ging 't schip Noord Oostwaarts tot 't vaste land Afrika. 't Schip had gedurende 2 weken gevaard en eindelijk bereikte 't schip de haven van Gibraltar. 't Schip moest steenkool inladen. Toen 't klaar was ging 't schip weer Noord Oostwaarts en gedurende 3 weken lang bereikte 't schip de haven van Port Saïd. Tusschen Gibraltar en Port Saïd hadden we verschillende mooie dingen gezien. Te Port Saïd moest het schip ook steenkool inladen. Eindelijk stoomde 't schip de Zuest kanaal in. De reis in de Zuest kanaal duurde maar 18 uren. Toen 't schip de Zuest kanaal uit ging, vaarde 't schip oostwaarts en gedurende drie weken bereikte 't schip de haven van Sumatra (Sabang Atjeh). Hier had 't schip maar 6 uren gerust en toen ging 't schip weer verder 1 dag doorvaren bereikte 't schip de haven van oostkust Sumatra (Belawan). Hier had 't schip zoowat 2 dagen aan anker gelegen. Zoodra 't schip kant en klaar was, ging 't weer verder en 3 dagen en 2 nachten door gevaard had kwam 't schip bij Tandjoeng Prioek aan, dat is de voornaamste haven van West Java. Wij gingen toen te land, stapten de spoorwagons in en kwamen zoowat 10 u n/m te Depo. De menschen werden één voor één geroepen en wie naar huis gaan, krijgen de reisgeld. Den volgende morgen ging ik naar huis. Toen ik thuis gekomen was vond ik alles vreemd, alles was veranderd. Thuis had ik maar 2 maanden gebleven, langer kon ik | |
[pagina 21]
| |
niet houden. Eigenlijk wil ik naar Suriname terug gaan, maar ik verneem, volgens wat de werfers zeggen (Immigranten naar Suriname is gestopt, naar Sumatra is geopend), daarom ging ik naar Sumatra, maar niet als contractand als vrij arbeiders. De petroleum maatschappij heet (B.P.M.) Bataafsche Petroleum Maatschappij. Ik krijg goed werk en ook goed geld, waarmee ik dingens kan koopen (namelijk als tankmeter). O, Mijnheer en mevrouw Suriname is niets. Hier Oost Indië als u met Suriname vergelijkt, net als Boekoe met de stad Paramaribo. Hier in Oost Indië kan u verschillende dingen zien (vliegmachines, oorlogsschepen, onderzeeër,) groote handelsschepen, electrische trammen, groote gebouwen met hoge verdiepingen, deftige heren en mooie dames, autos, motorfiets, autobus, alles alles wat men in Holland vindt, vindt men op Java wel.
Nou tot zoover, alleen op uw antwoord wachtend. Hoogachtend, Uw dw. dienaar. Martoredjo. 't Adres Martoredjo no. 19648. Tankmeter bij afd. C.P.S. B.P.M. Serang Djaja. Sumatra O.K. Nederl. Oost-Indië
Mijnheer, zegt aan mandoer Karmo, dat hij mijn groeten aan de menschen moet doen. | |
[pagina 22]
| |