Deze mythe is iets doorzichtiger dan de andere versies en komt grotendeels overeen met een mythe van de Trio. In deze laatste wordt verteld dat een groep mannen het bos inging om Grootvader Wilde Varken te ontmoeten. Ze hadden al lange tijd geen vlees meer receten en wilden een overeenkomst met hem sluiten. Grootvader Wilde Varken moest in ieder geval regelmatiger de Indiaanse kostgronden en dorpen bezoeken, zodat de Indianen zijn onderdanen of kleinzoons konden schieten (trouwen). In ruil daarvoor zouden de Indianen een deel van de akkers voor de dieren beplanten. Een aantal soorten cassave en yams zouden alleen voor de wilde varkens worden verbouwd.
Volgens de Indianen vormen dieren samenlevingen die weinig verschillen van die van de mensen. Sterker nog: dierensamenlevingen zijn gewoon andere samenlevingen en dieren heten dan ook: bewoners van het bos, met wie de Indianen (bewoners van dorpen) in een ruilverhouding staan. In enkele overleveringen treft men dan ook de idee aan dat wilde varkens gewone mensen zijn wanneer zij in hun eigen dorpen verblijven. Alle samenlevingen - ven mensen en van dieren - staan onder toezicht van een baas of sjamaan en kapiteins en worden dus gevormd door een sjamaan, kapiteins en gewone dorpelingen. Ook iedere groep dieren heeft dus een baas, vaak Grootvader genoemd. Om dieren te kunnen schieten moeten de mensen toestemming van deze Grootvaders hebben: de jager zelf, die tijdens zijn inwijding in contact komt met hen, of indirect via de sjamaan (piai) die wordt verondersteld in contact te zijn met de bewoners van het bos. Naast de bazen van de dieren moeten de mensen contact houden met de bazen of eigenaars van gebieden in het bos of in de rivier. Net als elk plekje in het bos het gebied van een bepaalde diersoort is, is het bos zelf het gebied van figuren die wij vaak bosgeesten noemen. Jagen geschiedt alleen door toestemming van de dierenshamanen en van de bazen van territoria en door strikt de regels van deze te houden.
De regels die mensen moeten respecteren, hangen af van de specifieke verhouding die tedere jager met de bosbewoners heeft. Maar er zijn een paar algemene regels die iedereen moet respecteren, onder andere: niet te veel exemplaren van een soort schieten, niet te vaak jagen, zich onthouden van sexueel verkeer voor het jagen, de zuigelingen sparen en naar het dorp brengen, de geschoten dieren goed behandelen. Op enkele van deze regels kom ik straks terug.
Men gaat ervan uit dat tussen wilde varkens en mensen een specifieke en wederzijdse verhouding bestaat. In de mythen worden wilde varkens als aanverwanten voorgesteld en ze worden in zekere zin ook als aanverwanten behandeld. Maar bestaat zo'n verhouding? Onderzoekingen in de ethologie nodigen ons uit om zo'n verhouding tenminste een kans vsn waarschijnlijkheid te geven. Wilde varkens zijn territoriale dieren, die regelmatig dezelfde voorraadplaatsen bezoeken en ze hebben - zoals in enkele mythen wordt verteld - trekroutes die ze jaar in jaar uit volgen. Deze dieren hangen sterk af van plantaardig voedsel; ze zijn een van de weinige soorten die bittere cassave kunnen nuttigen. Voor wilde varkens is bittere cassave inderdaad de belangrijkste voedselbron aan het eind van de droge tijd, wanneer ze baren en andere voorraadzones in het bos uitgeput raken. De bittere cassave is op haar beurt sterk afhankelijk van mensen, daar deze plant geen zaden heeft en geen andere verspreiders kent dan mensen. In het wild groeit deze plant nauwelijks en zeer verspreid en is haar waarde als voedsel miniem. Dit alles betekent dat de trekroutes alsook de algemene grenzen van de territoria van deze dieren door mensen zijn bepaald: als deze soort niet over voldoende plantaardig voedsel zou beschikken, zouden de dieren gewoon verder trekken of zou het aantal dieren per groep - soms tweehonderd - sterk verminderen waardoor het risico van uitroeiing enorm zou toenemen. Indianen, nu, verbouwen - zoals uit het Trio en Kalina materiaal duidelijk