De rol van de vrouw in de Surinaamse geschiedenis: een inleiding
Silvia W. de Groot
Het doel dat de Stichting I.B.S. met het houden van dit colloquium voor ogen stond, was tweeërlei: ten eerste de rol van de vrouw in historisch perspectief centraal te stellen en ten tweede het belang van meer gericht onderzoek naar die rol te benadrukken.
Men zou de situatie zoals die nu is als paradoxaal kunnen bestempelen: er is veel over de vrouwen in de Surinaamse samenleving geschreven en er is heel weinig over haar bekend. In vrijwel elk boek, of het nu door een tijdgenoot of door een historicus geschreven is, wordt aandacht aan de vrouw besteed. Verwonderlijk is dat niet: in een plantagemaatschappij, die in de eerste plaats een mannenmaatschappij is, valt de vrouw juist door haar marginale positie op, vooral door het feit dat zij meestal ver in de minderheid is en door haar ‘schaarste’ een toegevoegde waarde krijgt. Haar rol als zelfstandige persoonlijkheid blijft echter ondergewaardeerd en onderbelicht. Zij wordt als het ware steeds in een kader geplaatst waarin zij onderdeel van het geheel is, waarin haar positie een gevolg is van andermans activiteiten en situaties. Men krijgt ook vaak de indruk dat, als zij al opgevoerd wordt, zij fungeert als het ‘beeld’, het ‘image’ dat de beschrijver of beschrijfster zich van de vrouw heeft gevormd. Een beeld, beïnvloed door oordelen en vooroordelen, gebonden aan de tijd waarin de schrijver leeft. De persoonlijkheid die zij werkelijk was of is, de rol die zij binnen haar specifieke kring en in relatie met de buitenwereld vervult is slechts vaag te herkennen. Het is de plicht en het voorrecht van hedendaagse onderzoekers om alle verhullende sluiers en schillen af te pellen en zoveel mogelijk de ware gestalte te benaderen: de vrouw als onderwerp, als persoon, niet als voorwerp of image. Modern antropologisch onderzoek, dat ook een historische dimensie toevoegt, begint hier gelukkig al meer aandacht aan te besteden.
Slavinnen, maar ook Marronvrouwen, kregen trouwens steeds de meeste aandacht: niet verwonderlijk in een plantagemaatschappij waar zij als werkkracht of als weggelopen werkkracht de bijzondere belangstelling trokken. Hoewel dat voor vrouwen in contractarbeidssituatie ook gold, is over deze immigranten uit China, India en Indonesië veel minder bekend. Er waren echter nog heel wat andere vrouwen in Suriname die belangstelling waard zijn, maar die tot nog toe nauwelijks kregen. Ik noem er een aantal op, zonder verder op hun specifieke rol in te gaan. Allereerst de vrouwelijke autochtonen, de Indiaansen, waarvan meestal alleen vermeld wordt dat één van hen, om de vrede met de blanke veroveraars te bezegelen, in 1683 de vrouw werd van een gouverneur. Over de blanke vrouwen, op de plantages en in de stad of in het binnenland, is ook weinig bekend. Susanna du Plessis als wrede slavinneneigenares, en de weduwe Audra, die vier mannen versleet en Gouverneur Mauricius het leven zuur