Vijf Sarnami spreekwoorden toegelicht
Motilal Marhé
1. Dhobi ke kutta, na ghar ke na ghat ke
Vertaling:
De hond van de wasbaas woont nòch thuis nòch aan de rivieroever.
Wordt gezegd van een zwerver.
Geen Nederlands equivalent.
2. Pani men rah ke magar se bair...
Vertaling:
Woon je in het water, maak vooral niet de krokodil tot je vijand.
Wordt gebruikt als waarschuwing voor iemand om vooral niet in conflict te komen met mensen waarvan hij op de een of andere manier afhankelijk is.
Het Nederlandse: Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, benadert enigszins de betekenis van dit spreekwoord.
3. Ram milais jori, ek andha ek korhi
Vertaling:
Ram heeft twee personen bij elkaar gebracht, de ene is blind, de andere melaats.
Wordt in negatieve zin gebruikt voor twee mensen die om hun ‘kwaliteiten’ bij elkaar passen.
Vergelijk: Twee handen op één buik.
4. Suddha ke munh kutta chate
Vertaling:
Hij is zo goedaardig dat zelfs de honden aan zijn mond likken.
De goedaardige is vaak het slachtoffer van kwaadwillenden.
Geen Nederlands equivalent.
5. Munh men ram, bagal men chhuri
Vertaling:
Hij heeft de naam van Rama (God) op de lippen, maar houdt een mes verborgen.
Wordt gezegd van een huichelachtig persoon.
Het Nederlandse equivalent is min of meer: Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen.