De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden Oranjeboom(ca. 1784)–Anoniem Oranjeboom, De van den hemel afgebeeden, in alle verdrukking, nog bloeiënden– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 20. Tweede zang. Stem: Zingen wy Prins Willems glory. 1. Wie van Neêrlands braave Belgen? Heft met my geen klagten aan, Daar de Vorst, Vorstin en Telgen Word met smaadheid overlaan. Word vertrapt vergruist geschonden; Door 't ondankbaar Nageslagt, Krygt door Schriften wond op wonden, Ja word schandelyk veragt. 2. Dit geschied door Vryheids zoonen, Wel in naam en niet in daad, Die niet waard zyn saam te woonen met een Volk nog recht gepaard. Recht gepaard door trouw verbonden Aan haar Eed en Plicht gehecht, Die nog Vorst nog Staaten schonden, Maar in alles blyft oprecht. 3. Eerloos lasteren, schandelyk liegen, Word gedult en toegestaan, Vloekers Suipers die bedriegen, Voeren thans de Vryheids Vaan, Dit geschied in onze dagen, Dit hiet Vryheid in ons Land, Dit word ongestraft gedragen, Dit is Eer, in plaats van schand. 4. Godveragters laage geesten Noemen zig een Patriot, Die nog slimmer zyn als Beesten, En met God, en Godsdienst spot Landberoerders snoode Pesten Zyn 't, die alles wenden aan, Om haar zelfs belang te vesten Onder schyn van Vryheids-naam. 5. Weg met zulke snoo Tirannen, [pagina 29] [p. 29] Schuim van Volk ondankbaar Vee; Waardig dat zy zyn verbannen Uit dit Vaderland en Stee. Daar de Vryheid wierd verkregen Door Oranjes Bloed en Moed, Saam gehecht door de Almagt Zegen, Dit was Vryheid, dit was goed. 6. Billyk is het dan te klagen Dat Oranje word veragt, Dat in deeze latre dagen Dit niet dankbaar word betragt. Dog ik zal myn dankbaar toonen, Wagt uitkomst van Neêrlands God, Die den raad der Vryheids-zoonen, Maakt tot scæand en die bespot. Vorige Volgende