Opuscula Selecta Neerlandicorum de arte medica. Jaargang 1937
(1937)– [tijdschrift] Opuscula selecta Neerlandicorum de arte medica– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 420]
| |
I.Tot hier toe de kragten, en werkingen van de Thee gesien hebbende na de order van de omloop des bloeds, soo isser nog overig te seggen, wat dat sy doet in de Borst, in de Mild, de Lever, de Nieren, en de Blaas, en dan sijn 'er geen meer delen van 't Lichaam van grote Consideratie. Laat ons hier in de Borst Considereren de Verkoutheyt en den Hoest, die seer gemeen sijnde in ons koude Land verdienen, dat men daar op reflexie make. Men is die soo wel by Zomer, of in de voor-of na-Zomer onderworpen, als in de Winter. 't Is een ongemak meer te vresen, als veele wel doen; ik dorf versekeren, dat de meeste Teering in ons land ontstaat uyt verkoutheden, een en andermaal gevat, en qualijk genesen, door de suykerpotten, meelkoekjens, en slymige vuyle borstdranken van den Apoteek, die de maag en 't bloed bederven, en d'ingewanden verstoppen, terwijl sy schynen de scherpte van den Hoest te versagten, de fluymen te rijpen en de Borst te genesen: een mensch die eenige dispositie heeft tot Teering, verkoud wordende, en sich dienende van d'ordinare Syropen, en de remedien voor de Borst, soo hy de tering niet en krijgt, soo moet hy nog eenige sterkte hebben, die wederstaan kan een so groot geweld. Ik heb het meer dan eenmaal ondervonden en verscheyde personen aan de Teering sien sterven, die niet wilden of den hoest een weynig lyden, of beter remedien gebruyken. | |
II.De Thee is een preservatif, en een remedie voor de verkoutheyt, en den hoest; ik weet niet of ik alhier dorf seggen, dat sedert eenige | |
[pagina 421]
| |
Chapter XIII.
| |
I.Now that we have seen the influence and the effect of tea in the order of the circulation of the blood, it remains to be said what it does in the chest, the spleen, the liver, the kidneys and the bladder, besides which there are no very important parts of the body.
Let us consider, in the chest, colds and coughs, which being very common in our cold country, deserve to be discussed. We are subject to them in summer, in spring, in autumn and in winter. They ought to be feared more than many people do, for I am certain that most cases of consumption have their origin in repeated colds and are not to be cured by the sugar-pots, biscuits or glutinous filthy potions from the apothecary, which spoil the stomach and the blood and constipate the bowels, while seeming to mitigate the sharpness of the cough, to solve the phlegm and to cure the chest. If some one, having a natural disposition to consumption, catches cold and takes the usual syrups and remedies for the chest, without getting consumption, he must still be fairly strong to resist all this violence. I have more than once seen people die of consumption who had neither been willing to endure the cough for a little while, nor to take better remedies. | |
II.Tea is a preservative and a remedy for colds and coughs. I do not know if I can venture to say here that, for the last few years, since | |
[pagina 422]
| |
Jaren, dat de Thee mijn drank, en Nectar is geweest, ik geen verkoutheyt of hoest by na ben onderworpen geweest, gelijk ik voorheen verscheydene Jaren by na altijd 't selve gehad hebbe. De sweet-dryvende kragt van onse Thee verdrijft soodanig de koude, dat de verkoude partyen wederom verwarmt, en de gestolde humeuren dun en fluide worden; sy beneemt de scherpigheyt in de borst, sy maakt de fluymen los en ryp, sonder de maag of 't bloed te bederven; sy beneemd drie toevallen, die d'ordinare gesellen sijn van de verkoutheyt; de pijn van 't hoofd, de dorst, dikwils met de mond vol Sout, en brakwater, en de koorts, nevens die lomigheyt en pynelijke vermoeytheyt in de verkoude leden. | |
III.Niet tegenstaande dit alles, soo wil ik niemand afraden, sich daar nevens te dienen van d'andere remedien, die wyse Medicyns gebruyken in de verkoutheyt, en den hoest. Ik seg, dat een kleyne verkoutheyt, ende dikwils soo haast als men se gevoeld, kan verdreven worden, met veel Thee te drinken, waar onder een weynig saffraan gemengt, waar op men dan in het bedde moet sweten. Men kan sulx den volgenden dach wederom, en sonder gevaar den derden, vierden, en den vijfden doen, ondertusschen de lucht vermijden, en 't lichaam goede en sachte spyse geven, voor drank niet houdende als Thee-water of puur, of met soete-melk vermengt, sonder den saffraan te vergeten; 't is dit reglement, het welk vier personen met succes gebruykt hebben, en alle diegene, die 't selve sullen believen te volgen, sullen de verkoutheyt, en den hoest verdryven, of indien niet, soo is 't met haar qualijk gesteld, en sy sijn in gevaar van de Teering, en andere ongemakken, welkers volkomene genesinge hier te beschryven een crimen soude sijn. Ik moet evenwel met een woord seggen dewijl veele Doctoren nog ignorant zyn, of met vooroordeel ingenomen tegens de Thee, dat de selve noyt quaad is, hoewel dikwils alleen niet magtig genoeg om een verouderde verkoutheyt, en een hoest, die na de Tering nadert, te genesen. Sy is altijd noch een hulpmiddel, niet om te verwerpen, selfs in die naturen, die onse heete Doctoren soo heet meenen te sijn. Ik heb my altyd verwondert, dat sy opiniater zyn, dat, daar sy de Teering by na noyt genesen, ja selfs voor ongeneeslijk houden, noyt | |
[pagina 423]
| |
tea has been my drink and nectar, I have not been subject to colds or coughing, such as before I used to suffer from during several years. The sweat-producing power of our tea chases away the cold by warming the parts affected and rendering the coagulated humours thin and fluid again, it takes away the sharpness in the chest and solves the phlegm, without hurting the stomach or the blood, it cures the symptoms that usually accompany colds such as head-ache, thirst, salt water in the mouth, fever, heaviness and painful lassitude in the limbs. | |
III.Notwithstanding all this I do not want to dissuade anyone from, at the same time, taking the other remedies prescribed by the wise medicos to cure colds and coughs. I say that a slight cold, if immediately treated when it is felt, can be driven away by drinking much tea mixed with a little saffron, and by afterwards going to bed to sweat. This can be repeated the second, third, fourth and fifth days, without any danger, meanwhile avoiding the air and giving the body good, light food, drinking nothing but tea, either by itself or mixed with milk, and without forgetting to put in some saffron. Four people have successfully followed this regimen and all who will follow it, will cure colds and coughs; if they are not cured they are in a bad condition and in danger of consumption and other troubles, the complete description of which here would be a crime. I must, however, add, as many doctors or still ignorant of, or prejudiced against tea, that it can never do any harm, though it be not always powerful enough to cure a neglected cold or a cough that approaches consumption. It remains a not to be despised remedy, even for those natures which our hot doctors consider to be so hot. I have always wondered why they are so obstinate and, though they hardly ever succeed in curing consumption, nay consider it incurable why it has never occurred to them that their remedies and method may be wrong, which I am sure they are in many cases, as I shall prove elsewhere. | |
[pagina 424]
| |
eens gedagt hebben of niet haar remedien, en methode verkeerd, of onmagtig is, en ik ben versekert, dat dit dikwils waar is, en ik sal 't elders bewysen. | |
IV.Daar is nog een hoest, die droog is, een moeyelijke kuch, een toeval seer gemeen aan onse vrouwen, aan de slepende siekten, aan Melancholike personen; hier is het Thee-water een recept soo schoon, dat ik niet geloof dat een van onse Doctoren een beter soude konnen uytschryven uyt de formulier-Boeken; 't is een suur, 't welk de hoest maakt, endat door de Thee getemd kan worden; sy maakt vrolijk, en neemt alsoo een grote oorsaak van dese hoest weg; sy hersteld de gisting van 't bloed, die hier manqueert; sy beneemt de verstoptheden, waar van dese lichamen vervuld zyn, en sy geneest dit quaad, 't welk ik voor heen door geen van onse remedien heb geweten soo wel te genesen. | |
V.De ervarentheyt en reden, twee onscheybare gebroeders, hebben my ook geleert, dat het Thee-water den hoest van de kinderen, en insonderheyt den kink-hoest geneest, soo wel, als 't haar helpt tegens wormen, tegens de stuypjens, tegens de sluypkoortsen, de maag- en buyk-pijnen, tegens het schrikken in den slaap, teghens haar-worm, schorftheyt, pokjens en veele andere gebreken; men moet observeren, dat men de kinderen maar niet al te veel, of te sterk het Thee-water geve, soo, om dat sy 't souden willen drinken, als om niet te beletten den slaap, die haar meer voed, en noodsakelijker is, als spyse. Hoe wel ik op dese materie nog veel had te seggen; maar ik reserveer 't selve tot een ander tyd, die my meer liberteyt sal geven, om de waarheyt te seggen tot instructie, en nut van het gemeen, in een tractaat van d'opvoeding van de kinderen. | |
[pagina 425]
| |
IV.There is still a troublesome dry cough very common to our women, to people with some lingering disease and to melancholy persons. For this tea-water is such an excellent medicine that I doubt if our doctors could prescribe a better one from the formulary; the acidity caused by the cough is subdued by tea; tea cheers and thus removes one of the chief originators of this cough; it restores to the blood the fermentation which is lacking. Better than any of our remedies for this evil, it cures constipation which such patients often suffer from. | |
V.Experience and reason, two inseparable brothers, have also taught me that tea-water is a good medicine against the cough of children, especially against hooping-cough, as well as against worms, convulsions, low fever, stomach-ache and belly-ache, starting up in sleep, guinea-worm, scurvy, pox and many other troubles. Care ought to be taken that children are not given too much or too strong tea-water, but such as they like to drink and that does not prevent sleep, which is more nourishing and necessary for them than food. Though I might say much more upon his subject, I shall reserve the rest for another time when, in a treatise on the education of children, I shall have more liberty to tell the truth, for the instruction and the benefit of the public. |
|