Opuscula Selecta Neerlandicorum de arte medica. Jaargang 1937
(1937)– [tijdschrift] Opuscula selecta Neerlandicorum de arte medica– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 416]
| |
I.Het Gesigt, en 't Gehoor sijn de twee voornaamste instrumenten waar van de Ziel van een mensch sich dienen moet in de Conduite van dit leven, en sedert de staat van de Zonde soo zijn 't dese twee sinnen, waar aan dat sijn eeuwig geluk soodanig is gebonden, dat een blind en doof mensch sich soude vinden gepriveert van het Gehoor van Gods Woord, door welke nogtans het gelove is, sonder welke geen ziele sal behouden worden, als mogelijk de zielen van die Kinderen, die geboren uyt gelovige Ouders, sterven eer sy capabel sijn, om op dese wyse in 't Verbond te treden, 't welk God met sommige menschen gemaakt heeft in Christo Jesu; maar 't gebruyk van Ogen en Oren is al te wel bekend, en wel te regt seyt ons spreekwoord, een blind man is een arm man; ik wil niet ondernemen 't lof van 't Gesigt en 't Gehoor te beschryven. Maar ik moet seggen dat onse Thee is de ware Euphrasia of Oogentroost. De Chinesen versekeren ons, dat sy door dese drank haar gesigt tot den ouderdom van hondert en meer Jaren sodanig bewaren, dat sy noyt sich dienen van brillen, of enig gebrek hebben aan 't gesigt. 't Is daarom haar gewoonte den warmen damp van de Thee in haar ogen te ontfangen soo wel, als het Thee-water selfs van binnen in te nemen. Men kan met geen reden dese experientie wederspreken. Ja ik mag 'er by doen, dat ik hier te lande ook gevonden hebbe een goet getal van Thee-drinkers, die my getuygen, dat sy niet meer gequeld sijn met inflammatie, met wolken voor 't gesigt, met rode en jeukende oogen, met duysterheyt, schemeringe, pijn, en diverse andere gebreken van haar oogen, die sy alle dagen onderworpen waren eer dat sy Thee dronken. | |
[pagina 417]
| |
Chapter XII.
| |
I.It is chiefly by hearing and seeing that the soul of man has to serve itself in the conduct of this life, and since the state of sin began, it has been these two senses to which his eternal bless has been so strongly tied, that a blind and deaf person would find himself deprived of hearing God's word, through which is faith and without which no soul shall be saved, except perhaps the souls of such children, born from believing parents as have died before they were able thus to enter into the covenant, which the Lord has made with some people in Christo Jesu; but the use of eyes and ears is too well-known and our proverb says rightly: a blind man is a poor man; so I am not going to sing the praise of eye-sight and hearing. Yet I must say that tea is the true Euphrasia or eyebright. The Chinese assure us that it is owing to this drink that they keep their eye-sight, up to the age of a hundred and more years, in such good condition that they never use spectacles or have any defect of the eyes. Hence it is their custom both to drink the tea-water and let its vapour get into their eyes. This experience cannot be disproved. Nay I may add, that also in this country I have found a good many tea-drinkers who assure me that they are no longer troubled by inflammation, clouds before the eyes, red and itching rims, darkness, dimness, pain and diverse other defects of the eyes, which they were subject to before drinking tea. | |
[pagina 418]
| |
II.Alle menschen hebben 't gesigt niet even goed, gelijk als sy niet alle even sterk, en gesond van lichaam zyn; d'ogen worden door 't gebruyk versterkt, en verswakt, gelijk d'andere leden; maar daar is niets soo schadelijk onder de dingen van buyten als de hitte, en de scherpte van de stralen van 't licht, die de vliesen, humeuren en spieren van d'ogen bederven, gelijk van binnen de hitte, de scherpheyt, en de lymicheyd van 't bloed, en de geesten, die tot de oogen moeten gedistribueert worden, 't waken, en de droefheyt sijn ook seer gemene oorsaken van enig gebrek in 't gesigt; men kan sich voor dese dingen wagten, en met Thee te drinken conserverende de juste getemperheyt van sijn bloed, en geesten, sijn gesigt, nog goed en wel bewaren tot in sijn hoge ouderdom. | |
III.'t Gehoor verliest men niet ligt, soo men sijn hoofd met sijn eygen of een anders hayr, of met andere dingen by daag en by nagt wel bedekt, dat geen koude ons bevangt. Soo men wyders sijn bloed conserveert in de natuurlijke hitte en subtielheyt, die het hebben moet, soo is men in een staat van sijn Gehoor wel te behouden. Het dagelijks Thee drinken doet seer veel, om 't gehoor te behouden, en als men Doof geworden is, wederom sich te genesen, daar 't een remedie voor is geen van de minste, gelijk my gebleken is by diverse occasien, selfs in personen, die al seer harthorende, en out waren, 't geen de doofheyt geneest, geneest ook het ruyschen, piepen, 't geraas en allerley vreemd geluyd in d'Ooren. De Thee dan is daar ook seer goed voor; gelijk my mede gebleken is in eenige voorvallen. Of den damp van 't warme Thee-water enige effect op d'ooren sou doen, gelijk 't doet op d'Oogen, kan ik door ervarentheyt niet seggen, om dat ik noyt occasie heb gevonden sulcx te besoeken. 't Sou evenwel na alle apparentie niet quaad wesen; maar ik geloof dat het kruyd selver gebrand op kolen, en de rook geleyd door een tregter in 't Oor groter operatie sal doen voor de doofheyt en 't geraas in d'Ooren. | |
[pagina 419]
| |
II.All people have not equally good eye-sight as they are not all equally strong and healthy of body. The eyes are strengthned and weakened by usage, the same as the other parts of the body. But there is nothing so harmful among the things that come from outside, as the heat and the sharpness of the rays of light, which spoil the membranes, the humours and the muscles of the eyes, in the same way as, inside, there are the heat, the sharpness and the glutinosity of the blood and the spirits that have to be distributed to the eyes. Sitting up at night and sorrow are also very common causes of some defect or other of the eye-sight. These things can be prevented by drinking tea and so preserving the right condition of the blood and the spirits, and of one's eyesight, up to a high age. | |
III.One does not easily lose one's hearing if one keeps the head well-covered, day and night, with one's own or somebody else's hair or with other things, so that one does not catch cold and if, besides, the natural heat and the subtlety that the blood ought to have, is preserved, one will be able to keep one's hearing. Daily tea-drinking contributes much to the preserving of the hearing, or to the curing of it, if one has gone deaf; it is not among the worst remedies for this, as has appeared to me on various occasions, even when the persons were very old and hard of hearing. What cures deafness also cures buzzing, whistling and all sorts of strange noises in the ears. For these tea is also very good, as has appeared to me on several occasions. Whether the vapour of warm tea-water will, in any way, effect the ears as it does the eyes, I cannot say by experience, never having had an opportunity to find out. I daresay it will not be bad. I think, however, that the herb, burnt on coal and its smoke conducted through a funnel into the ear, would have greater effect on deafness and on noises in the ears. |
|