Opuscula Selecta Neerlandicorum de arte medica. Jaargang 1937
(1937)– [tijdschrift] Opuscula selecta Neerlandicorum de arte medica– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
I.De vruchtbaarheyt is een dispositie soo nodig, en soo seer te wenschen, dat ik die gene voor monsters aansie, die 't niet leet is, soo sy onbequaam zijn om te doen, 't geen, waar toe, God de Man en Vrou geschapen heeft. De Beesten, die nog reden nog verstand nog gevoel hebben, voegen sich te samen, het Mannetje met het Wijfje, door een instinct van de natuur, die niets anders is dan een machinale beweging van 't bloed en de geesten, om haars gelijk te teelen. Wat behoorden dan Man en Vrouw, die, behalven 't instinct en de machinale beweging, noch de reden hebben, en weten de Wet Gods, wast en vermenigvuldigt, genegen te zyn om aan dese schuldigheyt te voldoen? De Heydenen die in de onkunde van de onsterfelijkheyt der ziele, nogtans aspireerden na de onsterfelijkheyt, waar van sy 't denkbeeld hadden, sonder te weten waar op men 't selve moest appliceren, hebben sich selven getragt onsterfelijk te maken door hare kinderen, en sich dwaaslijk ingebeeld, dat sy herleefden in hare nakomelingen. Arme menschen, die met dese ydele blijdschap van te leven na haar dood in haar zaad, en door de goede naam die sy nalieten, alsoo ter helle sijn gevaren! Sy hebben evenwel door dese blinde passie de wereld vervuld met inwoonders, en nagelaten die gene, waar over sich God, de tyden der onwetenheyt overgezien hebbende, ontfermt heeft, en haar gemaakt sijn volk, daar sy geen volk waren. De Heydenen levende in de wereld sonder God en sonder hope, hadden reden om te wenschen, datse onvrugtbaar mogten zyn, sy hadden reden, om geen kinderen te teelen, dewijl sy, die vele Jaren niet hebben gegenereert, als om te zijn vaten des toorns tot den toorn | |
[pagina 285]
| |
Chapter VI.
| |
[pagina 286]
| |
toebereyt; maar de Christenen die de belofte voor haar en haren zade is, die hebben niets dat haar belet, niets dat haar niet aanprikkeld om zaad te begeren, om kinderen te telen, en de wereld te vermenigvuldigen 't elkens met nieuwe menschen, om de Christelijke Religie van geslagte tot geslagte voort te setten. Maar dit principe van 't huwelijk is wat te fijn en te heylig voor de menschen van onse tijd, en land; die als sy trouwen, 't huwelijk aangaan meest uyt interest, om 't geld, om 't gemak, om 't geselschap, om eer, om staat, om 't vleeslijk plaisier of om een blinde passie die de jonge Luy Liefde noemen, hoewel 't niet anders is als een kleyn vuur van 't bloed, 't welk de geest ontsteekt met een begeerte tot een persoon, die de domme, en nog niet geoeffende imaginatie voorsteld als schoon, aangenaam en beminnelijk, omdat men aldus gewoon is te trouwen, en dat weynig menschen andere consideratien hebben, soo is 't dat veelen geen huwelijk oyt aangaan, andere niet op de regte tijd, en een groot getal getrouwd zynde, weynig denkt op 't eynde, waar toe God het huwelijk ingesteld heeft; van 't welk veel personen gedagten hebben seer verre van de waarheyt af. Daar is geen goed huwelijk, als 't welk men aangaat uyt een suyvere vriendschap, om te leven in een societeyt soo aangenaam als onverbrekelijk, en wiens eenigste oogmerk boven dat is, kinderen te winnen, bequaam om God te dienen van haar Jeugt aan, onder de directie en 't exempel van hare Christelijke Ouders; dit is de schilderye van 't houwelijk, die ons de H. Schrifture maakt; maar in de huwelijken van dese tijd, soo vind ik nog de regte vriendschap, nog de ware vrugtbaarheyt; ik heb desseyn van 't laatste alhier een weynig te seggen, om te wederleggen d'opinie van diegene, die sonder te kennen de ware oorsaken van d'onvrucht-baarheyt, de Thee beschuldigen, als of sy de natuur uytbluste, en de menschen onvruchtbaar maakte. | |
II.Gelijk als 'er menschen zijn, die met sekere siektens, gebreken en mismaaktheden geboren worden, soo zijn 'er die een swakheyt van natuur of eenig defect hebben, 't welk haar onvrugtbaar maakt; maar dese soort vind men niet veel; waar van men nogtans seggen moet, dat onse Vrouwen, en dikwils ook de Mans oorsaak zyn, door haar quaad comportement. De gebreken en de mismaaktheden van de | |
[pagina 287]
| |
from generation to generation. But this principle of marriage is rather too pure and holy for people of our generation and country, who, when they marry, do so from interest, for money, comfort, company, honour, state, carnal pleasure or on account of blind passion, which the young call love, but which is only a small fire of the blood, which kindles in the mind a desire for a person, whom the foolish and yet unpractised imagination represents as beautiful, pleasant and amiable. As it is the custom to marry in this way and few people have other considerations, many never marry, others do not marry at the right time and a great many of those who are married, think little of the purpose for which God has instituted marriage, and if they have thoughts about it, they are very far from the truth. There is no good marriage but what is contracted in pure friendship, in order to live together in indissoluble and pleasant company, with the only other purpose of getting children fit to serve God from their youth, under the guidance and with the example of their Christian parents. This is the picture of marriage we find in the Holy Scripture. But in the marriages of these times I find neither true friendship nor real fertility. I intend to say a few things on this subject here, to disprove the opinion of those who, without knowing the real causes of barrenness, accuse tea saying that it quenches nature and renders people barren. | |
II.In the same way as there are people who are born with certain diseases, defects and deformities, so there are some who have a natural weakness or defect, which renders them barren; there are not many of this kind, however; it must be said, though, that our women, and often also the men are the cause of it, through their bad behaviour. The defects and deformities of the children are always caused by the | |
[pagina 288]
| |
kinderen, komen noyt sonder schuld van de Moeder, als 't maar door de Swakheyt, om sich voor een schrik niet te konnen wagten; en is 't niet te verwonderen, dat onse Vrouwen geen meer sorge dragen voor hare kinderen, dewijl dat dikwils de gebreken de selve by blyven tot het eynde van haar leven? Uyt dese nalatigheyt komt het, dat men Mans en Vrouwen vindt onbequaam en onvruchtbaar, en die noyt van dit gebrek zyn te genesen; maar laat nu yemand 't geluk hebben van een goede geboorte, soo kan hy onvruchtbaar worden, of door den ouderdom of door een quaad leven, 't Is seker, dat die Jaren van 40 of 50 sijn gepasseert, onvrugtbaar zijn, ten ware door yets, ik weet niet wat extra-ordinaris, of door een mirakel, gelijk aan Sara gebeurde in een ouderom, nog hoger als dese. Men moet de wereld voor een groot misbruyk imputeren, dat d'een te vroeg, en d'ander te laat sig in 't huwelijk begeeft. Dit is een van de voornaamste oorsaken van d'onvruchtbaarheyt en van miserabele kinderen; onse Natie heeft selden soo veel vuur, dat zy te vroeg trouwd; maar vele van d'onsen verstikken de kragten van de natuur, om haar interest, gierigheyt, grootsheyt, etc. wagtende over de 20, 25 en 30 Jaren eer sy trouwen en, om dat sy niet vinden een persoon, die geld of staat genoeg heeft. Dese mode, soo ik de waarheyt mag zeggen, is een Godde-loosheyt en een schandelijk misbruyk van sijn lichaam: waar van een yegelijk behoord te considereren de jaren en de natuer, om in de tyt, die alderbequaamst is, sich te voegen met een portuur, soo bequaam als hy; maer ter contrarie sy denken daar om niet eens, en sy trouwen vroeg of laat, als sy wederzijds gevonden hebben een persoon van middelen, staat, vrienden, of waar voor sy eenige dominante passie hebben, die dikwils weynig weken duurt, na datse getrouwd zijn. Is 't niet een grouwel dat onse jeugd haar beste Jaren doorbrengd met de hoererye, en dan na verloop van de selve, met een verswakt lichaam, dikwils vol van pokken en overgeblevene corruptien, uyt interest gaat trouwen? sonder menigmaal in dese staat te konnen nalaten een gewoonte soo veroudert, en die men meynd soo goed te wesen. Dit is een oorsaak meer gemeen, als veelen wel bedenken, dat een huwelijk is sonder kinderen, of niet heeft soo veel kinderen, als 't anders soude gehad hebben, so Man en Vrou te samen hadden gebragt een suyvere geest met een gesond en frisch lichaam. Men vind Jongmans die soo veel passie hebben voor 't geld, dat sy sich niet ontsien een oude bes of een mismaakte, miserabele Vrouwe, die beter | |
[pagina 289]
| |
mother, if it be only through the weakness not to safeguard themselves from fright. Is it not astonishing that our women do not take better care of their children seeing that their defects often last a lifetime? It is owing to this neglect that there are men and women impotent and barren, who can never be cured of this defect; but supposing one is lucky enough to have a good birth, one can yet become barren, either through age or a bad life. It is certain that those over forty or fifty are barren, unless something extraordinary, a miracle or so, happens, as it did to Sarah, at an age higher than these. A great abuse must be imputed to the world, namely that some marry too early, some too late. This is one of the chief causes of barrenness and of wretched children. Our nation has rarely so much ardour that it marries too early; but many among us suppress the powers of nature, because of their interests, avarice, pride etc.; they wait for more than 20, 25 or 30 years, before marrying, because they have not found a person with enough money or status. To tell the truth this fashion is godless and a shameful misuse of the body, of which everybody ought to consider the years and the nature, and, at the most suitable time, should find a partner as fit as oneself. But of this they do not so much as think; they marry early or late, when they have found a person with means, status and friends, or for whom they have a dominant passion, which frequently only lasts a few weeks after marriage. Is it not an abomination that our youth pass their best years in fornication and afterwards, often with a weakened body full of pock-pits and the remains of corruption, marry from interest, while, even in the married state, they cannot give up such an old habit which is considered to be good? This is, more frequently than many people think, the cause that a marriage is childless or that there are not so many children as there might have been, if the man and the woman had each brought to it a pure mind and a fresh and healthy body. There are young men with so much passion for money that they do not scruple to take an old hag or a wretched, deformed woman fitter for a coffin than for a man, to get her money or some other advantage. There are also girls who, refusing several healthy, honest suitors of mediocre fortune, do not scruple to marry a fool or an old good-for-nothing man, if only he has possessions to the value of a hundred thousand guilders, even if they should lose their health or only get mad and miserable children. | |
[pagina 290]
| |
een doodkist als een man soude passen, te nemen, om haar geld ol eenig ander voordeel, dat sy daar door sullen verkrygen. Daar sijn ook Juffers, die refuserende verscheydene personen, gesond, eerlijk en van een mediocre fortuyn, die sich niet ontsien een gek of een oude vent en een deugniet te trouwen, soo hy maar 100000 guldens aan goed heeft, alsou sy hare gesondheyt daar by verliesen, of niet dan gekke en miserabele kinderen voortbrengen. | |
III.De Juffers en jonge Dogters (om nu niet te seggen van 't ander groot quaad, 't welk sy in 't openbaar of in 't heymelijk plegen) behalven dat de meeste te laat trouwen, soo is 't onwedersprekelijk, dat de manier van leven die sy leyden, 't sy rijk of arm, Juffers of anderen, nergens anders toe gerigt is, als om onvrugtbaar te worden, of soodanig, dat Vrouw en kinderen, daar na in den huwelijke staat, en dikwils al haar leven ellendig zyn. Sy eten en drinken allerley quade Spyse en Drank, sy ontsien nog hitte nog koude, sy geven sig over aan alle soorten van passien, d'een aan d'een, en d'ander aan een ander, sy volgen alle quade lusten, en laten byna niets, als 't geen dat gesond is, of dat sy niet weten te bekomen; hoeveel sijn 'er die Rijs, Taruw, Meel, Kalk, Turf, stijfsel en andere dingen eeten, om bleek, en blank daar na te sien? ik had een boek te schryven, om te beschryven alle de debauches van onse Juffers en Meysjens; wat al fruyt, Cytroenen, gedroogde Schol, Neuten, Confituren, Suyker-gebak, en duysend andere snoeperyen, die sy eeten, niet om te leven, maar om door een weynig lekkernye en dertel plaisier, te verliesen gesondheyt en leven. In dese manier van opvoedinge, die d'ouders aan haar kinderen toe laten, en niet in de Thee moet men d'oorsaken van onvrugtbaarheyt soeken. Maar laat ons nog een weynig van de Vrouwen seggen. | |
IV.In 't huwelijk sijn nog vele oorsaken van de onvrugtbaarheyt, die men niet altyd wel remarqueert, en 't sal nodig wesen voor af daar van yets te seggen, op dat het blyke, dat onse Thee niet is onder dat gene, 't welk sulx doet. De manier van leven is wederom hier een van | |
[pagina 291]
| |
III.Young ladies and girls (not to mention the other great evil which they commit in public or in secret) besides, as a rule, marrying too late, live in a way, be they rich or poor, which is only fit to make them barren or reduce them to such a condition that, in the married state not only the woman, but also the children, are often unhappy for life. They eat and drink all kinds of bad things, do not spare themselves in heat or cold, abandon themselves to all kinds of passions, some to one, some to another, indulge evil desires and abstain from nothing, but from what is healthy or out of their reach. How many are there not who eat rice, wheat, flour, chalk, peat, starch and other things to get pale and fair-skinned? I could write a book describing all the debauches of our young ladies and girls. What quantities of fruit, lemons, dried plaice, nuts, preserves, sugar-cake and a thousand other sweets do they not eat, not to live, but to lose health and life, owing to dainties and wanton pleasure. It is this manner of education of children by their parents and not tea that causes barrenness. But let us say a little more about women. | |
IV.In marriage there are many more causes of barrenness, which are not always noticed, and it will be necessary to speak of them to show that our tea is not among them. The way of living is here again one of the causes of barrenness, which, being so common, deserves | |
[pagina 292]
| |
d'oorsaken van onvrachtbaarheyt, die, omdat se soo gemeen is, wel verdient de eerste plaats: men siet onse getrouden alle dagen begaan, de overdaad, de lekkernye, de grote en kleyne debauches, d'onacht-saamheyt en hondert andere fouten, waar van een eenige dikwils genoeg is, om de natuur van Man en Vrouw te verstikken; maar dit is al te generaal, dat men dat de menschen soude konnen wijs maken, hoewel 'er niets waaragtiger is. Men vind nog een ander oorsaak van de onvrugtbaarheyt, die als particulier is aan velen van onse Natie. 't Is de twist, d'oneenigheyt en 't quaad leven, 't welk troublerende de geest, en weg-nemende de Vrede, meer lichamen onvrugtbaar maakt, als men wel soude geloven. 't Huwelijk is een societeyt, die gelijk mense uyt enkele liefde behoort aan te gaan, soo moet mense ook onderhouden met een leven vol van teerheyt, soetigheyt en ware vrientschap. Maar 't is dikwils 't contrarie: 't huwelijk aangegaan uyt interest of passie, verliest sijn vrede en vermaak, soo ras als de passie overgaat, die niet lang kan duren, om datse quaad is, en geen vast fondament heeft. Maar als de getrouwde bevinden, dat het Huwelijk soo veel interest niet en heeft, als sy sich wel hadden ingebeeld, dan is 't huys in vuur en vlam, en om dat sy de Koopmanschap niet wel bevinden, so haten de Koopers malkander, sy beginnen te kyven, malkander verwyt te doen, en in 't kort volkomene vyanden te worden, die by daag en by nagt malkander den onversoenelijken Oorlog aan doen. Dit quaad leven is dikwils d'oorsaak van onvruchtbaarheyt; de passien van haat, boosheyt, jalousie, toorn, droefheyt, schrik, vrese etc. die 't hart en 't bloet van de getrouwden slingeren gins en weder, hebben seer groote kragt, om de natuur te verstikken of te bederven, gelijk de Vrouwen die aan dese passien meest onderworpen sijn, daerom of geen kinderen of mismaakte en ellendige Kinderen voortbrengen, of dikwils misdragt op misdragt lyden. Maar de Mans bederven sich niet minder, en blusschen ook haar vigeur uyt door 't exces van haar passien, of bederven sich in diervoegen, dat sy soo wel als de Vrouwen oorsaak zyn van vele swakheden, en gebreken in hare kinderen. | |
V.Onder de quade huwelijken heb ik nog een oorsaak gevonden van de onvruchtbaarheyt, die seer Goddeloos is. 't Is de wil van geen | |
[pagina 293]
| |
a foremost place. Our married people every day live in superabundance, eat too many dainties, are guilty of carelessness, of great and small debauches and of a hundred other faults, one of which is often sufficient to smother the nature of the man or the woman. But all this is of too common occurrence for people to believe it, though nothing is more true. There is still another cause of barrenness, especially for people of our nation, namely quarrelling, disagreement and living on bad terms, which, troubling the mind and robbing it of peace, renders more bodies barren than would be believed. Marriage is like a society founded on pure love, which should be maintained in a life of tenderness, sweetness and true friendship, but the contrary is often true. The marriage contracted from interest or passion loses its peace and pleasure as soon as passion comes to an end, which cannot last long as it is evil and has no firm foundation. But as soon as the married couple find that the marriage is not so interesting as they had imagined, the fat is in the fire, and feeling deceived in their bargain, the buyers hate each other, begin to quarrel, reproach one another and in short become enemies fighting each other irreconcilably night and day. This bad life is often the cause of barrenness: the passions of hate, anger, jealousy, wrath, sorrow, fright, fear etc. tossing the heart and the blood of the couple this way and that, have very great force to suppress nature or spoil it, so that the women who are most subject to these passions either have no children or deformed and wretched ones or suffer from abortion after abortion. But the men spoil themselves no less and also extinguish their vigour through the excess of their passions or become so depraved that they, as well as the women, cause many weaknesses and defects in their children. | |
V.In the bad marriages I have still found another cause of barrenness which is very wicked. It is the determination of the man and woman | |
[pagina 294]
| |
kinderen te willen hebben, of geen meer, als men oordeeld te konnen voeden. 't Is waar, men sou niet geloven dat Man of Vrouw soo ontaard soude konnen wesen; 't is nogtans soo; ik heb het uyt de mond van veel Vrouwen sonder schaamte gehoort, en ik heb een exempel van dese Goddelose aversie, om onvruchtbaar te wesen, soo particulier, en 't geen my soo seer toucheert, dat ik het niet derf verhalen, veel min de manier beschryven, op welke sulke Goddelose menschen te samen leven in een huwelijk sonder kinderen, of met geen meer kinderen als sy goedvinden. Ik wil hier alleen byvoegen een soort van Vrouwen, die soo quaad niet zynde, evenwel daar door dikwils onvrugtbaar zijn. Ik meen die vrouwen, die pijn van 't kinderen halen, en de moeyte van eenige kinderen op te voeden, meer vrese als boosheyt geeft, om nog meer te kinderen. Sy hebben dan geen lust nog begeerte, ja een afkeer om wederom vruchtbaar te wesen, en dese aversie is dikwils oorsaak, dat sy ook niet meer swanger worden. Daar sijn ook getrouwden, die door de debauches, door den arbeyd, door al te veel studie, etc., sich onbequaam maken tot d'onderlinge conversatie, en generatie. Daar sijn Mans soo geattacheert aan haar negotie, aan haar winkel, aan haar tuynen, aan 't bouwen van huysen, aan andere plaisieren, dat sy verstikken een inclinatie, die in andere menschen soo sterk is: daar sijn wederom Vrouwen, die meer werks maken van haar huys en huysraad, van haar lichaam op te schikken, van reyn en schoon te wesen, van haar huys wel waar te nemen, van nieuwe modens uyt te vinden etc. meer als van haar man, van 't huwelijksbedde, van kinderen, en 't geen alles te boven gaat, en dat sy allermeest behoorden te besorgen, van de vriendschap tusschen haar en haar man, die sy dikwils, als maar d'andere dingen volgen, soo weynig agten, dat ik Vrouwen weet, die sich niet schamen te seggen, dat 't haar indifferent is, of haar Man lief heeft of niet, of hy by haar slaapt of niet, als hy maar geld besorgt voor haar inclinatien. Ja onder dese soort vind men 'er, die sich niet veel bekommeren, al is 't dat sy weten, dat sy oorsaak sijn, dat haar Mans sich by anderen voegen. Ik ken 'er, die daar in tevreden sijn, als 't maar niet al te openbaar geschiet, en dat sy ondertusschen haar sin mogen volgen in haar huys. Een ander soort van getrouwden maken sich onvrugtbaar door een geyligheyt en onversadelijke lust, tot een actie, die alsoo niet geordonneert is. Sij sijn hier in gelijk als de menschen, die eeten en drinken om de lust en smaak, en die onversadelijk zijn, | |
[pagina 295]
| |
to have no children or no more than they think they can bring up. It would hardly be believed, it is true, that a man or a woman could be so depraved; none the less it is a fact, I have heard it from the mouths of many women, who were not ashamed to say so, and I know an example of this impious aversion to fertility so remarkable and which strikes me so much that I dare not tell it, much less describe the manner in which such godless people live together in a marriage without children or with no more children than they like. I only wish to add that there is another kind of women, though not so bad, who are often barren, namely those who fear the pains of confinement and the trouble of bringing up several children. They have no desire, nay an aversion, to becoming pregnant again and this aversion is often the cause that they do not conceive any more. There are also married people who, through debauches, hard work, too much study etc. render themselves unfit for sexual intercourse and generation. There are men who are so much attached to their trade, their shop, their gardens, to the building of houses and other pleasures that they smother an inclination which is so strong in other people. There are also women who think more about their house and furniture and how to dress and keep their bodies beautiful and clean, manage their house and find out all about new fashions etc. than about their husband and how to live with him, about children and above all, and what they ought to think about first, about the friendship between themselves and their husbands, whom they care so little about that I know women, who are not ashamed to say that it is indifferent to them whether their husbands love them and sleep with them or not, so long as they provide them with money for their inclinations. There are even some of this kind who do not care if their husbands go to other women, though they know that they themselves are the cause. I know some who are content that it should be so, as long as it does not become too public and they can meanwhile follow their own inclinations at home. Another kind of married people render themselves barren by lasciviousness and insatiable lust, behaving as was not ordained. In this they are like those who eat and drink for the appetite and the taste, and are insatiable, not remembering that one ought to eat in order to live and to preserve health, enjoying the pleasure of the flavour, which a healthy person has of good food, as something additional. This is the same abuse | |
[pagina 296]
| |
sonder te gedenken, dat men maar eeten moest om te leven, en om gesond te zyn, genietende in passant 't plaisier van de smaak, die een gesond mensch heeft in een goede Spyse. 't Is het selve misbruyk, dat de getrouwde begaan in 't huwelijksbedde, waar van sy door haar geyligheyt en ongebonde lust, een bedde maken, 't geen haar huwelijk dikwils onvrugtbaar, en altyd in d'oogen van God onreyn en niet beter als een hoer-huys maakt. Maar mijn penne vervoerd my, en ik heb mogelijk al te vrymoedig de Gordijnen van de duysternissen opgeschoven, ik besluyt mijn Voorreden, en ik kom ter saak, waar toe ik dit voor af gesegt hebbe. | |
VI.De Thee, soose oyt yemand onvrugtbaar maakt, moet dat doen, of door haar kragt, of door 't water, of door de warmte desselfs. Maar wie heeft een eenige klare en sekere experientie, dat het Thee drinken yemand oyt onvruchtbaar gemaakt heeft? 't kan sijn, dat d'een en d'andere sexe Thee drinkende, niet vrugtbaar is geweest; maar dewijl men niet versekert is, dat die personen, indien sy geen Thee gedronken hadden, dan daarom vrugtbaar soude geweest hebben, en dat men weet dat 'er soo veel andere oorsaken zyn van d'onvrugtbaarheyt, soo ik weet, is geen losheyt en ligtvaardigheyt van oordelen soo groot als die is van die gene, dewelke op soo een losse ervarentheyt oordelen dat de Thee yemand de vrugtbaarheyt beneemd. Soo 't dan door geen ervarentheyt bewesen word, wel waardoor dan? 't water voor soo veel 't water is kan 't niet doen: want dan moest het bier, en soo wel water als men gebruykt 't selve doen; dan moesten de Natien, die niet als water drinken, onvrugtbaar zyn, die ter contrarie des te vrugtbaarder gevonden worden. Ik geloof niet, dat yemand soo dol soude wesen, om aan de warmte van het Thee-water toe te schrijven een kragt, om de natuur te verswakken, en man en vrouw onvrugtbaar te maken; ik sou die wane verstanden vragen, waarom dat de warmte van de spyse, en voor al de warmte van de lugt in heete Landen al de menschen niet onvrugtbaar maakt? 't sal de Thee selfs sijn, die 't doed; maar wat is er dog in de Thee, om yemand onvrugtbaar te maken? is 't een occulta qualitas? is 't een Antipathia, die sy heeft met leden van de generatie? of is 't de verdrogende kragt van de Thee? | |
[pagina 297]
| |
as of married people in sexual intercourse when, owing to lasciviousness and unrestrained lust, their marriage is rendered barren and always impure in the eyes of God and their house no better than a brothel. But my pen carries me away and I have, perhaps, drawn away too freely the curtains hiding the dark things of life; I will now conclude my admonishments and come to the business to which they have formed the introduction. | |
VI.If tea should ever make anyone barren it would have to do this either by its own power or by the water or by its heat. But who has any clear and reliable experience that tea-drinking has ever rendered anyone barren? Possibly some one drinking tea has been barren but, as we are not sure that he or she would not have been barren if not having drunk tea, and as there are so many other causes of barrenness there is, as far as I know, no manner of judging that equals in looseness and thoughtlessness that which leads to the conclusion that tea makes people barren. If then it is not proved by experience, by what then? Water, in so far as it is water, cannot do it, for then beer and also water as far as it is used, must do the same; then the nations drinking nothing but water must be barren, yet they are, on the contrary all the more fertile. I do not believe that there would be any one foolish enough to ascribe to the heat of the tea-water a weakening power making a man or a woman barren. I should like to ask all such maniacs why the warmth of food and especially of the air, in hot countries, does not render all the people barren? Then it will be the tea itself that is the culprit. But what does it contain to have that effect? Is it an occult quality, an antipathy it has for the members of this generation? Or is it the drying power of the tea? Yes, that will be it, for it is that which the haters of tea always fulminate against. But in Chapter II it was proved that tea does not dry, nor does it cause consumption, and that no reason or experience is to be found for this false opinion. This foundation then being false, the | |
[pagina 298]
| |
die sal 't voor seker moeten wesen; want daar op hebben 't dog de haters van Thee altijd geladen; maar in 't Cap. II heeft men getoond, dat de Thee niet verdroogd, datse geen teering maakt, en dat nog reden nog experientie te vinden is voor dese valsche opinie. Dit fondament dan valsch zynde, soo is de conclusie die daar op rust ook valsch, en ik weet dan niet waar op dat dese opinie steunen sal. 't Is een los en een ligtvaardig oordeel, die personen, die gewoon sijn wel meer losse oordelen te maken, over de Thee vellen, en de selve beschuldigen, dat sy verdroogd, en yemand onvrugtbaar maakt. Ter contrarie soo contribueertse veel eer tot de vrugtbaarheyt: want 't gevolg sal doen sien dat sy goed is voor de maag, voor de hersenen en voor de leden, datse kragd geeft en geest maakt, datse 't bloed verdund, verwarmt, en datse belet alle verkoutheden en verstoptheden; nu soo men hierop let, sal men klaar sien, dat dit alles is om vrugtbaarder te wesen; want nog Man, nog Vrouw, die een goede maag, welgestelde hersenen en radde leden heeft, die sterk is, en wiens bloed warm, dun en vol van geesten zynde, by gevolg geen verstoptheden nog vervuyltheden kan hebben in sijn ingewanden en natuurlijke parthyen, die sal niet onvrugtbaar wesen, als om dat hy nog Vrouw nog Man heeft, nog lust heeft om te trouwen. Ik moet tot meer confusie van de lasteraars, alhier by doen dat de dingen, die onse Medizijns met succes gebruyken tegens d'onvrugtbaarheyt, sijn van de selve natuur, en dat haar kragt bestaat in 't selve penetrante Sout en Oly, als de Thee in sich heeft, en daar in sijn kragt bestaat; ik doe er nog by, dat veel personen, insonderheyt Vrouwen, nadat sy lange tyd Thee gedronken hadden, gesond zyn geworden en vrugtbaar, en ik recommandeer te considereren, dat veel van onse natie Thee drinken, sonder onvrugtbaar te wesen, en dat China en Japan, die grote Landen, waarby Holland maar een stip is, niet minder vol sijn van volkeren, om dat sy al haar leven Thee drinken. | |
[pagina 299]
| |
conclusion resting on it must be equally so, so that I do not know where it could find support. It is a loose and thoughtless judgment passed by people who often judge in this way, and they wrong tea by accusing it of drying up and making barren, while it rather conduces to fertility; for it will be seen that it is good for the stomach the brains and the limbs, that it produces strength and spirit, thins the blood and warms it and prevents colds and obstructions. If we reflect on this we shall see clearly that all this leads to more fertility; for neither man nor woman with a good stomach, well-conditioned brains and swift limbs, who is strong, has warm thin blood full of spirit and consequently can have no obstructions or foulness in the bowels and natural parts, will be barren, except because they have no woman or man or no desire to marry. To the greater confusion of the slanderers I must add that the medicines our doctors use with success against barrenness are of the same nature and that their power consists in the same penetrating salt and oil as tea contains; also many people, especially women, after having drunk tea for a long time, have become strong and fertile and I recommend my readers to consider that many people of our nation drink tea without being barren, and that China and Japan, large countries compared with which Holland is a mere speck, are none the less full of inhabitants, though these drink tea all their lives. |
|