Engelsche Opvoedkunde.
The Educational Times van 1909 behelst menige bijdrage, welke als het ware een steen komt bijbrengen aan de algemeene opvoedingsleer als reuzengebouw te beschouwen van de elkaar opvolgende eeuwen. Artikelen van algemeenen aard wisselen af met speciaalgebied-studiën.
Het nr van Januari (bl. 13) behelst eene mededeeling, waaruit blijkt, dat Milton verklaart, veel verschuldigd te zijn aan de Hoogeschool van Cambridge. Wij vernemen verder (bl. 21) dat de leeraars in moderne talen bijeenkwamen te Oxford, van 11-12 Januari.
In de Februari-aflevering wordt ons de toestand der Ieren geschetst van het standpunt der talen. De Ieren willen, dat hunne taal verplichtend zij voor de Hoogeschool-examens. De bisschoppen willen de agitators niet zóóverre volgen maar zij wenschen, dat de colleges middens worden van gaelische opsporingen en gaelische dialectstudie.
Op de groote vergadering voor de leeraars in moderne talen, welke gehouden werd in de maand Januari, waren 730 toetreders; zij werd voorgezeten door Lord Fitzmaurice. Terwijl de eenen van oordeel waren, dat de vrijheid van keuze in de studie der moderne talen heilzaam werkt, opperden anderen, als eerw. Chaytor (Plymouth), dat men moest beginnen met de studie van het Hoogduitsch.
De aflevering van Maart handelt over den toestand der leeraars in moderne talen; er zijn blijkbaar te vele leeraars en velen slagen er niet in, eene vaste en winstgevende betrekking te vinden. In hetzelfde nummer verneemt men het heugelijke nieuws, dat de Z.E. George Edmundson benoemd werd als hoogleeraar aan de Universiteit te Oxford.
Prof. Strong van de hoogeschool te Liverpool is van meening, dat het onderwijs van het Latijn voor verbeteringen ontvankelijk is. Men moet erin slagen, goed Latijn te kunnen reproduceeren. Zijns inziens, ware in Engeland, de gelijkloopende studie van Fransch en Latijn eene uitstekende leerwijze, zoowel met het oog op de vorderingen in het Latijn als in het Fransch. Te Glasgow, wil men een zelfde getal punten toekennen aan het Latijn en het Grieksch.
Bl. 170, lezen wij een belangrijk artikel over de rol van het spel in de karaktervorming. Het is onnoodig, dat iedereen zoo puri-