Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 5(1905)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 456] [p. 456] Een Woud Bezoomd met eenen rand van eeuw'gen mast, Ligt het geheel omringd met wilde heiden. Wie kent dit bosch, wie kent den weg daarheen? 't Ligt als 't gedroomde woud uit kindertijden: 't Geheimnisvol en eindelooze woud Waar Jan en Mieken in de sneeuw verdoolden, Schoonslaapsterken heur zoete rust genoot, Wijl struik en slingerplant er samenschoolden, En machtig-hooge reuzenboomen nauw Hun breede takken in elkander vlochten En, lijk een gordel om 't betooverd slot, Den weg versperden aan wie moedig zochten; Het zonnig woud, waar Hans en Grietje blij De braambes snoepten en hun liedjes zongen, Tot, wen de dag onmerkbaar henenging, De nacht de bange kleinen had omvongen. Het wenkt mij toe, dit lang gedroomde woud; Ik zoek den weg doorheen de purpren heiden, En zie in wonderwis'lend kleurenspel De beelden gaan uit verre kindertijden. Siska van Daelen. Vorige Volgende