rechtveerdigheid, volgens uw wil, dien van heel het volk, en niet volgens den wil van anderen, van den Czaar, de edelen en de ambtenaars...
O, gij allen, Groot-Russen, blanke Russen, Klein-Russen, Finnen, Polen, Joden, Georganen, Armeniërs, Tartaren, Kirghiezen, Caucasiërs, gij allen die den russischen grond bewoont, gij allen, mannen van den Arbeid! Gij zijt verwanten! Vergeet dus allen onderlingen haat, indien gij een zekere overwinning en een aanstaande vrijheid wilt. Gij zijt allen broeders, broeders door den arbeid, broeders door 't ellendige leven. Twist niet over godsdiensten en dat eenieder geloove of niet geloove, dat eenieder zijn God aanbidde zooals zijn geweten hem voorschrijft en dat niemand hem hindere. Men kan een andermans geweten niet dwingen, noch iemand voeren naar 't paradijs door knuppelslagen.
Strijdt niet uit landshaat noch uit wraak, plengt niet nutteloos uw bloed. Verzwakt uw krachten niet, bewaart ze zorgvuldig.
Geeft liever elkaar de hand, zonder onderscheid van geloof of zeden, noch ras, noch taal; vereenigt u allen om de echels van 't volk te verpletten. Vereent u, welbewapend, voor den algemeenen opstand tegen 't Czarisme: vereent u om zekerder te zegepralen over den vampier.
Leve de algemeene opstand van het volk, zich wapenend voor den grond en voor de vrijheid! Leve de aanstaande vrijheid voor u allen, russische landen, voor u allen, russische nationaliteiten! Leve de constituante! Leve de regeering van 't werkende volk!
En dat het gestorte bloed neerkome over 't hoofd van den Czaar-moordenaar en over 't hoofd zijner verwanten.’
Georges Gaponi.