| |
| |
| |
Gedachten van een Arbeider over Socialisme en nog wat.
'k Wil vrij zijn, verlost van tirannen,
Niet slaven meer in gareel,
Mij zelf voortaan ontwikkelen,
Raar opschrift, zal menig naief lezer denken. Kan men dan het socialisme verschillend opvatten? Zeker kan men dat, niet de zaak zelf, maar het woord ‘Socialisme’. Het woord bestaat uit tien letters of teekens en hoe men elk dezer ook wendt, keert of draait, ze blijven dezelfde beteekenis behouden. Maar samengevoegd en gecombineerd tot het woord ‘Socialisme’, schijnt dat woord zoo verschillend uitgelegd te kunnen worden, dat enkele kopstukken van de zich noemende Sociaal-Democratische Arbeiders-Partij het noodzakelijk geoordeeld hebben daarover Cursussen in te richten. Op zichzelf genomen, ware dit nu zoo erg niet, neen eigenlijk voor de ontwikkeling der arbeiders kon dit wel goed zou zijn. Hiermede bedoel ik, dat als een arbeider die cursussen bezocht en nadacht, hij zeer zeker gauw zou inzien, dat een S.D. staat voor den werker niet het gewenschte kan en mag zijn, indien het auditorium, hetwelk die kursussen bezoekt, niet voor de ⅞ uit studenten en andere bourgeoiszoontjes bestond. Zelfs heeft een der kopstukken, n.m.l.F.v.d. Goes (b.g.n. de man met de twee linkerhanden) achter zijn naam geplaatst ‘PRIVAAT- | |
| |
DOCENT in de sociologie.’ Nu, 't is me dan ook een socioloog; 't blijkt in mijn arbeidersoog meer een zöoloog, n.m.l. iemand die het kieskarakter en de stem, twee eigenschappen van het menschdier, onderzoekt en wijzigt, en nagaat of er ook iets van staatssocialisme in schuilt en of er voor hem ook gelegenheid bestaat om nog een, meer lucratief baantje te kunnen bemachtigen, b.v. een kamerzetel of een door het Rijk bezoldigd leeraars-ambt in de sociologie. Maar kamerzetels, daar hunkeren ze, geloof ik, eigenlijk allemaal het meest naar, als ik tenminste de artikelen in de verschillende Democratische couranten naga.
Zoo is het dan waarlijk jammer, dat er nog verschillende werkers gevonden worden, die als een heer iets zegt of belooft iets voor hen te zullen doen, dan steeds zoo naief zijn te gelooven, dat hetgeen die heer zegt wel waar zal zijn; zij blijven rustig wachten en zij zwijgen tot de heer alles voor hen in orde heeft gemaakt waar op zij dan nog lang kunnen wachten. Hetgeen er op die cursussen over sociologie onderwezen wordt, kan men zoo wat begrijpen, als men weet, dat de Democraten steeds praten van de ‘Evolutie,’ d.w.z. geleidelijke ontwikkeling der maatschappij, en dus steeds ingaan tegen een daadwerkelijk verzet, hetzij b.v.b. partïeele of algemeene nederlegging van den arbeid, en het aangrijpen van zoo iets steeds bestempelen met de nette uitdrukking ‘ANARCHISTISCH AVONTUUR.’ Wel heeft de zoogenaamde S.D.A.P. in haar program staan ‘Steunt werkstakingen.’ Nu, dat moeten ze er wel in opnemen want er zijn nog enkele werkelijke arbeiders in die Partij, en die kunnen ze nu toch niet heelemaal | |
| |
verlegen laten zitten. ‘Neen, zie je, als je nu per ongeluk (denk aan het einde der Algemeene staking) door zoo'n anarchistisch avontuur broodeloos bent geworden, dan zullen wij wel zorgen, dat je van ons steun krijgt, maar dan moet je ook zoet zijn. Kijk dan krijg je van de ‘Sociaal Democraten uit Engeland alle week 100.000 gulden en dan zal ik naar Duitschland gaan naar de HEEREN van mijn partij en dan krijgen we geld genoeg, want daar is er immers genoeg. ‘Dit zijn de woorden van Pieter Jelles Troelstra, gesproken op de tweede nachtelijke vergadering in de A.N.D.B. te Amsterdam, drij dagen na het opheffen der staking en toen kwam er uit Duitschland 3000 Mark en uit Engeland in 't geheel 100 Pond sterling. Enfin, we weten hier in Holland wel dat de woordvoerders, of wel de degelijk betaalde leiders der (S) D (A) P in de eerste leugen niet gestikt zijn, wat eigenlijk wel jammer is.
Er wordt ook door de Democraten geleerd dat men moet zorgen zooveel socialisten mogelijk in de regeeringslichamen te krijgen, die willen zorgen, dat de wetgeving meer socialistisch wordt, opdat we op den duur een geheele socialistische(?) wetgeving bekomen. De (S.) D.(A.)P. noemt het een socialistische wetgeving. Ik, domme arbeider, noem het natuurlijk DEMOCRATISCHE wetgeving; want ik wil het socialisme niet ontheiligen door het naast het woord WETGEVING te plaatsen, daar immers socialisme en wet niet samen kunnen gaan. Eigenlijk is het belachelijk, dat men over zoo'n gewoon iets nog papier vermorst, want het socialisme hetwelk de Democraten den menschen willen opdringen, is zoo ver van het socialisme verwijderd, en zoo weinig ermede | |
| |
verwant als de kristelijke leer van Jezus en de kristelijke dito van Brammetje Kuiper, b.g.n. de muilkorfsmid.
Als een staaltje van onderwijs, hetwelk op die Democratische Cursussen gegeven wordt, diene het volgende. Ik sprak kort na de staking van den 31 Januari op een vergadering belegd tegen de muilkorfwet van Bram Gluiper, voor een gehoor dat o.a. ook bestond uit een 10 tal studenten, leerlingen van Dr Gorter, ook al een specialiteit en reiziger in democratie.
Toen ik hen bemerkte, trok ik ook ten velde tegen de lui die niet in de arbeidersbeweging thuis hooren en stellig niet in de vakbeweging, wat dan ook naderhand gebleken is waarheid te zijn. Na afloop der rede, kwamen de heeren naar me toe om mij aan 't verstand te brengen, dat ze ons wel degelijk konden en wilden helpen, waarop ik hun antwoordde, dat wij hun niet noodig hadden, daar mijn kameraads en ik het best alleen en zonder hun hulp klaar zouden spelen. Daarop ontstond een gesprek, waarin ze me wilden overtuigen, dat ze zeer zeker wel verstand van de vakvereenigingen en hun samenstelling hadden.
Dat nu de Democratische leiders elkander steeds op het paard helpen, bleek ook uit het gesprek, daar ze mij o.a. vroegen of ik dan den Alg. Ned. Diam. bewer. Bond, niet voor de best werkende en samengestelde en op socialistisch gebied de meest gewilde vakvereeniging aanschouwde.
Nu daar kwamen ze juist aan het goede adres. Ik die steeds de vrijheid hoog gehouden heb, ook in de vakvereenigingen, zou den gedisciplineer den en den van boven - af geregeerden en op een marionettentheater | |
| |
gelijkenden A.N.D.B. voor den beste houden! Een Henri Polak-legertje, bestaande uit een brutale aanvoerder, goed gesalarieerd, een paar onder-knuppels of politie-dienaren en een hoop gedrilde en betalende ja-en-amen-knikkende lummels! Een schurftig zoodje, dat niet alleen weigert te werken met anders-denkenden, al zijn ze ook veel offervaardiger en zeker degelijker socialist, maar ze achtervolgt en aan den honger prijs geeft.
Niet ontken ik, dat soms een vakvereening krachtige maatregelen moet nemen om staande te blijven en zich zelf groot en sterk te maken door b.v. niet met ongeorganiseerden te werken. Maar de door hen uitgeworpenen waren geen niet-georganiseerden, dat waren juist degene die eene vrije en meer socialistische organisatie verkozen boven de dwangwetten van Polak.
Noem toch zoo iets geen socialisme, mijne heeren, socialisme en uwe vakorganisatie kunnen bijna haast niet samengaan.
Arbeiders, wilt ge werkelijk het socialisme bestudeeren, leert dan het vrije socialisme of anarchisme waardeeren, dan leert ge tenminste inzien, dat er onderscheid bestaat tusschen een kapitalistische Staat en een Kameraadschappelijke samenleving, gebaseerd op wederzijdsche vrijheid, hetgeen u de Democratische theoriën van dokter Gorter c.s. niet leeren. Ik bedank tenminste hartelijk voor een Democratische staat, evenals die lui hem wenschen, levende naar de z.g.n. Soc-Dem. wetten in Holland van Pieter Jelles de eerste. Reeds hebben we in onze maatschappij zooveel wetten, dat hun samenstellers er met al hun amandementen den nek overbreken.
| |
| |
Daarvoor zijn noodig een leger onproductieve menschen. Ministers, kamerleden, rechters, gevangenisbestuurders, cipiers, politiedienaren enz. enz., alleen om de kluisters te maken en te handhaven, terwijl de menschen, de natuurwetten opvolgende veel vrijër en beter konden leven.
Denk daar eens over na, mijne Heeren, en ook gij lezers en lezeressen, opdat ook deze weinige regelen een steentje mogen bijdragen tot de ontwikkeling der menschheid in het algemeen, maar der werkers in het bijzonder.
Natura, mijn moeder, zal geven
Het zekere middel, dat redt.
O, luistert naar haar, ontwaakten:
W.H. Stevens.
Rotterdam Mei: 03.
|
|