| |
| |
| |
Een nieuwe oogst
De Vlaamse strip anno 2009
In 2008 verraste de jury van de Libris Literatuurprijs vriend en vijand, zoals dat heet, met een longlist waarin, naast the usual suspects en een groot aantal weinig bekende auteurs, ook het boek Verder van Antwerpenaar Marc Legendre prijkte. Een stripverhaal had zich tussen de échte literatuur gewurmd. Nog groter was de consternatie toen einde maart 2008 de grafische roman van Legendre ook tot de shortlist bleek te zijn doorgedrongen, en daarmee onder andere Het schervengericht van A.F.Th. naar de reservebank verwees. Daarmee was de jury van de Librisprijs (met Marc Reynebeau als enige Vlaming) toch een stapje te ver gegaan, vond menig al dan niet professioneel literatuurminnaar. Een stripverhaal, godbetert, ook al was het er een van de betere soort, in de running voor de heilige Libris. Marc Legendre won de prijs uiteindelijk niet, de hoogste eer ging naar een verhalenbundel van D. Hooijer. Maar Legendre was op zijn minst de morele winnaar, en met hem het stripverhaal in Vlaanderen.
Moet Legendre daarom als een soort icoon vereerd worden? Is alles wat er in 2008 ten gunste van het stripverhaal is gebeurd direct of indirect aan Legendre te danken? Natuurlijk niet. Toen het nieuws van de Libris bekend werd, had het Vlaams Fonds voor de Letteren al een uitnodiging van het prestigieuze stripfestival van Angoulème op zak, om daar van 29 januari tot 1 februari 2009 de nieuwe Vlaamse strip voor te stellen. En dan was ook al de campagne in de pers bedisseld om via kortingsbonnen de ‘moeilijke’ (en dure) grafische roman een duwtje in de rug te geven.
Het heeft bijzonder lang geduurd voor het Vlaams Fonds voor de Letteren (verder VFL genoemd) de strip serieus wilde nemen, maar in 2008 is deze instelling ontegensprekelijk de motor geweest van de promotie van de Vlaamse strip. Het VFL stelt
| |
| |
louis van dievel
werd geboren in Mechelen in 1953 Is licentiaat vertaler. Werkt op de internetredactie van de Vlaamse openbare televisieomroep. Publiceerde vijf romans, waarvan De Pruimelaarstraat (2006) genomineerd werd voor de Librisprijs 2007 Zijn recentste roman is Een familiegeschiedenis (2008). Schrijft geregeld over strips.
Adres: Korte Heuvelstraat 37. B-2920 Kalmthout
sinds enkele jaren talentrijke striptekenaars letterlijk in staat om hun werk te doen. Dat is prima. Maar toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Want zo lang als het Fonds gedraald heeft om de strip als waardevol te beschouwen, zo snel en zo verkrampt probeert het nu om het medium ‘in te bedden’.
Striptekenaars die een beroep willen doen op financiële steun van het VFL moeten een project voorleggen aan de adviescommissie voor de strips. De commissie wil vooral niet verrast worden. In het reglement voor 2009 staat te lezen wat het VFL als een strip beschouwt: ‘een opeenvolging van getekende of geschilderde beelden waartussen een narratief verband bestaat.’ Is dit niet een erg nauwe, verarmende kijk op het beeldverhaal? Zou het niet beter zijn als de adviescommissie een klimaat zou scheppen waarin op een zekere dag de grote vernieuwer van de Vlaamse strip zou kunnen opstaan en gedijen? Iemand die erin slaagt om de strip letterlijk opnieuw uit te vinden? Maar de adviescommissie is niet avontuurlijk aangelegd. De adviescommissie houdt niet van computertechnieken. Photoshoppen is een scheldwoord. Leve de inktpot.
Ik ben zo vrij te citeren uit het gezaghebbende boek Graphic Novels or Stories to Change your Life dat de Brit Paul Gravett in 2005 schreef over de grafische roman: ‘De grafische roman is geen genre maar een beweging van schrijvers en kunstenaars die alle voordelen en mogelijkheden van de combinatie woord-beeld willen gebruiken. De grafische roman is een autonoom medium dat zich niet in hokjes wil laten opsluiten. De discussie over wat nu de overhand heeft - het woord of het beeld, de roman of de strip - is feitelijk naast de kwestie. De maker wil een verhaal vertellen en gebruikt daar al zijn of haar talenten voor. En het is aan de lezer om uit te maken of dat een verrijking is.’
| |
| |
Luc Cromheecke, tekening uit: Luc Cromheecke & Laurent Letzer, Ben de boswachter, Bries, 2006.
En laat dat nu net de filosofie zijn achter het werk van Marc Legendre; de gedachten zijn vrij en de technieken ook. Hij exploreerde die vrijheid voor het eerst met Finisterre (2005), paste haar consequent toe op het ongemakkelijke en toch bejubelde Verder, en overschrijdt opnieuw grenzen bij het ‘maken’ van Wachten op een eiland, de werktitel van zijn derde grafische roman in wording. De jury van de Librisprijs beloonde met Verder niet alleen een grafische roman maar ook de filosofie erachter. Het VFL denkt liever in hokjes.
‘Stripauteurs in een keurslijf dwingen of een bepaalde richting uitsturen door middel van definities en regeltjes lijkt mij niet de goede manier om de creativiteit en het enthousiasme van de stripauteurs in Vlaanderen te stimuleren,’ zegt Marc Legendre, ‘het resultaat is geen kopgroep maar een peloton. En dat is jammer want er zit in Vlaanderen meer dan één groot talent dat de kans zou moeten krijgen om uit te breken.’
‘Legendre loopt naast zijn schoenen,’ hoor ik dan weer van een insider. ‘Is hij soms vergeten dat hij nog maar een paar jaar geleden Biebel tekende en scenario's schreef voor Sam?’
| |
| |
Jeroen Janssen, tekening uit: id., Muzungu. Sluipend gif, Wonderland productions, 1997.
| |
Aanstormend talend
Hoe dan ook, dat er in Vlaanderen jong striptalent in overvloed is, staat buiten kijf. Alleen is dat talent niet echt zichtbaar. Het is een oud zeer. De kanalen uit de vorige eeuw - voorpublicatie in kranten of in stripbladen - zijn voor een jonge tekenaar al lang niet meer toegankelijk. De plaatsjes in pakweg Het Laatste Nieuws of de Gazet van Antwerpen of De Standaard zijn schaars, zijn duur en worden als een fort verdedigd. Dat heeft zware consequenties voor de evolutie van het stripwerk dat in de nieuwe eeuw wordt getekend. Het klassieke avonturenverhaal is een stille dood aan het sterven. Wat nog aan bod komt is het korte verhaal, de stopcomic, de cartoon. Die zijn nog welkom in de tijdschriftenmarkt. En wie zelfs daar niet aan bod komt, etaleert zichzelf op zijn of haar eigen website.
Tussen dat nieuwe, aanstormende talent lopen enkele auteurs rond die al een zekere naam hebben gemaakt. Kim (Duchateau) won in 2007 de Bronzen Adhemar, de officiële Vlaamse stripprijs. Hij tekent de ‘vrouw met ballen’-strip Esther Verkest in P-Magazine, het sukkeltje Aldegonneke in De Stripgids en een dagelijkse cartoon in De Morgen. Hij kan er van leven. Pieter De Poortere maakt tekstloze strips die universele tristesse uitstralen: Boerke en Hoerke. Hij heeft zijn weg naar het buitenland al gevonden. Judith Vanistendael maakte met het autobiografische De maagd en de neger een
| |
| |
opvallend debuut. Maar haar tekeningen bij het twintigjarige bestaan van het orkest Anima Eterna die ik op de editie 2008 van Strip Turnhout zag, vind ik nog veel opmerkelijker. Ilah heeft haar Cordelia, die gecast lijkt te zijn voor de lezers van De Morgen, en de ‘vrouwenbladentegenpool’ daarvan, Mira. Olivier Schrauwen maakte furore met My Boy, een jongetje in een vestzak. Er was een nieuwe Winsor McCay (de tekenaar van Little Nemo) opgestaan. Serge Baeken, die de geestelijke en ook de echte broer is van performer Vitalski, is misschien meer graficus dan striptekenaar, maar zijn werk grijpt je hoe dan ook naar de keel. Hij lijkt soms de bastaardzoon van het Argentijnse duo Muñoz & Sampayo, dat in de jaren zeventig ophef maakte. Neem de No Stories ter hand en u zult begrijpen waarom. Conz (of Constantijn Van Cauwenberge) won de eerste debuutprijs van de stad Turnhout. Van De tweede kus zijn inmiddels drie delen verschenen. Ik vind Conz een begenadigd verteller maar als tekenaar blijft hij wat hangen. Zijn wat ruwe tekenstijl is aan een upgrade toe. Randall C. (of Randall Casaer) is geen jonkie meer. Ooit stond hij op de planken als de helft van een cabaretduo met Wim Helsen. Nu tekent hij sprookjesachtige, dromerige vertellingen. Slaapkoppen is prachtig. Brecht Evens won enkele jaren geleden met het tekstloze en bijzonder grappige Boodschap uit de ruimte de debuutprijs van het Vlaamse Onafhankelijke Stripgilde, wat hem een heus album bij uitgeverij Van Halewijck opleverde. Eind 2007 bevestigde hij zijn grote talent met Nachtdieren. Stedho of Steven Dhont maakte de allereerste Vlaamse science-fictionstrip met humor (Ooievarken) en is misschien wel de meest veelzijdige van het hele gezelschap. Hij kan kinderen bang maken en kinderen
boeien. Bijvoorbeeld in De Kriegels, de stripversie van Marc De Bels jeugdboeken. Ik reken Philippe Paquet nog net tot de min of meer bekende namen. Hij hanteert een intrigerende, Tardi-achtige stijl en dat is geen gering compliment.
| |
Jonge en oudere leeuwen
Simon Spruyt is de nieuwe ster aan het firmament. Hij won met glans de stripwedstrijd van Focus Knack en mag zich een jaar lang in het blad uitleven. Een opdracht die hij met veel cynische humor, zelfrelativering en veelzijdigheid ter harte neemt. Zijn langere stripverhaal, De Furox, is een mengeling van fantasy en geschiedenis en gaat over de zoektocht van professor Speilspass naar het enige resterende exemplaar van de draak Furox. Reinhart Croon kreeg bij dezelfde Focus Knack-wedstrijd de prijs van het publiek voor zijn De familie Hunker, getekend in ware Expo 58-stijl. Maarten Vande Wiele tekent voor Flair. Hij maakt vrolijk stemmende sixties-tekeningen in lollypopkleuren. Een geestverwant is zeker Jeroen Janssen. Ook hij gebruikt veel pastelkleuren, ook hij heeft die retrostijl. Wat Janssen nu maakt, betekent een radicale breuk met zijn vroege werk. In 1998 won hij de prijs van de Haarlemse Stripdagen met Muzungu/ Sluipend Gif, een strip over de Rwandese genocide. Gerolf Van de Perre
| |
| |
schildert beeldverhalen. Een langdurig verblijf in China inspireerde hem tot Steenstof en Thuishulp: trage, ontoegankelijke maar fascinerende beeldverhalen. Stijn Gesquière studeerde af in stripkunde aan Sint-Lukas in Brussel en doceert nu stripkunde aan de Gentse Academie voor Beeldende Kunsten. Zijn werk is de perfecte symbiose van Joost Swarte en Ever Meulen. Kristof Spaey is van dit gezelschap ‘onbekenden’ de meest realistische tekenaar. Zijn stripverhalen (Hoop, Façade, Bloeddorst, BruXXXel, Pulp Deluxe) passen nog het best in de traditie van de klassieke Vlaamse avonturenstrip, maar dan in een eenentwintigste-eeuwse versie.
Uiteraard is dit maar een selectie, en dan nog een heel persoonlijke. Wie een andere keuze wil zien, vindt zijn gading in de intussen twee delen van Hic Sunt Leones, die ook een staalkaart bieden van het striplandschap in Vlaanderen (uitgeverij Bries). Of in de twee stripbladen die Vlaanderen toch nog altijd rijk is: de uit zijn as verrezen Stripgids op papier, en het digitale Stripelmagazine.be. Of bij Mekanik Strip, de Antwerpse stripzaak die onvermoeibaar en onverdroten aan de weg timmert met tentoonstellingen en workshops.
Vanaf welke leeftijd is men geen ‘jong talent’ meer? Laten we de grens op veertig leggen. Want Nix (of Marnix Verduyn) moet ongeveer van die leeftijd zijn en kan moeilijk nog tot het jonge grut gerekend worden. Maar ik zou het hoofdstuk ‘oud maar nog lang niet verstard’ willen aanvatten met een anekdote waarin alweer Marc Legendre een hoofdrol speelt. Begin 2008 werd deze vijftiger door het VFL uitgenodigd om deel te nemen aan het project-Angoulème. Wie anders dan Legendre belichaamt in Vlaanderen beter het genre van de grafische roman? Her en der in het kleine wereldje klonk gemopper. Waarom die wél en die niet? Hoe gaat dat bij zo'n belangrijk project? Nu vond Marc Legendre zelf eigenlijk ook wel dat hij niet paste in dat gezelschap van ‘jonge leeuwen en leeuwinnen’. Hij bedankte voor de eer en suggereerde het Fonds om in zijn plaats een jongmens met potentieel te sturen. Het VFL verving Legendre door Luc Cromheecke, die precies vijf jaar jonger is.
Cromheecke ging dus naar Angoulème en deed dat niet voor het eerst. Hij stond al eens op de shortlist van de stripprijzen die daar uitgereikt worden met Tom Carbon. Hij is de schepper van Taco Zip, van Roboboy, van Ben de boswachter. Nu heeft hij een nieuw figuurtje, Plunk, een geniale en absurde pastiche op de striptekenaar in het algemeen en de wanhopig naar succes en rijkdom strevende in het bijzonder. Luc Cromheecke timmert al jaren onverstoord aan de weg. Hij gaat zijn eigen gang, ook commercieel. Ik vind hem een van de meest onderschatte striptekenaars in Vlaanderen. Maar hij zeurt daar niet over.
| |
| |
| |
FC De Kampioenen
Dat kan niet altijd van Marvano gezegd worden. Maar in feite heeft hij gelijk. Hij is in het verkeerde land geboren. In Frankrijk of in de Verenigde Staten zou hij al lang een beroemdheid zijn geweest. De eeuwige oorlog is een science-fictionklassieker. Het veeldelige Dallas Barr is ook een graphic novel. De trilogie Berlijn, waarvan half 2008 het derde en laatste deel verscheen (Twee koningskinderen) is een meesterwerk. Marvano is een eenling, en dat helpt niet echt om rijk en succesvol te worden.
Nix is niet alleen de baby onder de ouderen, hij is in zijn hoofd echt een kind gebleven. Een balsturig, koppig, eigenwijs, recalcitrant en ongemeen grappig kind, zoals zijn Kinky & Cosy, de twee etterbakjes die nu ook op de televisie een leven zijn gaan leiden in het programma Volt op de VRT. Ook hij was al in Angoulème. Hij begon met cartoons en stopcomics bij De Morgen (Ief de Chief!), Het Nieuwsblad en het Algemeen Dagblad. En hij is intussen (samen met Johan De Moor) gastdocent aan Sint-Lukas Brussel.
Erik Meynen is ook al lang bezig. Hij werkte samen met Pjotr, Kamagurka (in het blad Lava), Herman Brusselmans en Dirk Stallaert. In de jaren negentig maakte hij twee stripverhalen over Jean-Pierre Van Rossem. Vanaf 1990 tekende hij politieke cartoons voor Panorama (nu voor P-Magazine). Maar het toppunt van zijn kunnen bereikte hij met zijn dagelijkse politieke stopcomic in Het Laatste Nieuws. Tot eenieders verbazing ging Meynen in 2002 voor Studio Vandersteen werken. Niet als scenarist, bezweert hijzelf, maar als ‘klankbord’. Achter zijn rug houdt hij een ambitieus plan verborgen: een heuse grafische roman, die hij samen met Dirk Stallaert wil maken.
Jan Bosschaert sluit de rij. Ook hij is een vijftiger en ook hij is al heel lang bezig. Nu eens is Bosschaert meer illustrator dan striptekenaar, dan weer is het andersom. Hij is beroemd om de mooie, naakte vrouwen die hij kan tekenen. Maar hij ruilt die zachte erotiek even makkelijk in voor een ‘hard’ stripverhaal als Dog Mengo. Met Legendre (alweer) nam hij in 2007 de draad van de avonturenreeks Sam weer op. Met Urbanus maakt hij De geverniste Vernepelingskes. Een echte internationale doorbraak bleef vooralsnog echter uit. Maar Bosschaert heeft (naast Cromheecke) de allermooiste website. Want dat hebben al die striptekenaars tegenwoordig: een eigen website, die ze consciëntieus up-to-date houden. Het is hun uitstalraam, hun visitekaartje, veel meer dan de ouderwetse map met tekeningen waarmee ze in de vorige eeuw van uitgever naar afwijzing moesten zeulen.
Dit overzicht van de Vlaamse stripwereld mag niet verhelen dat slechts een kleine minderheid van de tekenaars van zijn talent zijn beroep kan maken. Het gros van de strips wordt aan de kassa van de supermarkt gekocht, en veel, veel minder in de stripspeciaalzaak of in de boekhandel. Aan de kassa van de modale supermarkt vind je niet de albums van Stedho of van Olivier Schrauwen. Daar liggen alleen albums van FC De Kampioenen.
| |
| |
Steven Dhondt (Stedho), tekening uit: Marc De Bel, Ivan Adriaenssens, Steven Dhondt, De Kriegels. De roep van de duivel, Standaard Uitgeverij, 2007.
Vlaams Fonds voor de Letteren, Generaal van Merlenstraat 30, B-2600 Berchem, tel. +32 (0)3 270 31 61, fax +32 (0)3 270 31 60, info@vfl.be, www.vfl.be.
| |
Striptekenaars met een eigen website:
Serge Baeken: www.sergeontherocks.com |
Jan Bosschaert: www janbosschaert.be |
Randall C. (Casaer) www randall.be |
Conz: users.telenet.be/veroniquevandekerckhof/ |
Reinhart Croon: www.reinhart.be |
Luc Cromheecke homepage.mac.com/luccromheecke/home.html |
Kim Duchateau www.kimkrampen be |
Brecht Evens: users skynet be/brechtevens/ |
Ilah: www.ilahcordelia.com |
Jeroen Janssen www bakame.be |
Marc Legendre: www marclegendre com |
Nix (Marnix Verduyn): www nix be |
Philippe Paquet: www.philippepaquet.com |
Judith Vanistendael: www judithvanistendael be |
Kristof Spaey: users telenet.be/kristofspaey/ |
Stedho (Steven Dhondt): stedho blogspot.com |
Maarten Vande Wiele www comichouse.nl/ne/illustration/2d/wiele/ |
|
|