om zelf met een weekblad te beginnen. Gedreven door een onverwoestbaar geloof in de sociale en culturele ontvoogding van zijn volksgenoten, vindt Cools dat de Vlamingen in Detroit recht hebben op een eigen publicatie. Zo verschijnt op 13 augustus 1914 de eerste Gazette van Detroit.
Dat bleek een goed moment want de Duitse troepen zijn negen dagen eerder België binnengevallen en in Amerika en Canada kijken de Vlaamse immigranten reikhalzend uit naar nieuws van het vroegere thuisfront. De Gazette beantwoordt aan die behoefte en krijgt zo meteen een aanzienlijk aantal lezers. Naast oorlogsnieuws, zijn er ook sportberichten te lezen van Belgische atleten, weetjes over de activiteiten van de Vlaamse verenigingen in Noord-Amerika en de Belgische kerk in Detroit, en een Vlaamse feuilletonreeks. Door de sterke West-Vlaamse aanwezigheid in Michigan en Ontario draagt het blad al van bij het begin heel nadrukkelijk een West-Vlaams stempel.
Camille Cools schrijft als hoofdredacteur in het begin bijna alle artikelen zelf, maar doet al in het eerste nummer een oproep aan alle Belgen van Detroit en omstreken om nieuws te bezorgen. De krant houdt er al vlug een twintigtal correspondenten op na in Vlaanderen, Amerika en Canada. Cools wil de Vlaamse inwijkelingen via zijn Gazette de kans geven hun band met het moederland en met de Nederlandse taal en cultuur te behouden. Bovendien blijkt het blad een ideaal instrument om de contacten tussen de Vlaamse inwijkelingen onderling te verstevigen. Bij dit alles is volgens stichter Cools het ultieme doel van de Gazette ‘de verdediging van het volk, de Belgische arbeider tegen het kapitaal.’ Daarom voorziet hij het blad van de ondertitel: Het Licht voor het Volk.
Na de dood van Cools op 29 september 1916 blijft de populariteit van de
Gazette groeien, met als hoogtepunt 8.000 abonnees in de jaren '30 en '40. In 1940 slorpt de
Gazette van Detroit zelfs de
Gazette van Moline op en krijgt het weekblad als nieuwe ondertitel
The Only Belgian Newspaper In America. Na de Tweede Wereldoorlog breekt een donkere periode aan.
Het blad is nooit winstgevend, zodat het vaak meer overeind blijft door het idealisme van de uitgevers en redacteuren dan door de inkomsten uit advertenties. Zo kampt de
Gazette in de jaren zeventig met financiële problemen en dalende lezersaantallen. De abonnees slinken van 4.000 in 1967 tot 2.000 in 1979. Almaar minder nakomelingen van Vlaamse inwijkelingen kennen Nederlands en kunnen dus de
Gazette lezen, en als het blad al gelezen wordt, dan gebeurt het dat één exemplaar door heel het dorp wordt gelezen. Na het overlijden van de uitgevers - zonder geïnteresseerde opvolgers - hangt het voortbestaan van de
Gazette voor het eerst aan een zijden draadje. De hoofdredactrice gaat met pensioen, zodat op 2 augustus 1974 het laatste nummer verschijnt.
Voorlopig toch, want er komt redding van de uitgeweken West-Vlaamse industrieel René de Serrano. Hij stelt voor om alle aandelen van de Gazette van Detroit aan een vzw te schenken en met enkele prominente Vlaamse Amerikanen een beginkapitaal samen te brengen. Met dat geld wordt de Gazette weer opgestart en rolt het weekblad na enkele maanden onderbreking op 18 oktober 1974 opnieuw van de persen. Met een kersverse hoofdredacteur én een opvallende koerswijziging. Voortaan staan er in de Gazette naast Nederlandse ook Engelse artikelen. Zo hopen de uitgevers ook een flink aantal van de ongeveer 750.000 nakomelingen van uitgeweken Vlamingen die geen Nederlands meer kennen als lezer te lokken. Om gezond te worden vraagt de Gazette ook hulp uit het verre Vlaanderen, in de vorm van subsidies van één of ander ministerie. Maar die komen er niet. In 1979, krijgt de Gazette onverwachts financiële steun én een