‘De kruistochten’. Komedie spelen volgens Ivo van Hove
Sinds februari 2003 signaleert en onderzoekt Pieter Bots in ieder nummer van het theatermaandblad TM actuele trends, vondsten en clichés in het Nederlandse theater. Zijn rubriek Déjà Vu is een bron van herkenning en vermaak voor de regelmatige theaterbezoeker. Zo ging het in de eerste aflevering, die van februari 2003, over de neiging van regisseurs complete keukenblokken op het podium te installeren, in de tweede om weliswaar meubilair neer te zetten maar dat niet of nauwelijks te gebruiken, in de vierde over de gewoonte het toneeldoek weg te laten en het kale toneelhuis als decor te laten fungeren, in de vijfde over voorstellingen die vanwege hun lengte minimaal twee pauzes nodig hebben, en in de zesde aflevering over het veelvuldig gebruik van digitaal projectiemateriaal.
Hoe modieus, kun je je afvragen, moet een productie zijn waarin al die elementen samenkomen? Hoe trendgevoelig een regisseur die bereid is zoiets te laten ontstaan? Het lijkt onwaarschijnlijk, maar zo'n productie en zo'n regisseur
zijn er: de voorstelling wordt gespeeld door Toneelgroep Amsterdam, heeft als titel
De kruistochten en artistiek leider Ivo van Hove doet de regie. In het kader van het Holland Festival ging
De kruistochten (The Norman Conquests) in première op 22 juni 2004 in de Stadsschouwburg in Amsterdam. In december van 2004 is er een tournee in Nederland en Vlaanderen en in februari 2005 staan de laatste zes speeldata gepland in Amsterdam. Het stuk is een circa vijf uur durend blijspel in drie delen, in 1973 voltooid door Alan Ayckbourn, de befaamde Britse toneelschrijver - van wie in het vrije circuit dit seizoen ook de komediekraker
Slippers (Relatively Speaking) te zien is, in een regie van Eric Schneider. De
soap-achtige inhoud van
De kruistochten behelst een min of meer onbedoelde familiereünie van een
Fred Goessens, Karina Smulders en Hans Kesting in ‘De kruistochten’ - Foto jasper Zwartjes.
broer, twee zussen en hun partners in een tumultueus weekend waarin onderhuidse gevoelens en onuitgesproken gedachten stukje bij beetje aan de oppervlakte komen.
Ivo van Hove die een blijspel ensceneert: het idee is even wennen, maar wekt natuurlijk ook verwachtingen. Het toneelbeeld geeft al direct aan dat de regie niet heeft gekozen voor de achterwand-met-deuren en de voorspelbare attributen waarmee het blijspel doorgaans wordt geassocieerd. Blinde muren, kabels, flightcases en brandslangen worden niet aan het oog onttrokken, er is een cameraprojectie van een bos bloemen, links op het podium staat een onmogelijk nader te beschrijven uitklapbare megakeuken, waarbovenop een slome kat onaangedaan ligt te suffen - misschien een volgende trend voor Pieter Bots: levende dieren op het toneel. Als er gegeten of gedronken moet worden, en dat moet nogal eens, dan niet - wat je toch zou verwachten - van een tafel.