familiale achtergrond van zijn vriend. De onprofessionele rechercheur ontdekt het Brabantse leven aan de zelfkant, maar vangt bij alle familieleden bot. Philip lijkt voorgoed een schaduwfiguur te zijn geworden, iemand die existeert in het schemergebied tussen de levenden en de doden. Als De Vilder aan Moura heeft opgebiecht waar hij zich zo lang zo gepassioneerd mee heeft beziggehouden, krijgt hij toch nog onverwacht een aanwijzing waar hij een levende Van Heemskerk kan vinden. Hij reist naar Chicago en treft in de omgeving van de miljoenenstad de geïsoleerd levende Philip aan. ‘Ik heb hem gezien. Hij is nog altijd deel van onze wereld. De beer is boos, de beurs keldert, maar Philip van Heemskerk is niet dood, hij leeft. Hij is onder ons.’ (p. 553)
Casino biedt veel meer dan deze geresumeerde verhaallijn van een even diepzinnige als spannende en hilarische roman. Marja Brouwers onderbreekt veelvuldig de voorvallen en scènes in dit uit drie delen bestaande boek. Ze last verhandelingen of korte essays in over de zeven hoofdzonden, de aard van de erotiek, de corrumperende uitwerking die de jaren zestig op een hele generatie heeft gehad en meer van dergelijke filosofisch getinte of cultuurhistorische overdenkingen die worden verteld door een alwetende superieur klinkende commentaarstem. Aanvankelijk irriteren deze schijnbaar opzichtige uitingen van vertoon van kennis, maar alras blijkt hoe geraffineerd Brouwers ze in het eigenlijke verhaal van haar roman heeft verweven. Zoals ze in
De lichtjager de Weinreb-affaire kort en helder samenvatte, creëert ze in
Casino een theoretisch vademecum, waardoor haar visie nog bijtender uitkomt.
Casino is een roman met een meedogenloze visie. Hij portretteert een verworden wereld waarin haast het parool lijkt, de zucht naar materieel gewin van mensen wolven maakt en iedereen alleen voor zichzelf leeft. Een wereld van auto's, computers, huizen, bezittingen, maar een lege wereld, bevolkt door hedonistische types die in de spiegel hun grootste en meest dierbare geliefde zien. De titel is goed gekozen, want duidt de
locatie aan waar even gemakkelijk geld gewonnen als verloren kan worden, maar is ook het Italiaanse woord voor chaos, zoals één van de hoofdpersonen opmerkt. Van die verblindende, contemporaine chaos is
Casino de superieure verbeelding.
Dat Brouwers' roman ondanks de theoretische intermezzo's niet loodzwaar is geworden, komt doordat de schrijfster die afwisselt met tal van aanstekelijke scènes. Zo beschrijft ze ronduit geestig de perikelen die een huiseigenaar vandaag de dag moet verdragen als een onwillige of zelfs hysterische huurder het op haar heupen krijgt. Misschien is Casino wel zo goed omdat Marja Brouwers zich aan geen enkele romanwet lijkt te houden. Ze heeft een boek geschreven precies zoals ze dat wilde: overladen, overdonderend met intervallen en uitweidingen, maar verbonden door een blik op en een inzicht in de menselijke natuur, die zo nu en dan de adem afsnijdt. Zoals in haar vorige romans spelen haar personages geen rol in een zelfbedacht universum, maar krijgen zij contouren tegen het decor van de cultuur waarvan zij deel uitmaken. De handelingen van de volstrekte loners in het werk van Marja Brouwers zijn reflecties van de geest. Haar romans zijn niet de zoveelste voorbeelden van vernuftige psychologische ontrafelingen, maar krachtig geformuleerde queestes naar een moraal in een moraalloon lijkende wereld. ‘Geef het op.(...) Dans en zing. Vier het leven. Drijf de ploeg over de dodenakkers. Straks is het te laat en krijg je spijt van al je ijver.’ (p. 552).
Casino is door inzet, aanpak en uitwerking wat mij betreft in ons taalgebied onvergelijkbaar, het heeft de allure en bijtende kracht die