Zijn belangrijkste drijfveer lijkt de verwondering te zijn, verwondering over de diepte van de oppervlakte van ook maar de allergewoonste, maar daardoor verbazingwekkende werkelijkheid. Met de ironische distantie van de toeschouwer komt het waargenomene dan in de woorden, zinsbouw en geleding van het gedicht terecht, waar het eenzelfde verbazing bij de lezer kan wekken. Een simpel voorbeeld:
Een koopje, het rotspartijtje
De wereldgeschiedenis wordt hier met vier verkleinwoorden teruggebracht tot een ornament in de achtertuin. Dit gedicht laat ook zien hoe geestig Stitou met historische en actuele gegevens omspringt, nooit belerend of fanatiek.
De techniek van de readymade is natuurlijk een beproefde methode om zoveel mogelijk (vervreemdende) realiteit binnen het gedicht te krijgen. In het gedicht ‘Moedertaal’, dat eerder ‘Een readymade’ heette, neemt hij de Arabische klanken op waarmee zijn moeder in Marokko de ooien, geiten, de koe, de poes en de hond toesprak:
(Ooien, ooien komen jullie?)
(Geiten, geiten komen jullie?)
In deze tekst worden twee taalgebieden gecombineerd, maar tegelijkertijd op een zowel dramatische als humoristische manier volstrekt van elkaar vervreemd.
‘Anekdoten, openbaringen’ heet een ander gedicht, en in die titel ligt een poëzieopvatting besloten: het gewone, het banale moet zodanig gepresenteerd worden dat het een openbaringskarakter krijgt, iets van een epifanie. Ergens heeft Stitou het, enigszins op de wijze van Hans Faverey, over ‘Het onderliggende het zich tonende’ en ook die formulering is in verband te brengen met de behoefte de tegenstelling tussen het oppervlakkige en het diepzinnige op te heffen.
Een van de meest opmerkelijke passages in Varkensroze ansichten staat in het slotgedicht, ‘Affirmaties’. Het is een reactie van de zoon op de religieuze instelling en gebruiken van de vader:
het verborgene is het verborgene niet vader
het is de schittering over dieren mensen dingen
dus waarom knielend bidden
wanneer ikzelf het gebed ben?
En even later provoceert de dichter zelfs met de bekende, christelijke wijsheid uit de Bergrede:
vaarwel dwaalleraren van weleer ik kweek een buik
waarop ik morgen tatoeëer een korinthiërs dertien
uitnemendheid der liefde vers vier vijf zes en zeven
Stitou schrijft een bijzonder gevarieerd soort poëzie. Het eerste gedicht van de bundel, ‘Het zingen vergaat je’, is een reeksje van vier gedichten. Ze spelen zich af op het terras van een