Flip Kowlier (o 1972) - Foto Alex Vanhee.
en bovendien mag Vlaanderens vocaliste nummer één, Geike Arnaert van Hooverphonic, zomaar als achtergrondkoortje fungeren. Izegems of niet, je valt ervoor. Maar het wordt inderdaad nog leuker als je na vele beluisteringen toch wat van de tekst weet mee te pikken. Het simpele countrywijsje dekt helemaal de inhoudelijke lading. Ondanks het weinig passionele begin, blijkt de ik uit dit liedje toch een gelukkige vriend, blij met zijn vriendin en blij met zijn beestje in zijn hoofd dat fel lijkt op vlinders in de buik. Hij is niet uitbundig blij maar de innerlijke vreugde straalt van hem af. Kowlier zegt dat zoveel mooier:
pulp verpakt in dier papier
Je ziet hem innerlijk lachen op een poster in een chique tijdschrift. ‘Glossy magazine’ noemen we dat in keurig Nederlands. ‘Een boekje dat pulp verkoopt op duur papier’ is niet alleen beeldrijker maar zal ook wel pijnlijk veel dichter bij de werkelijkheid staan.
Nog wat grasduinen in beginregels:
Die kirel dai hie bie woart
'k Zag je op café, die gozer waar je bij was leek me best.
goan vandog een us gon kuopen
't is tjinne dazzo hjil under leven van druom
Angelo en Angelique gaan vandaag een huis kopen, daar dromen ze al hun hele leven van.
gisteren i min zuster voe den jiste kji sinds uoit
eurne vrijer meegebrocht noa toezen tus
vader was wa lastig en oes moeder was nerveus
Gisteren bracht mijn zus voor 't eerst haar vriend mee naar huis, pa was wat kregelig en ma was zenuwachtig.
Vintje toch wie it er ier neffest depot gepist
Joengne toch dien it wel echt zin beste gedoan
Man, wie heeft hier naast de pot geplast, sjonge die heeft aardig zijn best gedaan.
Ip 't platteland doa kwjikken z'oe goed ip
Waarom ben ik zo dik en ben jij sprokkelmager, op het platteland word je goed vetgemest.
En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Twee dingen worden duidelijk: Flip Kowlier zingt over uiterst gewone, alledaagse onderwerpen. Hij doet geen poging om dat banale te verheffen tot poëzie. We zien Kowlier niet zo snel de Jan Campertprijs binnenhalen en wie hem ‘de West-Vlaamse Dylan’ noemt, doet Bob tekstueel erg veel onrecht aan. En toch is Flip Kowlier geen ondermaatse smartlaptekstenworstenvuller die zijn onkunde verdoezelt door zich te verbergen achter dat onverstaanbare Izegems. Want haast in elk liedje zit ook wel een oneliner waar veel hedendaagse stand-up comedians niet van terug hebben. Alweer een bloemlezinkje:
Nu dak unne nummer goe vanbuiten kenne
Zin der hun redens mi voer u te beln