Ons Erfdeel. Jaargang 47
(2004)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdMet dromen inbreken in de werkelijkheid. Kunst van Berend StrikHoe kwam Berend Strik (Nijmegen, 1960) er toch toe om te gaan borduren? Dat was de techniek waarmee hij in de jaren negentig in de kijker kwam. En die werd hem tijdens zijn opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam, van 1985 tot 1988, bepaald niet bijgebracht. Het lijkt erop dat hij zich door het kiezen hiervan tegen de traditionele schilder- en beeldhouwkunst wilde afzetten. Beide takken van beeldende kunst hadden immers een ontwikkeling van eeuwen doorgemaakt. De borduurkunst daarentegen was in de middeleeuwse kastelen beoefend in de kemenaden, de vertrekken voor de dames, en in de negentiende en twintigste eeuw als huisvlijt door de dames van de gegoede burgerij. Voor een mannelijke kunstenaar, zo dacht Berend Strik, was deze onbelast. Bovendien zocht hij naar een techniek die geen handschrift liet zien. Een van Striks grootvaders was Hongaar. Toen hij zijn eerste borduurwerken liet uitvoeren in Hongarije, zocht hij aansluiting bij de vitale volkskunst. Voor het realisme koos hij omdat hij deel wilde hebben aan zijn eigen tijd. En net als sommige realistisch werkende generatiegenoten maakte hij gebruik van het citaat. Zo nam hij jan van Eyck in zijn dienst en schiep hij figuren die ontleend lijken aan de prenten van jeugdboekillustratoren als Rie Cramer of Arthur Rackham. Begin 2004 zaten in Striks atelier in Amsterdam twee medewerksters voorovergebogen over grote spieramen om de werken te voltooien die nog diezelfde maand geëxposeerd zouden worden op twee tentoonstellingen.Ga naar eind(1) Tijdens de laatste dag van zijn directoraat kocht Rudi Fuchs drie borduurwerken voorBerend Strik & Hans van Houwelingen, ‘De schepping’, ontwerp voor een glasraam voor Paradiso, 200 × 65 cm.
de collectie van het Stedelijk Museum in Amsterdam. In Tilburg weeft uitvoerder Stef Micro naar de gescande ontwerpen van Berend Strik een ensemble van portretten; oplage voor de verkoop: vijftig stuks. Goed voor de medewerkers, goed voor de economie, deze technieken van Berend Strik. | |
De schepping in ParadisoIn Amsterdam bevindt zich in de buurt van het Rijksmuseum het bekende Paradiso, waar popconcerten en lezingen gegeven worden en discussies gehouden. Omdat Paradiso een kerk is geweestGa naar eind(2), zijn er hoge ramen. Die wilde de | |
[pagina 264]
| |
Stichting Paradiso nieuw laten beglazen. De iconografie daar van moest eigentijds zijn én van blijvend belang. De op dracht werd in 1995 toever trouwd aan de kunstenaars Berend Strik en Hans van Houwelingen; de laatste had naam gemaakt met opdrach ten in de openbare ruimte. Er zouden twaalf ramen beglaasd worden van 200 ½ 65 cm. Het algemene deel van de opdracht leverde geen moei lijkheden op: ‘De liefde’, ‘Het huwelijk’, ‘De moeder’, ‘De schepping’, ‘De dood’ zijn onderwerpen die voldoende ruimte laten voor interpretatie. Bij de uitwerking, die eigentijds moest zijn, ontstonden er problemen. Het eigentijdse huwelijk is het homohuwelijk, zo vonden de twee kunstenaars. Een realistische, maar klassieke, ingehouden uitwerking stuitte toch nog op tegenstand. Maar ‘Het huwelijk’ kwam er. Voor de realisering van ‘De moeder’ zocht het duo lang naar een hoogzwangere carrièrevrouw. Nu vult ze het raam als een Heilige Maria in moderne positiekleding. ‘De moeder’ bleek uiteindelijk even klassiek als ‘Het huwelijk’. Een bijzonder raam is ‘De schepping’. (afb. 1) Hiervoor kozen de twee kunstenaars de moderne schepping van het gekloonde leven. In 1996 werd na veel mislukkingen in het Roslin Instituut voor Biotechnologie in Edinburgh het schaap Dolly gekloond uit de uiercellen van haar moeder. Daarmee werd ze haar genetische evenbeeld, een wetenschappelijke prestatie van wereldfaam.Ga naar eind(3) Berend Strik en Hans van Houwelingen verpersoonlijkten het team biochemici in een in zijn microscoop turende wetenschapper. Het schaap Dolly doet door zijn stand denken aan het Lam Gods op het veelluik van die naam uit 1432 van Jan van Eyck in de Sint-Baafskathedraal in Gent. In ‘De schepping’ staat Dolly in spiegelbeeldstand ten opzichte van het Lam Gods. Dankzij haar aura en haar lichtende kleur krijgt ook Dolly een religieuze dimensie. Het formaat en de stevige poten vergroten haar waarachtigheid. Berend Strik, ‘The House of Hearts’, geborduurde foto op geweven stof van de tweeling die lijdt aan het Gilles de la Tourette-syndroom, 50 ½ 50 cm, 2002.
De beglazing van Paradiso verloopt traag. Eerst moeten de kunstenaars over alle details eenstemmigheid bereiken. Daarna komt de discussie met de opdrachtgever. Ten slotte wordt het ontwerp fotografisch gebrandschilderd, waarbij een zwart-witopname wordt omgezet in een fijnkorrelige kleurenfilm die wordt gezeefdrukt. De verantwoordelijkheid voor dit hele procédé droeg Glasbewerkingsbedrijf Brabant in Tilburg. | |
The House of HeartsIn Atlanta, Georgia, woonde tot voor enkele jaren de eeneiïge tweeling Claudia en Carla Huntey, die nu eenenveertig jaar is, samen met hun moeder. Zoals alle eeneiïge tweelingen zijn Carla en Claudia bijzonder aan elkaar gehecht. Helaas hebben ze allebei niet alleen een leerachterstand maar ook het syndroom van Gilles de la Tourette in een vrij ernstige vorm: ze maken gebaren die ze niet zouden willen maken en zeggen en roepen wat ze niet zouden willen zeggen. Huizen met een gemiddelde degelijkheid waren niet tegen hun energie bestand en de buren niet tegen de overlast. Telkens weer gedwongen verhuizen ging tot het vaste patroon behoren. Bovendien vormde excessief gedrag van de een een uitnodiging voor de ander. De psychiater die hen begeleidde, Jorg Huncos, | |
[pagina 265]
| |
adviseerde de ruim zeventigjarige moeder apart te gaan wonen en haar adres voor de tweeling geheim te houden. Ook Claudia en Carla gingen in verschillende steden wonen. Om hen beter te leren kennen woonde Berend Strik in Atlanta drie weken naast de zussen toen ze nog samen waren. Hij had zich voorgenomen om met een architectenbureau, in dit geval One Architecture in Amsterdam, een huis voor hen te ontwerpen waarin ze samen zouden kunnen wonen maar toch apart. Dat zou het altijd nog niet gerealiseerde ‘House of Hearts’ worden. Het ontwerp gaat uit van de opbouw van twee menselijke harten en is organisch van vorm. Wie het huis nadert, wordt verwelkomd door de welvende vorm van de entree. Carla en Claudia hebben ieder een eigen huis, verbonden door een centraal gedeelte, een ‘punchbag’, een ‘boksbal’, waarin ze zich kunnen uitleven. Het materiaal van het hele huis moet gebruiksvriendelijk en uitzonderlijk degelijk zijn. Vanuit beide woonvleugels is de natuur rustgevend aanwezig, maar, vanwege mogelijke overlast van insecten, op afstand. Een ideaal huis voor Claudia en Carla Huntey. Maar: op papier. Want hoewel er in de Verenigde Staten in vrijwel iedere grote stad een Tourette-Foundation is gevestigd, was er geen vestiging te vinden die het plan van Berend Strik wilde sponsoren. Ook een bureau voor moeilijk te realiseren kunstprojecten wilde het plan niet steunen. Berend Strik blijft zoeken naar financiers maar telkens weer blijkt het breekpunt het feit dat de zussen Huntey zulke gewone mensenkinderen zijn. Een bedrijf wil zijn naam wel verbinden aan iemand met faam. Sponsoren is ook het inkopen van faam. Ondertussen probeert Berend Strik de realisering van het project dichterbij te brengen. Op de tentoonstelling in het Fries Museum in Leeuwarden hingen veertien borduurwerken van delen van het huis en een kleurig werk van de zussen samen op de bank (afb. 2), alle van 50 ½ 50 cm. Een volgende stap zal een driedimensionale maquette zijn van ‘The House of Hearts’. Een kunstenaar, of hij het realisme aanhangt of niet, moet zijn dromen laten inbreken in de werkelijkheid. José Boyens |
|