de meeste buitenlandse vertegenwoordigingen gehuisvest zijn. Cornelis Calkoen kocht het gebouw van de weduwe van zijn voorganger. Dit zogenaamde ‘Palais de Hollande’ is het oudste bezit van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in den vreemde. Na een paar branden werd het in 1858 helemaal herbouwd in de stijl van een palazzo door de Italiaanse architect G.B. Barborini.
In 1944 verhuisde de Nederlandse Ambassade definitief naar Ankara, de nieuwe hoofdstad van Turkije sinds het einde van de onafhankelijkheidsoorlog. Het ‘Palais’ in Istanboel werd zo vanaf 1947 het onderkomen van de consul-generaal. In juni 2002 opende het gebouw na een paar jaren van grootschalige renovatie opnieuw de deuren. Bij die gelegenheid verscheen Marlies Hoenkamp-Mazgons Palais de Hollande te Istanboel-Het ambassadegebouw en zijn bewoners, een boek dat ook in het Engels verscheen en ineen recensie op Turkish Daily News Online als ‘very good reading, comprehensive and highly enjoyable’ wordt aangeprezen.
En Beyaz Gül, de ontroostbare minnares van Calkoen? In de muur van de tuintrap van het opgeknapte ‘Palais’ bevindt zich nog steeds een ingemetseld beeldje van de Witte Roos. En op duizenden kilometers daarvandaan, in het land waar haar geliefde opgroeide, bloeide tijdens de tentoonstelling in de voortuin van het Rijksmuseum een andere bloem: een lila-kleurige langstelige tulp, speciaal voor deze gelegenheid met de naam ‘Topkapi’ bedacht.
‘In 2004 brengen Antwerpen en LILLE-2004 Culturele Hoofdstad van Europa, de bekendste Belg weer onder ieders aandacht. Maar hoe goed kennen we hem eigenlijk? P.P Rubens de schilder is slechts een startpunt. Verschillende tentoonstellingen vormen een aanleiding om de meester van de Vlaamse Barok ook als graficus, als ontwerper, als verzamelaar, als leermeester en als inspirator te (her)ontdekken.’ Dat kon men in september 2003 lezen op www.rubens2004.be. Terwijl er in het Palais des Beaux-Arts in Rijsel een grote overzichtstentoonstelling zal lopen van maart tot juni 2004, komen in Antwerpen ook Rubens de verzamelaar, Rubens en zijn bibliotheek, Rubens en de grafiek, en het landschap van Patinir tot Rubens aan bod. Deze laatste tentoonstelling zat trouwens eerst in Villa Hügel in het Duitse Essen, reisde eind november 2003 naar Wenen en zal pas eind april 2004 het Antwerpse Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aandoen.
Kortom: in 2004 zal Rubens weer volop in de belangstelling staan. Op zijn thuisbasis is hij er alvast helemaal klaar voor: het standbeeld op de Groenplaats werd grondig gereinigd en tijdens de Antwerpse Cultuurmarkt konden de bezoekers dankzij een stelling eindelijk tot aan de enkels van de Meester en zelfs iets erboven reiken.
Maar ook aan de vooravond van zijn ‘herontdekking’ was Pieter Paul al niet uit de kolommen van de kunstbladen weg te slaan. Op 14 september 2003 bevestigde het Duitse parket een bericht in Der Spiegel: een schilderij van Rubens dat al 58 jaar vermist is, zou zich in Moskou bevinden. Het doek ‘Tarquinius en Lucretia’ werd in 1945 ontvreemd uit het Schloss Rheinsberg buiten Berlijn en zou zowat tachtig miljoen euro waard zijn. In de lente van 2003 dook er plots weer een spoor van op toen het aan een Duitse culturele stichting te koop werd aangeboden. Het parket van Potsdam onderzocht een groepje Zwitsers en Russen, die mogelijk betrokken waren bij pogingen om het schilderij te verkopen. Intussen is het schilderij weer boven water gekomen en heeft het al voor een dispuut gezorgd tussen Russen en Duitsers over de zogenaamde ‘trofeekunst’.
Ook buiten de ongemeen spannende wereld van kunstroven, Russische maffia én culturele stichtingen deed Rubens het goed. De Vlaamse zalen in de Hermitage te Sint-Petersburg, waar maar liefst 52 schilderijen en tekeningen van Rubens hangen, kregen met Vlaamse financiële steun een grondige opknapbeurt, en Patricia Ceyssens, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, mocht ze begin september 2003 feestelijk openen. De Hermitage, die vanaf februari 2004 overigens een dependance in Amsterdam zal hebben, stelde ook de tentoonstelling Rubens and his Age samen, die tot 18 september 2003 gedurende bijna een jaar te zien was in het Guggenheim in Bilbao. En daarnaast is er in Londen nog tot 8 februari 2004 Peter Paul Rubens: A Touch of Brilliance. Het gaat hier om de eerste vrucht van het samenwerkingsverband dat het Courtauld Institute of Art en de Hermitage eerder dit jaar bezegelden. Deze tentoonstelling be-