opgewekte geschiedenis van een droom’, het eerste hoofdstuk uit het architectuurboek dat de nieuwbouw van de Toneelschuur documenteert - een schitterend vormgegeven en met zorg gemaakt boek, op zichzelf al een prijs waard.
De ‘droom’ is vooral de droom geweest van Joost Swarte, de Haarlemmer ontwerper en (strip)tekenaar die al jarenlang verantwoordelijk is voor de grafische vormgeving van het Toneelschuur-materiaal, en die in 1995 werd uitgenodigd een ontwerp voor de nieuwbouw te maken. Het tekenwerk van Swarte wordt gekenmerkt door een strak, geometrisch lijnenspel en door een blijmoedige nostalgie naar gebouwen en design uit de jaren twintig - maar altijd in een fantasierijk, futuristisch perspectief. Hoe wel Swarte geen architect is en de technische realisatie werd uitbesteed aan het Delftse architectenbureau Mecanoo, heeft hij in grote mate de speelsheid en het avontuurlijke karakter van het gebouw kunnen bepalen. Zelf houdt Swarte het bescheiden: ‘Wat had ik bedacht? Een pleintje met daar omheen de verschillende functies van het theater. Ik heb tegen Henk Döll van Mecanoo gezegd: ik ben voor alles dat het tot een beter gebouw maakt. Dat gaf Henk en zijn mensen ruimte voor waardevolle ingrepen. Tegelijk kan ik volmondig zeggen dat het mijn gebouw is gebleven.’
Wie het gebouw nadert, bijvoorbeeld via de Lombardsteeg, wordt in eerste instantie enigszins teleurgesteld door het gebrek aan ‘lucht’, waardoor het gehele complex zich slechts moeizaam prijsgeeft. De Toneelschuur staat strak ingeklemd tussen al het oude en waardevolle dat in de omgeving - terecht - gehandhaafd bleef, maar dat de verrassende elementen van het nieuwe gebouw niet altijd tot zijn recht doet komen. Die verrassingen springen daardoor pas na verloop van tijd in het oog, wat overigens ook geldt bij een verkenning van de binnenkant van het gebouw. Het geheel maakt nergens een opdringerige of protserige indruk. De Toneelschuur is op een
Tekening van de Toneelschuur door Joost Swarte.
sympathieke manier in de omgeving, en de omgeving op gelijke wijze in de Toneelschuur geïntegreerd. Het interieur lacht de binnentredende gast vrolijk toe, van de ruime foyer met bouwmaterialen die het ‘schuur-idee’ illustreren tot in de kleinste details, zoals de grappige belettering bij de toiletten. Een veelvuldig en geraffineerd gebruik van glas maakt onverwachte zichtlijnen mogelijk, niet alleen naar links en naar rechts, maar ook naar beneden en naar boven. Op een drukke avond wordt de bezoeker de adem niet benomen: het logistieke plan deugt en de publieksstromen worden met vernuft geleid, zowel naar de twee theaterzalen als naar de twee filmzalen die het nieuwe theater herbergt.
De Prosceniumprijs - de laatste jaren onder meer toegekend aan Tom Lanoye en Luk Perceval, ZT Hollandia en Onafhankelijk Toneel - eert in 2003 niet alleen het werk van Joost Swarte en Mecanoo, maar ook en misschien wel vooral dat van Frans Lommerse, vanaf de oprichting in 1968 directeur en drijvende kracht achter het succes van de Toneelschuur, niet alleen van de accommodatie, maar ook van het gelijknamige productiehuis. Volgens het juryrapport :‘een productiehuis van naam en faam met nationale uitstraling. Nieuw