| |
| |
| |
De eenzaamheid van een project
Eén jaar nieuw Muhka
Lars Kwakkenbos
studeerde geschiedenis en kunstwetenschappen. Is redacteur bij Klara (VRT) en schrijft onder meer voor het dagblad ‘De Standaard’.
Adres: Paul Deschanellaan 181 bus 8, B-1030 Schaarbeek
Bij de entree van Bart de Baere als directeur van het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (Muhka) gaf dit museum in het najaar van 2002 een compact boekje uit. In drieëntwintig bladzijden van nog geen tien bij acht centimeter legde kunsttheoreticus Boris Groys uit waarom een project altijd eenzaam is. De eenzaamheid van het project, heette het. Een project koppelt zich los van de wereld, om daarna, als het project wordt goedgekeurd tenminste, opnieuw aansluiting te vinden bij de rest van die wereld. Het probleem van de avant-garde - neem het woord letterlijk en je begrijpt wat wordt bedoeld - in een notendop, maar blijkbaar zit niet alleen de kunst, maar de hele wereld met hetzelfde probleem. Het nieuwe Muhka danst dus ook op het dunne koord tussen het eigen project en de rest van de wereld. Alleen pint kunst haar projecten nooit vast op doelen waar de rest van de wereld ze op kan afrekenen. En dus ontzegt ze zichzelf altijd de rentree in een echte wereld. Maar Bart de Baere heeft daar iets op gevonden. Het Muhka moet een project worden dat zichzelf permanent aan de buitenwereld toetst. Het is kunst die vlak langs de wereld heenschuift. Maar het blijft een project, en dus zal het nieuwe Muhka ook altijd een beetje eenzaam zijn.
Het nieuwe Muhka staat midden in de wereld, en die wereld begint in Antwerpen. Op het moment dat ik dit schrijf, worden de concrete gevolgen van de fusie met het Antwerpse Centrum voor Beeldcultuur aangescherpt, en is er met de Vrielynck-collectie, een overzicht van honderdvijftig jaar filmtechniek, een stuk beeldcultuur letterlijk het museum binnengerold. Netwerken is voor Bart de Baere niet zomaar een modieus concept. Hij doet het gewoon, op de schaal van de kijker. Zo'n fusie met het Centrum voor Beeldcultuur is één concreet resultaat, maar in de tentoonstellingen schemert dezelfde idee door. Bart de Baere gaf ze meteen een plaats in het culturele weefsel van Antwerpen. Als Maria Roosen een decor maakt voor een toneelvoorstelling,
| |
| |
Luc Deleu, ‘Mobile Medium University Revisited (floating U.I.A.)’, 1989 © SABAM Belgium 2003.
kun je haar werk ook in het Muhka gaan bekijken. Als Luc Deleu tentoonstelt in het Middelheim, zorgt hij voor de collectiekeuze in het Muhka. En Panamarenko? Tijdens de zomer van 2003 dook hij plots overal in Antwerpen op, en dus ook in het Muhka. Alleen het Fotografiemuseum wil niet erg mee. De nieuwe directeur, Christoph Ruys, vaart voorlopig liever nog een eigen koers. Nochtans lopen de ideeën van de beide directeuren parallel. Ook Ruys wil zijn museum duidelijk inbedden in het culturele weefsel van Antwerpen. Concreet betekent dat bijvoorbeeld: elke laatste vrijdag van de maand mogen fotografen het museum binnenwandelen met een portfolio onder hun arm, en kijken wat de dames en heren van het museum ervan vinden. Maar voordat ze in zee gaan met een grotere partner, wil hij zijn museum eerst nog wat sterker laten worden. Voorlopig zijn alleen een paar ruimtes in het gebouw van het Fotografiemuseum ook van het Muhka. Een kleine filmzaal bijvoorbeeld, waarin de filmprogrammering van het Filmmuseum, een onderdeel van het voormalige Centrum voor Beeldcultuur, moet gedijen. Een kink in het netwerk? Misschien wel. Wellicht groeien beide musea in de toekomst alsnog naar elkaar toe, alleen zal het langer duren dan De Baere aanvankelijk hoopte. Hij laat het niet aan zijn hart komen. Met het Centrum voor Beeldcultuur en de bijhorende publicatie Andere Sinema wordt er alvast een stevige think tank binnengehaald. Andersom kan die think tank profiteren van een context waarin zijn ideeën een breed publiek kunnen bereiken. Voor Bart de Baere is praten over kunst ook een vorm van
| |
| |
Gordon Matta-Clark, ‘Office Baroque’, 1977 - Foto Flor Bex.
presenteren - denkwerk stelt zichzelf tentoon - en daarmee overstijgt het Muhka de status van een traditioneel museum. Het Muhka kan nu alle beelden van de wereld aan. Maar eerst een terugblik op ongeveer één jaar nieuw Muhka.
| |
8 maart 2002
De kunstenaar Guy Mees is gestorven. Onder een werk van hem in het Muhka is een vaas met bloemen neergezet. Ik mis die ene keer dat ik hem tegenkwam tijdens een vernissage waarop Bart de Baere binnenwandelde met de woorden: ‘Ik ben met de fiets gekomen, dus nu woon ik echt wel in Antwerpen.’ Guy Mees bekeek me guitig. Hij wist dat ik niet zo van zijn werk hield. Een half jaar eerder opende het Muhka voor het eerst met een collectiekeuze, gemaakt door een kunstenaar die samen met de nieuwe directeur in de collectie had mogen grasduinen. Voor de eerste keer werd de keuze doorkruist door een overzicht van het werk van de kunstenaar zelf.
| |
Herfst 2002
De lichtvoetige logica van Mees' oeuvre - muur en werk zijn evenveel waard - is perfect omgezet in een collectiekeuze. Die keuze is een openbaring voor al wie niet vertrouwd is met de collectie van het Muhka. En dat is bijna iedereen,
| |
| |
Guy Mees, zaalzicht, 1993-1994.
want voorganger Flor Bex gaf de voorkeur aan grote eenmanstentoonstellingen - de collectie bleef in de kelders. Voor Bart de Baere moet de collectie het draagvlak worden van het nieuwe tentoonstellingsbeleid. En in die collectie is heel wat moois te vinden. Samen met Guy Mees haalt hij werk van Ed Ruscha, Donald Judd, Daniel Buren, Bruce Nauman en Jimmy Durham naar boven.
Toch wringt er iets. De ruimtes willen niet mee. Misschien komt het omdat ik niet zo van het werk van Guy Mees hou. Of is er meer aan de hand? Tijdens de persconferentie zit ik naast De Baere, en er ontspint zich een gesprek over hoe kunstwerken zich onderling verhouden in een tentoonstelling. Ik presenteer mezelf als de advocaat van de duivel en poneer de stelling dat een kunstwerk misschien toch wel een soort radicale autonomie kan opeisen in het blikveld van een toeschouwer. En die toeschouwer, die moet dan zelf maar zien wat hij ermee doet. Met veel verve verdedigt Bart de Baere zijn eerste collectiekeuze. Volgens hem is autonomie altijd ingebed in relaties - dat kun je wiskundig bewijzen - en na een tiental minuten formuleert hij zijn visie: kunst is altijd ingebed in een context: een context van andere kunst, en een context van de wereld eromheen. Ik heb er nog altijd wat moeite mee. Kunst is voor mij meer dan context alleen. Een kunstwerk moet af en toe een radicaal inzicht durven te verschaffen in hoe ik als mens in de wereld sta. En misschien gebeurt dat wel voorbij om het even welke context. Zo'n ervaring gunt het nieuwe Muhka me niet meteen. Daarvoor verspringt mijn blik te veel tussen de kunstwerken onderling. Elk kunstwerk gaat vlotjes onder in een amalgaam van andere kunstwerken. Het effect van een kunst- | |
| |
werk op zich verankert zich meteen in het weidse netwerk van de collectiekeuze. Associëren is de boodschap, maar gebeurt dat in het hoofd van de toeschouwer niet sowieso? De blik van de kijker dreigt niet altijd mee te kunnen: het nieuwe Muhka lijkt de blik van de kijker te snel af te willen zijn.
Op de benedenverdieping is Paramount Basics te zien, een tentoonstelling die Richard Venlet samen met curator Moritz Küng voor de Biënnale van São Paulo concipieerde. Met de tentoonstelling stelt het nieuwe Muhka vooral zijn eigen contouren opnieuw scherp. De ruimte wordt letterlijk verkend. Ann Veronica Janssens, Joëlle Tuerlinckx, Harald Thys en anderen laten je erin kruipen, tafeltennissen en rondfietsen en er flitst een fel licht aan en uit. En nog heel veel meer. Jezelf laten spiegelen, de ruimte ervaren en de dingen in de wereld opnieuw durven te bekijken, daar draait actuele kunst om. Als een bezoeker het museum uitloopt, heeft hij gewandeld, gekropen, gelezen, geluisterd en misschien ook nog wat lectuur over kunst mee naar huis genomen.
| |
Winter 2002-2003
Werk van Suchan Kinoshita vult de hele benedenverdieping. Er zit een paradox in haar tentoonstelling. Bart de Baere beweert dat hij de oude contouren van het instituut museum wil openbreken, maar net zoals bij het universum dat Richard Venlet er drie maanden eerder installeerde, heb ik nog nooit zo'n haast hermestisch afgesloten museum gezien. Twee ingangen, inderdaad, maar ze zijn piepklein. En in het universum van Kinoshita krijg ik ook een beetje een claustrofobisch gevoel. Haar werk gaat vooral over ervaringen die nooit af zijn, en dat past weer perfect in het discours van Bart de Baere. Een ervaring kun je nooit meer reduceren tot een enkele ruimte. Ruimtes worden sites, overladen met een politieke en sociale context. En de fysieke ruimte - lees: de ruimte waarin je lichaam rondloopt nog voor je het letterlijk kunt nemen - schiet tekort om nog een ruimte te kunnen worden genoemd. De dingen een naam geven, betekent dat je ze inbedt in een context. Net zoals je kunstwerken eigenlijk niet meer een voor een kunt bekijken in een absolute zin. Kinoshita zorgt voor een speelse tentoonstelling, maar de scherpte van het werk van Kinoshita implodeert een beetje in de dimensies van de benedenverdieping. De actieve rol als toeschouwer wordt te vaak een gimmick.
| |
Lente 2003
De Russen zijn geland in Antwerpen. Dat is wennen. Dit is kunst die we in het Westen niet zo goed kennen. Mijn hoofd doet erg zijn best om het in vakjes onder te brengen, maar dat plezier gunt deze tentoonstelling me niet meteen. De ene kunstenaar is een hardcore marxist, en de andere hult zich in een Russisch pathos dat verdacht vertrouwd aandoet, en even verderop biedt
| |
| |
Michelangelo Pistoletto, ‘Divisione e molteplicazione dello specchio’, 1979.
een installatie met twee videoschermen een uitgepuurde conceptuele terugblik op een paar vluchtige rituelen in een sneeuwlandschap. Geen gemakkelijke tentoonstelling. Een van de weinige constanten: het lijkt alsof de Russen veel verder kunnen gaan in het tonen van een werkelijkheid, zonder te verzanden in een esthetiek van het banale. Twee maanden later zie ik een tentoonstelling over Russische kunst in Düsseldorf. Ze trapt met open ogen in de val van Russische kunst: veel spektakel, een paar staaltjes goedkope Russische romantiek. Rusland als plaatje, en dat ondanks een paar absolute topwerken.
De collectiekeuze wringt weer een beetje. Bart de Baere durft het museum helemaal vol te zetten. Iets te vol misschien, want elk eenmalig aura van de kunst gaat eraan. De collectiekeuze is ontzettend divers, en niet alle kunstwerken komen even goed tot hun recht. De interventies van Gert Robijns zijn uitgebreid met een aantal kopieën van collectiewerken. Er bestaat niet één kunstwerk meer, maar heel veel. Ertussenin is nog een greep uit het oeuvre van Wilhelm Sasnal verscholen. Zijn werk blijkt te complex om zomaar eventjes in een sowieso al heel erg diverse collectiekeuze te worden gestoken. Misschien verwacht De Baere te veel van de kijker. Niettemin wordt die kijker soms verrast door ongegeneerde schoonheid. Bovenin het museum breken een paar doeken van Raoul de Keyser het strenge grijs van de foto's van Dirk Braeckman heel subtiel open. Alleen hangt er tegen de overliggende wand nog een multipel van Braeckman die te veel rood in zich heeft om naadloos op
| |
| |
te gaan in de rest van de ruimte. Bart de Baere pakt sowieso zelden uit met constellaties kunst die zo mooi zijn, dat ze een eenheid vormen. Soms lijkt het alsof hij de kijker geen mooie tentoonstellingen gunt. Het nieuwe Muhka moet vooral een plek worden waar beeldcultuur kan gedijen. Daarmee boort het Muhka een niche aan waar heel wat kunsttheoretici en freelance-curatoren graag eenmalig mee uitpakken, maar die tot nog toe haast niemand in een langetermijnpraktijk op grote schaal - lees: in een museumbeleid - kan omzetten. In een breed Europees perspectief mag je daarom gerust spreken van een radicale aanpak. Dit is geen museum waar je een exquise collectiekeuze op een tijdloos dienblaadje voorgeschoteld krijgt, maar een plek waar je het best af en toe eens naar binnen wandelt om te kijken wat je ervan vindt. En de volgende keer denk je opnieuw na over wat je er de vorige keer van vond. Opeens zien de grootse musea in het buitenland er een beetje saai uit. Tate Modern, Centre Pompidou, Museum Ludwig in Keulen, K20 in Düsseldorf: er is schitterende kunst te zien, waaraan de collectie van het Muhka nooit zal kunnen tippen, maar het verhaal van de kunst wordt er letterlijk voorgeschoteld. Kunst van nog geen eeuw oud meet zichzelf een tijdloze aura aan. Bart de Baere weet wel beter: in het nieuwe Muhka herijkt de kunst van nu zich permanent. Maar kan de kijker wel mee?
| |
Zomer 2003
Het nieuwe Muhka valt in de plooi. Het halve museum is met multipels volgestouwd. Van Panamarenko, van Robert Filliou en van Martin Kippenberger. Op verdieping nummer één neemt Luc Deleu de collectie onder de loep. Hij haalt er samen met Bart de Baere uit wat hem bevalt. De ruimte wordt doorkruist door een aantal maquettes en documenten van zijn eigen werk en projecten. Kippenberger overtuigt het meest. De tentoonstelling komt uit Duitsland en is schatplichtig aan hoe Kippenberger de dingen ooit zelf nog neerzette, maar de manier waarop ze in het Muhka worden gepresenteerd, is ronduit geniaal. In het halfrond op de begane grond gedijt het Kippenbergeruniversum wonderwel. En helemaal bovenin het museum loopt de tentoonstelling gewoon verder. Het Panamarenko-universum maakt vooral veel indruk. Een beetje poëzie, een beetje nostalgie en een beetje geschiedenis in de vorm van foto's en documenten. Het werk van Robert Filliou ten slotte - Bart de Baere is er net op tijd bij en koopt werk van hem aan - is erg subtiel met de tentoonstellingsruimtes verweven.
Eind augustus 2003 loop ik nog eens het museum binnen, met in mijn achterhoofd een bezoek aan Düsseldorf. K21 heet de nieuwe dependance van de befaamde Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen. Vorig jaar ging ze open. De collectie komt grotendeels uit privé-verzamelingen en is dermate indrukwekkend
| |
| |
Michelangelo Pistoletto, ‘City posters: economy-office’.
wekkend dat ze letterlijk muurvast zit binnen de statige contouren van het Ständehaus in Düsseldorf. Het bezoek aan het Muhka is een verademing. De kunst die ik er zie, is lang zo goed niet als de topstukken die in het K21 aanwezig zijn, maar er zit schwung in het Antwerpse museum. Het Muhka staat niet alleen vol met kunst, het museum gaat ook letterlijk mee met de tijd. Bart de Baere is er goed bezig.
Muhka (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen), Leuvenstraat 32, B-2000 Antwerpen, tel. + 32 (0)3 238.59.60, fax + 32 (0)3 216 24 86, www.muhka.be
Mensen bestaan bij
|
|