| |
| |
| |
Afb. 1, Wirtz International, ontwerp voor Alnwick Castle Garden, in uitvoering © Wirtz International.
| |
| |
| |
Vanzelfsprekende oases
Tuinen van Jacques Wirtz
Gerritjan Deunk
werd geboren in 1951 in Winterswijk. Is grafisch vormgever en medeoprichter van Stichting de Amsterdamse Grachtentuin. Coördineerde vier boeken over grachtentuinen.
Sinds 1991 redactielid en vormgever van het ‘Tuinjournaal’, het orgaan van de Nederlandse Tuinenstichting. Schrijft artikelen over groen en groenmakers in diverse groenbladen.
Publiceerde recent ‘Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur van de 20ste eeuw’ (2002).
Adres: Wittgensteinlaan 229, NL-1062 KE Amsterdam
Het ambacht van tuin- en landschapsarchitect heeft in een eeuw tijd een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Ruim honderd jaar geleden ontwikkelden tuinplannen zich zeer organisch. De rust van de tijd weerspiegelde zich ook in het ontwerpproces. Tuinarchitecten konden uitgebreide briefwisselingen voeren over plantlijsten, nieuwe planten, zelf geïmporteerd of door ‘plantfinders’ meegenomen uit China of de Balkan. En ze hadden daarnaast nog tijd om de wereldbranden te bespreken en te informeren naar het welzijn van mevrouw. Generaties lang konden zij de tuinen van landgoedeigenaren verfraaien al naar gelang de smaak van de epoque. Kennis van planten en tuinieren werd overgegeven van vader-tuinman op zoon die hem daarna vanzelfsprekend opvolgde. Tuinieren was een ambacht.
Was het in 1900 nog zo dat architecten en hoveniers op verschillende planeten huisden, in 2000 is landscaping een digitale multidisciplinaire bezigheid geworden waar vaak geen hovernierswerk aan te pas komt. Architecten maken naast een ontwerp voor het huis ook een plan voor de tuin, landschapsarchitecten zijn betrokken bij stadsontwikkeling en diezelfde landschapsarchitecten maken in samenspraak met kunstenaars betonnen stadspleinen zonder één enkele boom. In de moderne tijd is de definitie van landschap: alles wat maar een horizon heeft. Tegenover de ongekende fantastische nieuwe mogelijkheden die de computer biedt, verschraalt de generatielange kennis van planten en tuinieren. Het contact met Moeder Aarde, het wroeten in de zwarte grond is veel computerscherm-vormgevers onbekend. Zelf tuinieren is een bezigheid geworden, aldus onderzoek, waaraan je pas begint na je veertigste. Het overgrote deel van de architecten die zich nu met landschap bezighouden, heeft daardoor een minimale kennis van het groen. Het ongeduld van de overheid of de jonge landgoedbezitter
| |
| |
Afb. 2, Wirtz International, ontwerp Alnwick Castle Garden met achteraan de rozentuin in de vorm van een slakkenhuis, in uitvoering © Wirtz International.
staat haaks op het langzame, gestage groeiproces van een rode beuk. Er kan niet meer eeuwen gewacht worden tot een boom volwassen is.
Bij al deze ontwikkelingen neemt de familie Wirtz een hoogst eigen plek in. De combinatie van gedegen kennis van de horticultuur van Jacques Wirtz en een persoonlijke filosofische inslag, later dubbel geruggensteund door de zakelijke inbreng van de zonen Martin en Peter, heeft de firma doen uitgroeien tot een grensoverschrijdend bedrijf in Schoten bij Antwerpen, waar vijftig vakmensen professioneel bezig zijn met moderne tuinontwerpen.
De waardering voor de kwaliteit van Wirtz International mag blijken uit de lange lijst eervolle opdrachten, prijzen en laureaten. Zo werden drie tuinen ontworpen voor Belgische presentaties in Japan, waaronder het Expopaviljoen en de tuin in Tsukuba. Verder werden in Parijs Les Jardins du Carrousel aangelegd bij de Tuilerieën en het presidentiële paleis, het Elysee. Prachtige omvangrijke plannen voor het Zuiderdok te Antwerpen liggen nog te wachten op uitvoering. Nu wordt er onder meer gewerkt aan twee grote projecten in Engeland. Ze hebben beide een omvang waarbij gevoel en intuïtie gecombineerd moeten worden met strakke en zakelijke planning. Naast deze twee Engelse projecten wil ik hier ook enkele recentere Vlaamse plannen voorstellen waaruit de kracht spreekt van het talent van Jacques Wirtz.
| |
The Invisible Gardens
Het tuinproject van Alnwick Garden is, om het eufemistisch te zeggen, groot van omvang. De hertogin van Northumberland noemt zelf haar project ‘het
| |
| |
eenentwintigste-eeuwse Britse antwoord op de zeventiende-eeuwse pracht van Versailles’. Mocht u dit wat megalomaan in de oren klinken dan is het aardig te weten dat Wirtz International, dat het hele park ontwerpt en realiseert, nog tot 2007 continu aan het werk is om watervallen, cascades, doolhoven, een heuse boomhut en slangentuinen te realiseren. Naast de firma Wirtz heeft hertogin Jane Percy de fine fleur van groen Europa verzameld, gepatroneerd door prins Charles. Uit Nederland komen duizenden bomen van de gebroeders Van der Berk en kweker Jan Spruyt levert planten. Vlamingen en Nederlanders komen met hun knowhow naar Alnwick Castle om daar ‘Engelse’ borders aan te leggen. Een vererend en prestigieus karwei waaruit blijkt hoe groot de waardering in het buitenland is voor het oeuvre van de familie Wirtz.
Wat heeft het ontwerpteam bedacht dat deze tuinen bij voorbaat al zo bijzonder maakt? Eerst is er de grote cascade, een watertrap met vele verrassend in elkaar overlopende waterpartijen. (afb. 1) Aangevuld met vele hoogspuitende of juist laag borrelende fonteinen, vormt de cascade, die 's nachts verlicht wordt, het bruisende middelpunt van de tuin. Langs de cascade loopt een enorme beukenloofgang van boven naar beneden waar je het watergekletter van de cascade doorheen kunt zien.
Het ingenieuze ontwerp voor Alnwick Gardens zorgt ervoor dat de bezoekers meteen na binnenkomst ‘opgeslokt’ worden door de verschillende tuinonderdelen. Behalve door het genoemde loofgewelf kan dat zijn door de rozentuin waar je als in een slakkenhuis omhoog kunt draaien en zo de combinaties van moderne en zeer oude Austinrozen kunt bewonderen. (afb. 2) Verder komt er nog een tuin met giftige planten, een grassendoolhof, een ervaringstuin voor blinden en een slangenhaag die een vijver opeet. Er is genoeg groen amusement aanwezig voor vooral jong en ook wat ouder.
Alle parkonderdelen worden zorgvuldig samengesteld om een optimale symbiose van horticultuur en moderne techniek te bereiken. Zo worden de fruitrassen behalve op hun vruchtkwaliteit ook op bladkleur, leivorm en bloesem getoetst. Het Red Sentinel-appeltje hangt bijvoorbeeld langer aan de boom dan andere en kleurt mooi dieprood. Peter en Jacques Wirtz hebben niet alleen oog voor het schone, maar ze beschikken ook over een enorme praktische kennis over resistentie, groeipatronen en bodemgesteldheid. De planten worden bij twijfel desnoods eerst getest voordat ze groot opgepoot worden. Zo zullen ze later bijvoorbeeld als kersenboomgaard een adembenemend mooi wit bloesemtapijt kunnen produceren. Schoonheid, zo toont de familie Wirtz, kan nauwkeurig geregisseerd worden. Peter Wirtz omschrijft het tijdens een interview als volgt: ‘Wat wij met onze tuinen willen bereiken is dat de mens beter wordt van een bezoek, wij willen hem of haar als het ware een beetje verheffen. En vooral niet lastigvallen met nieuwe confrontaties, met nieuwe conflicten. Je bent na een eerste bezoek aan de tuinen van
| |
| |
Sissinghurst een ander mens. En je moet daarin als architect niet al te belerend willen optreden. Goede voorbeelden van vanzelfsprekende oases zijn het park van de Italiaanse Villa Lante in Bagnaia en het Central Park in New York.’
| |
Het Jubilee Park
Langs de Theems in Londen zijn op oude haventerreinen, de Docklands, nieuwe zakelijke stadswijken ontstaan die aardig het moderne jachtige urbane leven weerspiegelen: harde reflecterende oppervlakken, grote oversized gebouwen, weinig menselijke schaal, een schrale wind en weinig of geen horizon als referentie. Tussen al die grote gebouwen, bij twee pregnante metro-ingangen van architect Norman Foster, een parkeergaragetoerit, skylights voor een ondergrondse shoppingmall en de daarbij behorende nooduitgangen, restte nog een strook van vijf meter niet onderkelderde grond. De familie Wirtz werd gevraagd daarvoor een ontwerp te maken met de naam Jubilee Park. De volgende analyse laat de zorgvuldige benadering zien van de architecten.
De opdracht die de architect zichzelf als eerste oplegt, is dat de bezoeker ontspanning, geborgenheid, zo u wilt, warmte geboden moet worden. Bij de overvloed aan indrukken moet het kleine stukje groen, het jubilee Park, rust voor het netvlies en de geest bieden. Hoe maak je een park dat in zijn kleinheid kan opboksen tegen het grote geweld en dat niet verpletterd wordt tussen zestigduizend bezoekers en dat er niet uitziet als een Disney-imitatie van een park? Kun je niet beter planten in grote potten zetten in plaats van een vermoeden van natuur aan te brengen? De gebroeders Wirtz zien de oplossing in een uitdagende installatie met een klein pakket middelen.
Ze hebben als eerste geprobeerd de groene vlek op de kaart los te zien van zijn mensonvriendelijke omgeving. Een verhoogde aarden wal begroeid met lage bodembedekkers als Dogwood en Ivy golft langs de buitenrand van het park. Daarnaast zijn in grote hoeveelheden Metasequoia aangeplant, omhoogreikend in een diagonaal patroon. Ze laten door hun fijne dak van lichtgroene naalden licht door maar filteren tevens de inkijk van boven en geven aan de bezoeker een gevoel van bescherming. De vaalbruingrijze bast van deze naaldbomen sluit naadloos aan bij de kleur van de omringende bebouwing. Voor het voorjaar zijn groepjes kersenbomen aangeplant vanwege hun witte bloesem die als kleurvlekken fungeren. Daarnaast zijn groene eiken aangeplant voor het volume en de kleuren in de herfst. Door het park meandert een één meter hoge wal die met grassen is beplant. Het alom aanwezige stadsgeluid wordt gedempt door het geluid van stromend water van een in limestone ingebedde rivier die het hele park in de totale breedte doorsnijdt. Borrelende bronnen houden het spiegelende wateroppervlak constant in beweging.
| |
| |
Afb. 3, Jacques Wirtz, plan voor tuin te Hansbeke, 1984 © Wirtz International.
Wirtz heeft hier geprobeerd om, tussen de rusteloosheid van alle omringende individuele gebouwen, die een visueel bombardement vormen voor de bezoeker, een kleinere menselijke schaal terug te brengen. Met het ontwerpen van een klein stilteparadijsje in een stevige slingerende vorm heeft de bezoeker een goed tegenwicht voor het drukke leven in een moderne stad. Het voorziet in de behoefte om tussen de stress en de snelheid van alledag tijd te vinden voor rust en reflectie. Dat is nu ook exact de bedrijfsfilosofie van de familie Wirtz: liever een goede foto van een tuin dan een portret.
| |
Vanzelfsprekende oases
Het laatste goede overzichtsboek dat verscheen, is Les jardins de Jacques Wirtz uit 1993, uitgegeven bij de Fondation pour l'Architecture in Brussel en bedoeld als catalogus voor een expositie. Daarin staan vele plattegronden van tuinen. Bij nadere bestudering vallen vooral de diversiteit en het contrast op. Een tuin kan bestaan uit een grotendeels leeg gazon, schijnbaar willekeurig beplant met solitaire bomen, en daarnaast een klein deel uiterst besloten, uiterst gedetailleerd uitgevoerde omhaagde privé-tuin en een kanaal waarin het hoofdhuis weerspiegeld wordt. Na tien jaar was het tijd voor een nieuwe
| |
| |
Afb. 4, Jacques Wirtz, tuin te Hansbeke, 1984 © Wirtz International.
publicatie die in eigen beheer werd voorbereid. Papierkeuze, formaat, dikte en prijs spelen mee bij het weergeven van een zorgvuldig uitgekozen tuinselectie. Patrick Taylor is de auteur en de beelden zijn van de Chileense kunstfotograaf Marco Valdivia. Het boek wordt nog in het najaar van 2003 verwacht.
Dezelfde aandacht voor het detail spreekt ook uit de uitbreidingen die Jacques Wirtz heeft ontworpen voor een tuin in Hansbeke. (afb. 3, 4) Het oorspronkelijke plan van Russell Page was wat verwaterd. Wirtz heeft zich dienend opgesteld en gekeken hoe het oude plan teruggebracht kon worden en verrijkt. Zo werd het kanaal gecorrigeerd en werden struiken weggehaald zodat de Taxodiums weer stralend alleen stonden op het grote gazon. De taluds werden afgevlakt en de vakkentuin in de vorm van de Union Jack opnieuw ingeplant. Rust, harmonie en balans waren teruggekeerd op een oud
| |
| |
Afb. 5, Jacques Wirtz, ‘olifantsheg’ in de eigen tuin te Schoten © Wirtz International.
landgoed. Er kwam ruimte in uitzicht over opgeschoonde grasvlaktes en er waren prachtige boomsilhouetten in de winter en mooie bladstructuren in de borders. Onderling juiste schaalverhoudingen werden zorgvuldig aangebracht. Belangrijk was het bij deze Russelltuin te werken in de geest van de maker.
Proberen het werk van Wirtz in één zin samen te vatten is moeilijk. Uitersten bijeenbrengen, contrasten uitspelen, emoties oproepen, balans en troost geven, het zijn allemaal associaties die opgeroepen worden bij het bekijken van een Wirtztuin. Zo heeft Jacques Wirtz in zijn privé-tuin een aantal vormheggen geknipt in een vrije vorm. Het geheel lijkt op een kudde olifanten die achter elkaar aansjokken. (afb. 5) En het is een lange serie. De maker vindt het prettig een duidelijk statement te maken. Als iets geometrisch
| |
| |
Afb. 6, Jacques Wirtz, piramides van kasseisteen, Cogelspark, Schoten, 1977 © Wirtz International.
wordt, dan maakt hij het extreem geometrisch. Als een heg groot wordt, dan net een meter hoger dan je verwacht. En als contrast zie je bij het ronden van een scherp geknipte haag een hele serie graspollen die met hun wuivende aren de hele horizon verzachten. De natuur wordt zoveel mogelijk gestuurd. Met respect en kennis van zaken.
De tijdelijkheid van de natuur wordt benadrukt, zo blijkt uit foto's van het Cogelspark, gelegen bij Wirtz om de hoek in Schoten. Jacques Wirtz heeft daar in een dicht begroeid golvend parklandschap een aantal bakstenen en kasseien piramides geplaatst. (afb. 6) Hun stevige geometrische vormen maken de bezoeker bewust van de wolligheid en de volte van het omringende park. Ze doen denken aan twee andere tuinen, namelijk Ermenonville, waar op het Ile des Peupliers Jean Jacques Rousseau ooit begraven lag, en de grafpiramide van Fürst Pückler Muskau in het Oost-Duitse Branitz. Zo is de filosofie vertegenwoordigd in een natuurpark waar Jacques Wirtz naast de bosvijver grote bossen bamboe plaatste die zo mooi lichtgroen kleuren bij vals tegenlicht. Het schitterende ontwerp uit 1978 dat er ook in de winter met sneeuw zo mooi uitzag, is zwaar getroffen door de decemberstorm van 2002. Veel grote bomen waaiden om, zilverlingen scheurden of knapten af. De bamboe ging voluit bloeien en stierf daarna af. De sterfelijkheid zat al in het ontwerp aangekondigd. Vanitas vanitatum, alles is ijdelheid.
In Gent bevindt zich een ander opmerkelijk Wirtz-ontwerp. Het Pand is het culturele centrum van de Universiteit Gent middenin de historische binnenstad. Met zijn gebouwen aan drie zijden omsluit het een open ruimte van
| |
| |
Afb. 7, Jacques Wirtz, tuin van Het Pand in Gent, 1991 © Wirtz International.
ongeveer honderd meter. Op deze kleine plek is een vormentuin ontstaan van rechte geometrische vakken waarbinnen carrés van buxusgroen en kruisvormige waterbassins geplaatst zijn. (afb. 7,8) De strenge vormentaal werkt rustgevend in een omgeving zonder verder groen. De gelijkenis met middeleeuwse kloostertuinpatronen maakt de aansluiting bij de stenen bebouwing harmonisch. De voortuin van Het Pand werkt als een groene poort die de bezoeker even zijn pas doet vertragen of op zijn minst herademen. Het knappe van deze oplossing schuilt in de keuze van het tuintype. De tuin werkt hier niet als vlakvulling of showstuk maar dient om de mens letterlijk te verheffen, even boven zichzelf uit te tillen. De inderdaad verhoogde tuindelen, trappen en hellingen geven een extra perspectiefervaring aan de kleine oppervlakte.
| |
| |
Afb. 8, Jacques Wirtz, ontwerp voor de tuin van Het Pand, Gent, 1991 © Wirtz International.
Werd bij het Cogelspark de wolligheid, de toevalligheid versterkt door de bamboe, in Gent wordt de overvloed aan stedelijke indrukken geneutraliseerd door het strakst denkbare groenpatroon. Alleen een vakman die het totale veld beheerst, kan kiezen uit deze extremen en daarin overtuigend zijn. Met steeds als enig doel rust te bieden in een drukke omgeving.
| |
Bronnen
Les jardins de Jacques Wirtz, Fondation pour l'Architecture, Brussel, 1993. |
‘Alnwick Castle Gardens’, in: De Tuin Exclusief nr. 5, najaar 2001, pp. 63-68. |
Interviews Peter Wirtz, 10 juli 2001 en 25 februari 2003. |
|
|