vormen zijn helder, de materialen simpel. Hunneman beschikt over een feilloos gevoel voor schaal en ruimtelijke proporties en slaagt er steeds opnieuw in constructies te bouwen die de bezoeker op subtiele wijze dwingen tot een andere fysieke ervaring van een ruimte. Zijn werk is te omschrijven als een non-functionele architectuur die de bezoeker confronteert met zijn omgeving, doet bewegen en opnieuw laat kijken.
Mijn eerste directe confrontatie met een werk van Hendrik-Jan Hunneman vond plaats in 1999 in Stichting De Appel te Amsterdam. Voor de tentoonstelling Anarchitecture, samengesteld door de studenten van het Curatorial Training Programme, ontwierp Hunneman een werk waarbij hij in de tentoonstellingsruimte een wandensysteem bouwde dat de schijn wekte over twee verdiepingen de muren en plafonds van de zalen te doorboren. In plaats van de hoge open wit-grijze omgeving die de entree van het gebouw van De Appel kenmerkt, werd de bezoeker van de tentoonstelling bij binnenkomst geconfronteerd met een enorme frontale hardrode wand waar maar net onderdoor gelopen kon worden. Deze hoge hangende muur bleek een onderdeel van een eigenzinnig wandensysteem dat de oorspronkelij ke indeling van het gebouw veranderde: zowel de looproute als kijkrichting van de bezoeker werden op meerdere plekken geblokkeerd of omgeleid, nieuwe verbanden tussen ruimtes ontstonden, oude werden doorbroken.
Even eigenzinnig en gewaagd ging Hunneman aan het werk in de industriële ruimte van Loods 6 op het KNSM-eiland in Amsterdam. Curator Suzanne van de Ven nodigde Hunneman uit voor een installatie in de eerste editie van Cargo series, een experiment met een vernieuwend tentoonstellingsmodel: kunstenaars moesten in drie weekends een beeldend geheel zien te maken dat aangepast was aan de ruimte en aan de korte duur van de tentoonstelling. Hunnemans installatie in Cargo I (2001) kan het beste omschreven worden als een schans van 35 meter lang die, geklemd tussen de zuilen van de enorme hal van de loods en langzaam
Afb. 1, Hendrik-Jan Hunneman, ‘I was looking you were turning suddenly I met your face’, 2003, De Veemvloer, Amsterdam.
stijgend tot drie meter hoog, de gehele ruimte diagonaal doormidden brak. Een boeiend spel met het perspectief was het gevolg. Staande aan de lage kant van de met wit gaas afgewerkte schans, leek de hal oneindig lang te zijn. Vanaf de andere kant kijkend in de trechter aan het einde van de schans, werd de ruimte sterk verkort. De bezoekers die zich onder de schans begaven werden door het effect van de aflopende schans verkleind tot poppetjes op een abstract schilderij.
Tot 1 oktober 2003 neemt Hunneman deel aan een project in De Veemvloer in Amsterdam waarin hij in samenwerking met kunstenares Pascal Gatzen de tentoonstellingsruimte als fenomeen (als werk-, ontmoetings- en presentieruimte) aan een ruimtelijk onderzoek onderwerpt. Dit onderzoek is onderdeel van het project ‘La Cinca’ waarbij vormgever Thomas Buxó en kunstenaar Miklós Beyer andere kunstenaars uitnodigen om met hen gedurende een aantal maanden in alle rust te werken aan een niet-bestaand script. Het script handelt over ruimte en relaties - tussen publiek en kunstenaar, tussen kunstenaars onderling, tussen werk en ruimte, tussen ruimte en kunstenaar - en zal langzaam geschreven en samengesteld worden door de verschillende mensen die aan het project deelnemen.
De afgelopen maanden bracht Hunneman vele uren door op De Veemvloer. Samen met Pascale Gatzen dacht hij na en werkte hij aan de functionaliteit, de esthetiek en de atmosfeer van