leen afstand houden, ze haalt zelfs uit voor een ander kan toeslaan, als een bijtschildpad.
Annie van Keymeulen houdt van drama en heeft grote affiniteit met de donkere kant van de mens. Maar ze heeft tegelijk zo'n gezonde, positieve instelling dat ze al haar intuïtie en medeleven in de weegschaal legt om ten koste van alles harmonie te creëren. Ook dat is iets waar een gemiddeld lezerspubliek voor valt. Zo confronteert ze Iris in Rosa's huis, de zoveelste inrichting waar ze onderdak vindt, met een onverwacht geborgen, liefhebbende omgeving. Het verwachtingspatroon dat ze zo creëert (zal het meisje die nieuwe situatie leren accepteren?) bepaalt helemaal de opgaande lijn van het boek. Tegen de stuwende kracht van Van Keymeulens reddersnatuur is weinig bestand.
Dat de boeken van deze schrijfster over het algemeen zeer positief onthaald worden, bewijzen de nominaties die ze in de wacht sleepte voor prestigieuze prijzen als de Libris- en Generale Bankprijs. Het begon allemaal toen ze haar eigen ervaringen met haar autistische zoontje te boek stelde. Na die autobiografische geschriften volgde in 1996 haar literaire debuut, Mijn peepee. Geschreven in een volks en toch fris idioom vertelde deze roman over een tienermeisje dat door haar grootvader werd opgevoed. Het verhaal deed zich opmerken door vrijmoedigheid, karakteristieke dialogen en een sterke karaktertekening. De opeenvolgende botsingen tussen het meisje en haar voogd modelleerden haar ontwikkeling tot jonge, zelfstandige vrouw.
Hetzelfde schema herhaalde zich in Van Keymeulens tweede roman, Het leeuwerikshuis. Hier rukt de jonge heldin zich los uit haar deprimerende dorpsmilieu, na een traumatiserende ervaring met een bejaarde buurman die haar misbruikte. Seksualiteit schept negatieve banden bij Van Keymeulen, maar is ook de motor van het verhaal: zowel in Mijn peepee als in Het leeuwerikshuis zorgt ze voor een vrij spectaculaire wending. Dat geldt althans voor haar vrouwelijke personages, want in Bas, haar derde roman uit 2000 waarin een jonge muzikant de hoofdfiguur is, speelt seks toch een iets bevrijdender rol. Bovendien kan deze protagonist, ook al moet hij zich evengoed afzetten tegen zijn sociaal achtergestelde milieu, sneller een stap naar ontvoogding zetten dan zijn vrouwelijke tegenhangers.
Annie van Keymeulen (o1952) - Foto Louis Brown.
Van Keymeulens boeken spelen zich allemaal minstens voor een gedeelte in de buurt van dezelfde fictieve plaats af: de Elzenhoek in het niet nader bepaalde dorp Eerdegem. Dit is het ruwe, authentieke hart van Vlaanderen - bedreigender zelfs dan de stad waar haar personages naartoe vluchten zodra ze de kans krijgen. In de stad krijgen ze greep op hun leven; het geboortedorp daarentegen, met zijn armoede, bekrompenheid, vastgeroeste gewoontes en erfelijke belasting, speelt zich bijna in een andere tijd en beschaving af. Terecht wordt Van Keymeulen ondergebracht bij het kleine Vlaamse realisme, al gaat het er wel een graad luchtiger en populairder aantoe dan bij collega's als Pleysier of Hoste. Sommige critici leggen ook de link met het sociale realisme van de bekende Ierse schrijver Roddy Doyle, bij wie hetzelfde onverwoestbare optimisme de toon aanvoert.
Jammer genoeg haalt Rosa's huis niet het niveau van Van Keymeulens beste werk - wat mij betreft Het leeuwerikshuis en Bas. In het eerstgenoemde boek zat een vernuftige structuur, waarmee de schrijfster het lineaire procédé van haar vertelkunst doorbrak. Ze speelde met verrassende wendingen en flashbacks, terwijl de hoofdfiguur in Bas zoals gezegd zelf meer de actie kon sturen. Levendigheid is anders niet het probleem in Rosa's huis: Iris met haar gipsen pantser is een aanstekelijk personage dat zo bij Dickens weggelopen kon zijn en de