Viermaal Nooteboom
Het verhaal is langzamerhand overbekend: cultuurpaus Marcel Reich-Ranicki hield in zijn populaire televisieprogramma Das literarische Quartet (1991) de Duitse vertaling van Het volgende verhaal, de novelle van Cees Nooteboom, omhoog en prees de kwaliteiten ervan. ‘Ik heb waarschijnlijk nog niet alles begrepen,’ zei hij, ‘ik moet het nog een keer lezen. Maar het is mij duidelijk dat dit een meesterwerk is. Verbluffend, dat de Nederlanders zo'n auteur hebben.’ Sindsdien geldt Nooteboom in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk als een schrijver van wereldformaat en koopt het lezerspubliek gretig zijn nieuw vertaalde boeken, ook die van vroegere datum.
Na de Duitssprekende landen volgden, zij het niet in dezelfde mate, Frankrijk, Italië en Spanje, Nootebooms tweede vaderland, waarover hij zijn misschien wel mooiste non-fictieboek schreef: De omweg naar Santiago (1992).
Nu, meer dan tien jaar later, doet zich het omgekeerde voor. Een nieuwe bundeling van essays, reisverhalen en autobiografica is in 2000 in de serie Suhrkamp Taschenbuch onder de titel Nootebooms hotel verschenen. In Spanje en Nederland kwamen vrijwel gelijktijdig soortgelijke bundels uit, terwijl intussen ook een Franse is verschenen. Het is wel vier keer een ander boek, van uiterlijk, maar zeker ook wat de inhoud betreft. Zelfs de titels zijn niet allemaal gelijk: in Spanje en Frankrijk heet het hotel niet naar de schrijver maar is het van een ‘nomade’. Natuurlijk zijn het alle vier vooral metaforische hotels: in zijn titelessay, Nederlandse uitgave, rept Nooteboom van ‘dat niet bestaande gebouw dat alleen in mijn hoofd bestaat, het hotel van de dichtbije en de verre wereld, van de stad en de stilte, van de kou en de hitte.’
Waarin komen die verschillen tot uitdrukking? Het Spaanse Hotel is het mooist afgewerkt: een keurig gebonden boek, mooie letter, scherpe foto's. De omvang is relatief gering: het boek heeft maar de helft van het aantal bladzijden van de Duitse en Nederlandse uitgaven. De kern ervan wordt gevormd door reisreportages van wel zo'n dertig jaar geleden, naar Afrika en Zuid-Amerika, bij ons ten dele als boekje verschenen en later nog weer eens herdrukt inde verzamelbundel Waar je gevallen bent, blijf je (1983). Er zit ook wel recenter materiaal in, bijvoorbeeld ‘Teotihuacan’, over de piramides van de zon en de maan, opgenomen in Vreemd water (1991), maar de indruk die je krijgt van dit boek is dat de uitgever voor het Spaanse publiek die reisverhalen heeft geselecteerd die het nog niet kende.
De Duitse versie is uitgebreider en mede daardoor veelzijdiger. In de inhoudsopgave worden zeven categorieën onderscheiden. Er zijn twee hoofdstukken met reisverhalen, respectievelijk gewijd aan landen buiten en binnen Europa; met ‘Wörter über Bilder’ bedoelt Nooteboom stukken over achtereenvolgens film, fotografie en beeldende kunst: ‘Wörter über Wörter’ gaat over Duitse, Franse, Angelsaksische, Italiaanse en Nederlandse literatuur; ‘Findlinge’ heet de categorie met poëtische impressies en het boek wordt afgesloten met ‘Intimitäten’, autobiografische opstellen, zoals zijn herinneringen aan het Baarnse slot Groeneveld. Voor de Duitse lezer, die niet kan weten wie Herman