Meer tonen
Dat wikken en wegen en het doen wikken en wegen is volgens Edith Doove een permanente interne dialoog die weerklank vindt in de manier waarop Elke Boon met verschillende media omgaat. Boon filmt, Boon fotografeert, Boon tekent, Boon maakt muziek (of geluid, al naargelang uw muzikaal referentiekader) en Boon herschikt dat alles. Bij exposities komen de foto's en films in gewijzigde opstellingen en in verschillende contexten terug, soms aangevuld met nieuw werk. Opvallend bij dat nieuwere werk is trouwens dat er meer en meer kleurenfoto's opduiken. Er stonden er ook al een tiental in Monologen. Deze hebben, dixit Johan de Vos in De Standaard, niet ‘de gemakkelijke artistieke sluier’ van het donkere en korrelige zwart-wit werk. Hij heeft gelijk als hij stelt dat de kleurenfoto's veel gedurfder zijn. Soms neigt de grijsgrauwe romantiek van de zwart-witfoto's van Elke Boon naar een Generation X-variant van de flou artistique van de gevreesde David Hamilton: foto's bestemd voor de muren van - en hier komt het fel gewraakte, weliswaar in vijflettervorm verbogen, drieletterwoord - hippe kamertjes met leuke meubeltjes van de vlooienmarkt.
Boon wil een totaalkunstenaar zijn. In de herfst van 2002 was in een theaterzaal van kunstencentrum Vooruit te Gent haar ‘Bunker’ te zien. Tien intens vervelende minuten met een dubbele video-opname van een duistere bunker, een soundscape met klotsend water, en een tiental figuranten die in de donkere ruimte rondom de beeldschermen opgesteld waren, nu en dan tevoorschijn kwamen en dan weer verdwenen, net als de mensen die in de bunkergangen op de schermen te zien waren. ‘Bunker’ miste de visuele en auditieve kracht van een oudere installatie als ‘Plasman’ (alweer twee schermen - één op de muur, één op de aangrenzende vloer - met daarop een aantal urinerende mannen die begeleid worden door een broeierige ambient soundtrack met elektronisch gegrom en het getik van naaldhakken). Maar anderzijds ontbrak in Bunker gelukkig ook het prekerige van bijvoorbeeld ‘Dress’ (1999). In dit filmpje wurmt een vrouw zich met veel moeite in een jurk, maar die gaat steeds loopgewijs weer uit over haar hoofd: een gemakzuchtige en visueel allesbehalve indrukwekkende metafoor voor het leven als voordurende worsteling.
Maar goed, Boon benadrukt zelf dat ze nog onderweg is: ‘Ik zie Bunker nog niet als theater of performance, maar het gaat er wel naartoe. Ik zou daar graag nog veel verder in gaan. Ik vind het belangrijk om steeds breder te durven zoeken. Fotografie, theater, schrijven, ballet, uiteindelijk is dat allemaal hetzelfde. Je wilt gewoon iets vertellen. (...). Je kunt niet alles kunnen, maar dat betekent niet dat je in één klein hokje moet blijven zitten. Af en toe eens op je bek gaan hoort erbij, het is zelfs broodnodig.’
En met ‘Bunker’ ging ze wel een beetje op haar bek. Het was niet de eerste keer, het is inderdaad niet erg, het mag zelfs nog vaker gebeuren, maar het