De mooiste fabriek van Nederland
De Van Nellefabriek in Rotterdam
Hans Ibelings
werd geboren in 1963. Was lange tijd als tentoonstellingsmaker verbonden aan het Nederlands A rchitectuurinstituut te Rotterdam en werkt nu als zelfstandig publicist. Publiceerde tal van artikelen over de Nederlandse architectuur en stedenbouw in de 20ste eeuw.
Adres: Javakade 542, NL-1019 SE Amsterdam
Het is het symbool van de moderne architectuur van Nederland: de fabriek voor koffie, thee en tabak van de Erven de Wed. J. Van Nelle in Rotterdam, kortweg bekend als de Van Nellefabriek. Vanuit de trein tussen Rotterdam en Den Haag is het complex duidelijk zichtbaar. De Van Nellefabriek, die bestaat uit de fabriek zelf, een groot kantoorgebouw en verschillende loodsen en magazijnen, is een rijksmonument en voorgedragen voor de werelderfgoedlijst van de Unesco.
Fabriek en kantoor zijn in de tweede helft van de jaren twintig van de vorige eeuw gebouwd naar ontwerp van J.A. Brinkman & L.C. van der Vlugt. Dit architectenbureau was tussen de twee wereldoorlogen een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het functionalisme van de Nieuwe Zakelijkheid.
Het bureau ontstond toen de vader van Brinkman, de architect Michiel Brinkman, overleed en de zoon zich associeerde met L.C. van der Vlugt. De oude Brinkman had al een eerste aanzet gegeven voor een ontwerp voor Van Nelle, maar zijn zoon en Leendert van der Vlugt begonnen opnieuw. Zij zetten een radicaal moderne koers in en realiseerden een gebouw met een draagconstructie van vloeren en kolommen van gewapend beton en niet-dragende gevels van glas en staal. Door het ontbreken van dragende muren zijn plattegrond en gevel vrij indeelbaar, iets waar functionalistische architecten erg aan hechtten, niet alleen in industriegebouwen, maar ook in huizen.
Ook kenmerkend voor het functionalisme is dat de Van Nellefabriek aanschouwelijk toont hoe het is opgebouwd, door de constructie in het zicht te laten. Typerend voor de architectuur van dit tijdperk van de ‘First Machine Age’ zoals de Britse architectuurhistoricus Reyner Banham het heeft omschreven, is de esthetisering van de industriële productie en het industriële