Ons Erfdeel. Jaargang 46
(2003)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 149]
| |
Taal & cultuurVan ‘bad’ tot ‘zus’.
| |
[pagina 150]
| |
elkaars omgekeerde zijn. Zo is het omgekeerde van vel de naam van de Poolse munt lev. De gevallen waarin de beginmedeklinker en de eindmedeklinker om de klinker e kunnen verwisselen zijn:
bèh-heb bel-leb ben-neb, ces-sec, del-led, fel-lef, gek-keg gel-leg gem-meg gen-neg, kel-lek ken-nek, lem-mel lep-pel les-sel let-tel, mek-kem mes-sem met-tem, nep-pen nes-sen net-ten, per-rep, ser-res, set-tes, vel-lev
Een woord kan ook het omgekeerde van zichzelf zijn: gag lal mam pap sas, beb kek pep, kik lil pip sis, kok lol mom non pop, kuk mum nun pup sus, kijk pijp sijs tijt Soms zijn twee woorden altijd in een vaste combinatie te vinden. Kunt u zich hot en jut voorstellen buiten het gezelschap van her en jul? Deze vaste paren vond ik in het materiaal:
hot en her, wijd en zijd, pak en zak, bit en lik, jas en das, dik en dun, hol en bol, jut en jul, god of lot, hak op tak, kip zonder kop, wil is wet, wik noch wak
Zeer opvallend is het grote aantal consonantvocaal-consonant-woorden in het Nederlands dat de benaming is van een stomp, klap of stoot:
baf bam bom bof, dof dok duw, gof, hit, lel, mep mot, nol nop, paf pof por pug, ram ruk, tap tik tuk tip, wam, zet
Dit is het moment om op te merken dat het merendeel van onze drieletterwoordjes meer dan één betekenis draagt. Omdat mij de dosis meppen en lellen opviel, heb ik dus bof niet onder de ziektes of werkwoordsvormen en hit en mot niet onder de dieren geplaatst. Dieren zijn er genoeg:
dar lar lam ral rat, ket, big fin sim, dog fox hop kob lom los rob rog pod pos tor, bul gup mug mul mus, mijt
Bijvoeglijke naamwoorden zijn:
laf maf nat ras tam, fit kis sip wis dor dom log, duf dul gul luw muf mut nut rul rut ruw suf, fijn rijk sijp De volgende woorden duiden personen aan:
man mas fan fat jap nar, zot don goj, lid, rus sul sup, wijf lijs lijp, juf nuf tut lut zus, sor mop dot fom, rel
Een sup is een suppoost en een sor een soroptimiste. Zeer veel van onze woorden zijn werkwoordsvormen van de eerste persoon enkelvoud: Ik dab en zab, gab en gap, sar en jen, wed en win, min en huw, kus en fuk, gor en lub, dub en rub, buk en huk, nijp en gijp, lijd en mijd, rijg en tijg, mijg en nijg.
Andere werkwoordsvormen horen bij de derde persoon enkelvoud (stammen op -t, sterke verleden tijden, onregelmatige vormen van mogen en zullen en werkwoorden op -ijen). Alleen met een erachter geplaatst je zijn mogelijk, zo zagen we al, de vormen zul en kun. Zijt gaat alleen met gij:
Gij zijt. Kun je, zul je? Hij zit, rit, wit, rot, dut, bet. Hij mag en zal. Hij had, gaf en nam, zat en lag, zag en las, kon en won, bijt en rijt, jijt en dijt, nijt en wijt
De volgende woorden, waaronder enkele die zeer frequent in teksten voorkomen, behoren tot zeldzame woordsoorten: voornaamwoorden, voegwoorden, voorzetsels, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden:
nul, zes, tot, ter, dus, dan, nog, wen, wijl, wel, wes, pas, den, der, des, hen, hun, het, hem, men, mijn, dijn, zijn, dit, dat, wat
Even typisch als het grote aantal stoot- en stompwoorden is het aantal woorden dat zaken aanduidt waarin andere dingen, dieren, mensen een plaats kunnen vinden. Tot deze bevatter-woorden horen: tas, pan, nap, kan, bak, ren, web, bin, kit, box, hok, ton, kom, mok, kor, nor, pot, wok, tob, put, pul, tul, jug, mud, kub, bun We vinden nog 26 gebruiksvoorwerpen: | |
[pagina 151]
| |
pijl bijl nijf rijf lijn gijn rijn jijn zijg gijk, gun juk lug lus, fok fop, wig, wem peg, map mal har kam wan rad pal 26 lichaamsdelen:
lijf, lob, bek, kin, sik, lip, gok, jat, fik, rib, rug, bil, gat, lok, pok, bot, tit, tet, mem, kut, lul, pik, lid, gal, pis, pus
26 kleren:
pet, dop, tok, kap, fez, lek, jak, hes, top, pon, rok, sak, lap, col, dos, bef, mof, sok, tod, lor, hul, puk, dek, gei, kuf, zip
26 consumpties:
hap en sap, dis en dip, hus en hijs, ham en yam, bag en hag, hom en pom, fep en sep, kif en qat, mik en mil, rum en kijt, jan en gin, kir en wijn, jus en zog
26 speltermen:
bob en kür, mm en hex, mat en pat, kal en bijs, tol en dam, wip of wup, tos en cup, bal en bat, cut en bod, rik en pijk, nel en run, gym en bok, dol en nos
26 uitroepen van dier of mens:
gak! waf! kef! tuf! hel! kul! zeg! weg! gad! ged! gut! goh! gos! dag! bah! yes! sic! puf! puh! hup! hum! bon! sof! fut! joh! raf!
26 zaken in huis en tuin:
dak, nok, hor, nis, hal, bar, bed, kat, bad, tub, hut, wijk, kot, hof, hek, heg, rek, kas, cox, tijm, wim, lis, dod, kol, ris, pit
26 dingen buiten in de natuur:
rak, zijl, zijp, war, haf, kil, wad, rif, dijk, wal, det, kim, pol, rim, wijm, rijp, rijs, tijl, ril, hil, dil, dal, mos, bos, mad, zon
26 spul-woorden die geen meervoud bezitten:
kak, lak, mak, lijm, gum, gom, kaf, taf, was, gas, gijl, tijk, tin, git, sop, job, dum, jam, bik, pek, tal, wol, fäh, pur, gus, ros
26 woorden uit het moderne leven:
yup, rup, max, fax, pub, hub, bic, kid, nijd, nuk, nix, hip, pin, dim, fun, tof, tab, zap, lab, lat, til, rip, tig, bug, jog, zen
26 muziektermen:
sax, cel, bas, lof, mis, rag, rap, jig, bop, gig gil, hijg hos, dur, mol, bes, bis, cis, fis, gis, fes, ges, sol, rijm, mix, wow
Ten slotte, 26 termen uit de wereld van reizen en ziek zijn:
rijd, mijl, tijd, pad, rem, han, daf, bus, kar, jol, kof, kog, loc, jet, mig, sub, hiv, fijt, fijk, nik, hik, tic, gif, pil, pijn, lijk
Als u goed heeft meegeteld, dan heeft u zesentwintig rijtjes van zesentwintig woorden ontmoet. Er zijn dus in totaal 26 × 26 = 676 eenlettergrepige Nederlandse woorden van ons type. Ach, zult u zeggen, als het er 666 of 1.000 geweest waren, had ik het ook mooi gevonden. Maar dan beseft u niet dat al eerder, in Opperlanse Taal- en LetterkundeGa naar eind(1), is aangetoond dat 676 ook het aantal is van: de verschillende manlijke rijmen; de spiegelwoorden, van aha tot ijzij; de woorden die gespiegeld weer andere woorden opleveren, van af tot ijf; de met de rechterhand op de rechterhelft van het toetsenbord tikbare woorden, van bouillonkop tot yup; de woorden die geen andere klinker dan de u bevatten, van cursusduur tot wulf; de woorden waarvan de letters in alfabetische volgorde staan, zoals deeghouw en abdij; de woorden die de vijf klinkers a, e, i, o en u éénmaal bevatten, zoals paleisbouw en humoristenbal; de woorden die in andere woorden veranderen als je de eerste en laatste letter verwisselt, zoals diernaammiernaad en nachtloop-pachtloon; de woorden van 25 letters, de laatste daarvan is het woord zeshonderdenzesenzeventig. Het zal u dus niet verbazen dat ook het aantal Nederlandstalige eenlettergrepige drieletterwoorden van het type van bad tot zus 676 bedraagt. Hugo Brandt Corstius |
|