Vlaamse klassiekers op dvd
Curieus toch, die fragiliteit van de moderne media. Egyptische hiërogliefen en kleitabletten uit het oude Assyrië overbruggen zonder veel moeite duizenden jaren. De staat van een kleurenfoto uit 1960 is veel problematischer. En neem een pocket van twintig jaar geleden: goed voor het oud papier. In vergelijking daarmee ziet een middeleeuws perkament er gloednieuw uit. De hoogtechnologische media die de voorbije eeuw zijn opgekomen (de fotografie is nog een halve eeuw ouder) hebben één ding met elkaar gemeen: ze maken gebruik van kwetsbare en vergankelijke dragers. Fonoplaten krijgen bij elke afspeelbeurt nieuwe krassen; audio- en videobanden desintegreren vanaf tien jaar, celluloid vergaat tot stof of smurrie met een azijngeur, geen harde schijf of ze geeft vroeg of laat de geest.
‘Oude’ nieuwe media vragen een bijzondere zorg, zeker wanneer ze, letterlijk en figuurlijk, drager zijn van cultuur. Dat inzicht heeft sinds kort ook bij de overheid ingang gevonden. In 2001 verhoogde de federale regering de werkingsmiddelen van het Koninklijk Filmarchief aanzienlijk en begin 2002 stelde toenmalig Vlaams minister van cultuur Bert Anciaux open en bloot dat de Vlaamse filmgeschiedenis deel uitmaakt van het Vlaamse culturele erfgoed. De Vlaamse gemeenschap heeft met andere woorden de taak haar filmgeschiedenis te bewaren en ook beschikbaar te stellen voor die cultuurgemeenschap. Om dit discours concreet te maken, maakte de minister een subsidie aan het filmarchief over om tien belangrijke Vlaamse films uit de naoorlogse periode uit te brengen op dvd, het nieuwste nieuwe medium dat de jongste tijd aanzienlijk aan populariteit heeft gewonnen. Elke film moet worden begeleid door een documentaire die het culturele en historische belang van deze films in de kijker stelt. Die documentaire wordt samengesteld door het filmarchief, onder hoofdredactie van ondergetekende. Het is de bedoeling dat de betrokkenen erin aan het woord komen en dat de film in zijn culturele en maatschappelijke context wordt geplaatst. MMG is producent van de documentaire en het tweede kanaal van de VRT, Canvas, is geprivilegieerd partner, omdat de publieke omroep nu eenmaal over een uitstekend beeldarchief beschikt dat heel de periode bestrijkt.
Voor de eerste dvd in de reeks viel de keuze op de film Mira (1971) van Fons Rademakers. Mira, omdat het de eerste Vlaamse film is die in de naoorlogse geschiedenis een groot publiek wist te mobiliseren zonder dat er daarom grote artistieke toegevingen werden gedaan. Zoals vaker zal blijken in de reeks, moet ‘Vlaamse’ film met een zekere breeddenkendheid worden gelezen: films zijn nu eenmaal collectieve ondernemingen die zich niet altijd netjes binnen landsgrenzen laten definiëren. Fons Rademakers is Nederlander; scenarist Hugo Claus is Vlaming; Willeke van Ammelrooy, de ster van de film, is Nederlandse; haar tegenspeler Jan Decleir, eveneens in zijn eerste langspeelfilm, is Vlaming; de derde hoofdrol Luc Ponnette is een Franstalige Belg. Verder is de cast hoofdzakelijk Vlaams, zo ook de locaties en het boek waarop de film gebaseerd is: De teleurgang van de Waterhoek van Stijn Streuvels. Productioneel had Vlaanderen via Jan van Raemdoncks Kunst en Kino op enkele procenten na een grotere financiële inbreng dan Nederland, waardoor de film uiteindelijk naar Cannes ging als Belgische en niet als Nederlandse inzending. Voor alle duidelijkheid: het zijn niet dit soort overwegingen die ons geleid hebben bij het samenstellen van de reeks, wel integendeel: de band met de Vlaamse cultuur wordt breed geïnterpreteerd. Ook films die niet Nederlands gesproken zijn, kwamen in aanmerking.
Intussen werd de Mira-dvd voorgesteld op het filmfestival in Gent door minister van cultuur Paul van Grembergen, die bij deze gelegenheid de andere titels bekendmaakte. In chronologische volgorde: Meeuwen sterven in de haven (1955) van Rik Kuypers, Ivo Michiels en Roland Verhavert; De man die zijn haar kort liet knippen (1965) van de recent overleden André Delvaux; Malpertuis (1973) van Harry Kümel; Verbrande brug (1975) van Guido Henderickx; De Witte van Sichem (1980) van Robbe de Hert; Brussels by Night (1983) van Marc Didden; Crazy Love (1987) van Dominique Deruddere, die de tweede titel in de reeks wordt. Voor de drie resterende films (uiteindelijk werd gekozen voor elf titels in plaats van tien) geldt een voorbehoud dat exemplarisch is voor de problemen waarmee het uitbrengen van dit soort films gepaard gaat. Zo is het momenteel niet zeker of er een vergelijk zal worden gevonden voor het negatief van L'étreinte (1969), de schandaalfilm van Paul Collet & Pierre Druout, die nog steeds vastzit in het faillissement van producent Showking. Voor Het sacrament (1989) van Hugo Claus, gemaakt