publiek, roept meteen ook de vraag op naar het belang en de functie van een danswerkplaats. Volgens huidig artistiek directeur Koen Kwanten, kan een laboratorium zoals Dans in Kortrijk zich niet isoleren, niet qua plaats, maar ook niet qua artistieke werking. Theatermakers als Davis Freeman of de Frans-Oostenrijkse Superamas kunnen bezwaarlijk doordeweekse choreografen worden genoemd. De één bouwt een volledig huis om tot een individuele ervaringsmachine. De ander ontwerpt een lichtinstallatie die de perceptie van de kijker op de proef moet stellen.
Daarom wil Dans in Kortrijk zich in de toekomst ook richten op een groter (inter)nationaal samenwerkingsverband. Zo ligt er nu een concreet plan op tafel om nog in 2003 een laboratorium te organiseren in Kortrijk met een twintigtal artiesten. Dit onderzoek kadert in een project dat vooraf alle deelnemers met elkaars werk laat kennismaken tijdens het Berlijnse ‘Körperstimme’. In de laatste fase zou het onderzoek dat in Kortrijk verricht werd, later doorgezet worden in Salzburg.
Daarmee wil Dans in Kortrijk tegemoetkomen aan een nijpende behoefte aan doorstroming bij jonge makers. Doel is om niet enkel een werkplaats, of een studio te creëren, maar een aantal synergieën tot stand te brengen, die zich over de grenzen van steden, focussen, en interessevelden uitstrekken. Dans in Kortrijk richt zich op de kunstenaars zelf en de specifieke behoeften die elk van hen naar voren schuift.
Dans in Kortrijk is dan ook meer een mentaal gegeven, een plek waar op geregelde tijden werk te zien is dat de ruimere activiteit van de organisatie zichtbaar maakt voor een relatief breed publiek. Het is de formele drager van activiteiten en samenwerking van Salzburg tot Noorwegen. Hierbinnen is
Dans@Tack, dat bij de jongste editie de samenwerking aanging met de Brusselse BSBbis, het publieke forum. In de toekomst zal dit festival waarschijnlijk een andere vorm krijgen, maar de samenwerking met andere kunstencentra in Vlaanderen
‘Dans in Kortrijk’ - Foto Patrick Holderbeke.
en Brussel zal zeker verder worden geëxploreerd.
Het gaat de danswerkplaats om het vinden van een positie die buiten de algemeen aanvaarde productielogica ligt. Dat betekent dat een werkproces niet dient te resulteren in een afgewerkte voorstelling en een tournee, een verantwoordelijkheid die eerder door de productiehuizen, de festivals en de kunstencentra dient te worden gedragen.
De danswerkplaats wil wel een motor voor een groter gebeuren zijn, zowel op productioneel als op inhoudelijk vlak. Een denktank die zich vanuit de vraag van de hedendaagse kunstenaars ontwikkelt op internationaal en multidisciplinair vlak in verschillende steden. Dus niet de danswerkplaats als toeleverancier voor culturele of kunstencentra, niet de plek die een eerste selectie verricht voor een commerciëler gerichte podiumsector, maar wel de plaats waar de ideeën van verschillende makers en denkers elkaar kunnen bestendigen, ondersteunen en stimuleren.
Dit seizoen wordt een overgangsjaar voor Dans in Kortrijk. Na de laatste Dans@Tack is geen budget meer beschikbaar voor een volgend festival. Bijgevolg lopen de residenties door en wordt in het seizoen 2002-2003 vooral de nadruk gelegd op de inhoudelijke reorganisatie van de activiteiten. Met dertig residenties en een vijftiental producties en co-producties zit de danswerkplaats nog te zeer vast aan de eisen van de afzetmarkt. In plaats daarvan wil ze zich in alle alertheid reorganiseren en de gepaste vragen blijven stellen. Alle parameters van de