Ons Erfdeel. Jaargang 46
(2003)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 65]
| |
De onbenoembare helderheid van Toon VerhoefSaskia Bak De imponerende abstracte schilderijen van de Nederlandse schilder Toon Verhoef laten zich moeilijk beschrijven en duiden. Natuurlijk valt er van alles te zeggen over de compositie, de kleuren, de materialen, de structuur, de textuur en de betekenis van de werken, maar tegelijkertijd onttrekken ze zich aan die beschrijvingen. Zijn grote werken zijn opgebouwd uit vele materialen, lagen en kleuren. Ondanks hun gelaagdheid, die bij anderen soms nogal een doorwrocht beeld oplevert, zijn de schilderijen open en transparant. Ze wekken de indruk snel en vrij terloops te zijn ontstaan. De stichting voor hedendaagse kunst De Pont in Tilburg bezit een groot schilderij uit 1992 (afb. 1) dat bestaat uit een serie vormen die snel en vrijwel achteloos op het doek lijken te zijn geplaatst. Maar het tegendeel is het geval. De wit-roze ondergrond bestaat uit een rode laag acrylverf, waarover meerdere, dunne lagen zinkwit zijn aangebracht en is dus zeer zorgvuldig opgebouwd. De blauwe lijnen van de vormen bestaan uit modelleerpasta en zijn bedekt met indigo acryl. Voor een werk uit 1994 in de collectie van de Koninklijke KPN (afb. 2) gebruikte Verhoef polyester, dat hij bewerkte. Hij kraste en kerfde in het materiaal en hij schuurde het. De onderste schildering is zichtbaar gebleven en schemert door het doorzichtige oppervlak van het polyester. Ook dit werk lijkt moeiteloos te zijn ontstaan. Het verraadt bij een eerste blik niets van het lange en zeker ook moeizame ontstaansproces. Het werk toont tegen een okergele achtergrond twee vormen die zich aandienen als letters. Een K lijkt over een M te zijn geplaatst. Maar zijn het ook letters? En waar staan ze voor? Het schilderij van De Pont kan gelezen worden als een reeks naast elkaar geplaatste hoofdletters E, maar eveneens als een niet helemaal regelmatig raster van rechthoeken. Hebben we hier te maken met abstracte vormen, of is het werk toch heel concreet? Maar waar staat de E dan voor? | |
[pagina 66]
| |
Afb. 1, Toon Verhoef, ‘Zonder Titel’, 1992, 290 × 600 cm, acryl op doek, Stichting De Pont, Tilburg - Foto Henk Geraerdts.
| |
Helder en ongrijpbaarAls toeschouwer word je heen en weer geslingerd. Zijn zijn imponerende werken nu te beschrijven als gelaagd en doorwrocht of zijn ze open en transparant? Gaat het nu om abstracte vormen of zijn er tekens of symbolen afgebeeld? De ontstaansgeschiedenissen van het werk van Toon Verhoef laten zich vaak wel beschrijven. Hij maakt de beschouwer met genoegen deelgenoot van het vervaardigingsproces van het werk. Zo schrijft hij over een doek uit 1995 (afb. 3) dat hij eerst honderden schetsen heeft gemaakt in viltstift. ‘Dat verklaart de giftige kleur. De achtergrond is een vreemde violette dropkleur, waarvan ik betwijfel of ik hem opnieuw zou kunnen maken. Hij ontstond uit vele dunne lagen olieverf-“spoeling” die in het oppervlak werd gewreven en geboend.’Ga naar eind(1) Soms openbaart Verhoef niet alleen het maakproces, maar ook de aanleiding van een werk, zoals Zonder titel uit 2000 (afb. 4) waarvan naar zijn zeggen een krantenfoto in kleur de basis vormde. Op de foto was koningin Elizabeth te zien die langs een met witte lijnen beschilderde groep aboriginals liep.Ga naar eind(2) De vraag is echter hoe met dit gegeven om te gaan. Het beeld keert niet letterlijk terug in het werk en is zeker niet als zodanig herkenbaar. Tegen een achtergrond zijn vier rode, staande vlakken te zien, waarover horizontale witte strepen lopen. Over twee van de vlakken loopt een turkooizen driehoek, die opgebouwd is uit lijnen. In een interview in het tijdschrift Metropolis M vraagt Dominic van den Boogaard naar de schetsboeken die Toon Verhoef maakte tijdens een verblijf in Zuid-Afrika. In deze schetsboeken gebruikte hij allerhande foto's uit tijdschriften, | |
[pagina 67]
| |
Afb. 2, Toon Verhoef, ‘Zonder Titel’, 1994, 250 × 125 cm, olie, acryl, encaustiek en polyester op hexcelite, Koninklijke KPN NV, Den Haag - Foto Thijs Quispel.
striptekeningen, landkaarten en noem maar op. Verhoef geeft het volgende antwoord: ‘In de schetsboeken heb ik beelden bijeengebracht in zulke idiote combinaties dat het nergens meer op slaat. Foto's van mijn eigen schilderijen gebruikte ik al eerder; nu heb ik meer en veel verscheidener materiaal gebruikt. Bij een schilderij is het niet zo belangrijk wat de bron van het beeld is. Ik wil daar niet mysterieus over doen, maar ik wil er evenmin de nadruk op leggen omdat het snel wordt uitgelegd als het onderwerp van het werk.’Ga naar eind(3) Door het noemen van de aanleidingen tot zijn werk, reikt Toon Verhoef de hand aan de toeschouwer om zijn werk te duiden. Hij trekt echter zelf die hand weer in. De aanleiding vormt niet het onderwerp van het schilderij en er mag zeker geen betekenis aan worden ontleend. In hetzelfde interview legt de kunstenaar uit dat de omgeving waarin een werk ontstaat, belangrijk is. | |
[pagina 68]
| |
Afb. 3, Toon Verhoef, ‘Zonder Titel’, 1995, 290 × 500 cm, olie en acryl op doek, Bonnefantenmuseum, Maastricht - Foto Willem Vermaasse.
Die omgeving bepaalt zijn manier van kijken. Maar ook nu weer mag dit niet al te eenduidig worden opgevat. Hij zegt: ‘Een schilderij ontstaat vanuit een complex geheel van verschillende impulsen en moet als zodanig gezien worden, zonder één ervan te benadrukken.’ De werkwijze van Verhoef behoedt hem voor al te grote eenduidigheid. Al zijn schilderijen zijn voorafgegaan door tekeningen, die een veel losser en directer karakter hebben. De bewerkelijke manier waarop de schilderijen totstandkomen geeft de kunstenaar de gelegenheid al te grote nadruk op een anekdotisch onderwerp uit te bannen en de onderwerpen en aanleidingen om te vormen tot een beeld dat tegelijkertijd helder en ongrijpbaar is. Pas de laatste jaren laat Toon Verhoef zijn tekeningen zien en exposeert hij zijn werken op papier.Ga naar eind(4) Daarvoor waren er alleen zijn schilderijen. | |
Open en lucideDe naam van Toon Verhoef, geboren in 1946 in Voorburg, dook halverwege de jaren zeventig op. Op dat moment maakte de in de jaren zestig dood verklaarde schilderkunst een aarzelende comeback. De Amerikaan Robert Ryman, in Nederland Rob van Koningsbruggen en nog vele anderen waren weer aan het schilderen geslagen en stelden met hun werk vragen over de fundamenten van de schilderkunst. Met monochrome vierkante werken stelde Ryman dat de schilderkunst gaat over doek en verf. Ook het werk van Rob van Koningsbruggen ging over de schilderkunst zelf. Er volgden talloze exposities van schilders die de grondbeginselen van de schilderkunst als uitgangspunt hadden.Ga naar eind(5) | |
[pagina 69]
| |
Afb. 4, Toon Verhoef, ‘Zonder Titel’, 2000, 290 × 400 cm, olieverf en acryl op doek, Artesia Bank - Foto Gert-Jan van Rooij.
In zekere zin kan het werk van Toon Verhoef ook in deze context worden gezien, ware het niet dat we hem daarmee tekortdoen. Verhoef schilderde eerst liggende en later staande doeken, vaak in blauwe, groene of blauwe tinten in combinatie met wit. Op deze doeken zijn vormen en tegenvormen te zien. Gebogen vormen, diagonalen, lijnen die elkaar soms raken, soms doorkruisen, maar ook langs elkaar scheren. Ook toen al waren zijn werken zeer gelaagd. Hij gebruikte uiteenlopende verven, die hij toevoegde, maar ook weer wegschraapte en bewerkte (afb. 5). Het grote verschil met andere kunstenaars die zich weer toelegden op het schilderen, was dat Toon Verhoef niet geïnteresseerd was in de planmatige en conceptuele aspecten van de schilderkunst. Voor anderen gold dat als verf, doek, maat, ritme, kleur, lijn, vorm en textuur in de schilderkunst aan de orde worden gesteld en zelf het onderwerp vormen van de werken, ook het werkproces van belang was. Niet als een soort geheimzinnig gebeuren in het atelier van de kunstenaar, maar als een controleerbaar proces, dat van tevoren kan worden uitgedacht en gepland. Deze denkwijze is en was Toon Verhoef vreemd. Feitelijk stond Toon Verhoef heel dicht bij het schilderen zelf en doet hij dat nog steeds. Zijn werk is veranderd. Het is complexer en gelaagder geworden, tegelijkertijd is het opener en meer lucide, maar nog altijd sleuren vorm, kleur, lagen, tekens, lijnen, structuur en textuur de toeschouwer mee. Daarom ook komt taal tekort en laat zijn werk zich moeilijk beschrijven en duiden. Minutieuze beschrijvingen | |
[pagina 70]
| |
Afb. 5, Toon Verhoef, drie werken uit begin jaren '80, 1982, installatiefoto ‘Documenta VII’.
van zijn werk blijven achter bij de kijkervaring. Er valt geen theoretisch kader uit te leggen waardoor het werk verduidelijkt wordt. Het bevat geen verhalende elementen en zelfs de concrete aanleidingen gaan uiteindelijk ook weer een eigen bestaan leiden. Kijken naar het werk van Toon Verhoef is een fysieke en mentale ervaring. Alleen in dat kijkproces kan de diepte en de kwaliteit van het werk van Toon Verhoef worden gezien. |
|