het buitenland letterlijk een hoofdstuk apart, het is niet de Nederlandse literatuurgeschiedenis an sich. De Fayard-uitgave is zo geschreven dat deze geschikt is voor een breed publiek van mensen die zich interesseren voor de Nederlands literatuur en cultuur, voor studenten Nederlands en leraren, voor uitgevers en vertalers, kortom: precies wat de Duitse neerlandici beogen met hun uitgave.
Al in 1992 had het NLPVF geld gereserveerd voor een Nederlandse literatuurgeschiedenis in de drie grote taalgebieden Duits, Engels en Frans. Het NLPVF zag immers toen al, toen de grote stroom vertalingen op gang kwam, hoe belangrijk de context is waarin het buitenland de Nederlandstalige literatuur, die vertaald is of gaat worden, moet kunnen plaatsen. Dan zou misschien voorkomen kunnen worden dat men in Rusland, waar in 1995 De aanslag van Harry Mulisch werd uitgegeven, dacht dat Mulisch een goede Nederlandse detectiveschrijver was.
Toen het Prof. dr. Hanna Stouten, hoogleraar Nederlands aan de Sorbonne, gelukt was de literatuurgeschiedenis bij Fayard onder te brengen -een huzarenstukje - en dit werk, samen met haar coauteurs, tot een goed einde te brengen, was de tijd aangebroken voor het NLPVF te proberen deze literatuurgeschiedenis in Duitsland en Engeland/Amerika uitgegeven te krijgen.
Geen gemakkelijke opgave, dat moge duidelijk zijn.
Maar voor het zover was, werd door de hele redactie eerst de Franse editie geëvalueerd. Op basis van zelfkritiek én op basis van, onder andere, het gedegen artikel van Elisabeth Leijnse in Neerlandici Extra Muros (2000), verklaarden alle auteurs hun artikelen te willen bekijken op consequente aanpak en deze zo nodig aan te passen. Maar vooral verklaarden zij zich vol enthousiasme bereid deze ook te willen ‘toeschrijven’ naar het Duitse en Engelse taalgebied, op dezelfde manier waarop dit voor het Franse taalgebied gedaan was. Dit alles natuurlijk onder leiding van een krachtige neerlandicus-hoofdredacteur uit de respectievelijke taalgebieden.
Zo gezegd, zo gedaan.
We hebben met Duitse neerlandici in deze zin gesproken. We zijn op zoek gegaan naar een Duitse neerlandicus die hoofdredacteur zou kunnen willen zijn voor de Duitse editie en we hebben hun de enthousiaste bereidwilligheid van toch niet de geringsten onder de Nederlandse neerlandici meegedeeld om aan te passen, te herschrijven en te luisteren naar adviezen van hun Duitse collegae, alles binnen redelijke grenzen natuurlijk.
We hebben het óók nog gehad over een apart hoofdstuk over de receptie van Nederlandstalige literatuur in het Duitse taalgebied, aangezien het aantal vertalingen er immers significant is. Ik weet niet wát er nu precies was, maar één ding was duidelijk: Men Wilde Gewoon Niet. Of, in andere termen, men dacht het beter te kunnen. En ik ben bang, hoe hoog ik de heer Grüttemeijer en zijn collegae in Duitsland ook acht, dat zij zich enigszins op de zaak verkijken, al wens ik hen natuurlijk veel succes toe met de hele onderneming. Het is geen sinecure een goede Nederlandse literatuurgeschiedenis te schrijven, daar kunnen alle neerlandici van meepraten. Het is in dat opzicht dus enigszins merkwaardig te denken dat, om met Luc Devoldere te spreken, ‘de Duitse neerlandici hun slag thuis gehaald hebben’ met het schrijven van hun eigen literatuurgeschiedenis. Want om eerlijk te zijn vind ik hun onderneming niet alleen gedurfd maar vooral: verspilling van Nederlands (via de Taalunie) en Vlaams (via het Vlaams Fonds voor de Letteren) belastinggeld. Er wás al een goede literatuurgeschiedenis en er wás voor de vertaling en bewerking van deze geschiedenis al geld gereserveerd.
Ter geruststelling van bezorgde neerlandici én belastingbetalers, kan ik melden dat de Nederlandse literatuurgeschiedenis, met alle genoemde bewerkingen en aanpassingen, in Engeland uitgegeven zal worden bij Boydell & Brewer en in Amerika bij Camden House. Deze uitgave komt in een reeks van literatuurgeschiedenissen van andere taalgebieden en er zal ook een goedkopere paperbackeditie van gemaakt worden. Hoofdredacteur van deze Engelstalige uitgave is Prof. dr. Th. Hermans, hoogleraar Nederlands aan het University College London. Samen met Prof. dr. A.G.H. Anbeek van der Meijden voert hij het aloude team aan voor een prachtuitgave van een Nederlandse literatuurgeschiedenis in het Engelse taalgebied. Er wordt hard aan gewerkt. Streefdatum van deze uitgave is najaar 2004.
Rudi Wester
Directeur Nederlands Literair Produktieen Vertalingenfonds