Ons Erfdeel. Jaargang 45
(2002)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 781]
| |
Taal- en cultuurpolitiekPleidooi voor Multatuli.
| |
[pagina 782]
| |
In het advies dat eind 2001 werd afgeleverdGa naar eind(1) werd een en ander op elkaar afgestemd en werden ook keuzes gemaakt (om eerlijk te zijn is de kern van dit advies al in grote trekken te vinden in het rapport opgesteld door het Algemeen-Nederlands Congres in 1992, geactualiseerd in 1996). Het advies pleitte voor een gebouw in het hart van Brussel en voor een centrum met drie kerntaken: debat en ontmoeting, informatie en presentatie. Nederland en Vlaanderen treden als gastheer op en voeren de regie van het debat waar andere landen en cultuurgemeenschappen actief aan deelnemen. Het centrum biedt informatie aan over de Nederlandse taal en de cultuur van Vlaanderen en Nederland aan diverse doelgroepen. Het levert ook een podium voor auteurs, opinie- en beleidsmakers, presenteert publicaties en kunstenaars uit alle disciplines. Vlaanderen stelt het gebouw ter beschikking en de werkings- en personeelskosten worden voor 2/3 door Nederland en voor 1/3 door Vlaanderen gedragen. Het centrum moet een contactadres worden, doorverwijzen, voldoende openbare ruimte hebben en je moet er kunnen eten en drinken. Het moet een lage drempel hebben en zich in het bijzonder richten op jongeren en ‘minder kansrijke’ gemeenschappen. Tot zover de krachtlijnen van het evenwichtige advies. Eind 2002 is de plek er. De renovatie van het gebouw kan starten. De Nederlandse staatssecretaris voor cultuur is nu aan zet. Voor wie er nog aan mocht twijfelen: de nieuwe taalstrijd wordt in Europa uitgevochten. Het is dus perfect legitiem dat het Nederlandse taalgebied in de hoofdstad van Europa, ook de hoofdstad van Vlaanderen en België, een huis opricht waar dat Nederlands vanzelfsprekend is en men zich ook in andere talen, minstensLinks van het braakliggend stuk grond, op de hoek van de Prinsenstraat en de Leopoldstraat in Brussel ligt het aangekochte pand. Nog links daarvan, de achterkant van de Muntschouwburg - Foto Filip Claus.
het Frans en het Engels (en het Duits?), zal richten tot de bezoeker. Men zal daarbij nuchter moeten blijven. Zowel migranten van buiten Europa als eurocraten blijken in Brussel moeilijk te bereiken. De laatste zijn vaak meer geïnteresseerd in hun golfclub en restaurants en leven in knusse getto's met schuttingen. De Muntschouwburg kan er nog net bij. Ook ‘het grote Europese cultuurdebat’ blijft vaak een wensdroom. Nietzsche definieerde een natie als mensen die dezelfde taal spreken en dezelfde kranten lezen. Er bestaan vooralsnog geen echte Europese kranten en dus | |
[pagina 783]
| |
ook geen Europese opinievorming. De meeste intellectuelen blijven in hun taalgebied en binnen staatsgrenzen opereren. Als de natie een voortdurend gesprek is, zoals Kossmann ooit zei, dan is het maar de vraag in welke taal er gesproken zal worden. Maar laat ons hier niet somberen. Het is beter aan het werk te gaan. Rest nog de naam voor het huis. Duitse instituten verbinden hun naam aan Goethe, Spaanse aan Cervantes, Amsterdam heeft zijn Maison Descartes. Je hebt dus een naam met allure nodig. Erasmus is te vaak gebruikt en heeft overigens al een huis in Anderlecht en in Jakarta. Ik vind dat het huis in Brussel Multatuli moet heten. Een recente enquête, uitgevoerd bij de leden van de Koninklijke Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, leverde Eduard Douwes Dekker op als grootste Nederlandse schrijver aller tijden. Hij schreef zijn meesterwerk Max Havelaar in het Brusselse logementshuis ‘Au Prince Belge’ aan de Bergstraat, op een boogscheut van de Leopoldstraat. Multatuli klinkt exotisch want Latijn voor ‘Ik heb veel gedragen, verdragen, geleden’ en hoeft dus in het Brusselse taalgevoelige Babel niemand te schofferen. Het staat boven de concurrentie. ‘Ik ga naar een concert in Multatuli’ heeft alle kansen om even vanzelfsprekend te worden als Felix Meritis en Artis. Wie weet daar nog dat het om ‘gelukkig door verdiensten’ gaat of ‘de natuur is de leermeesteres van de kunst’ (Natura Artis magistra)? En laat men aan de ingang de woorden van Elsschot ophangen: ‘Multatuli is in ons taalgebied een ware Prometheus geweest. Afgestoten door alle machthebbers heeft hij in ballingschap zijn brood gegeten maar zonder versagen de fakkel van het non-conformisme en van de opstandigheid hooggehouden. Uit zijn as is de hele moderne Nederlandse litteratuur opgeflakkerd. Zijn cultus is ons aller heilige plicht.’ Voilà. Zo iemand mag naast Goethe, Cervantes en Descartes staan. Luc Devoldere |
|