Veel geblaat en behoorlijk wat wol.
Het nieuwe ModeMuseum in Antwerpen
Mode is de popmuziek van de beeldende kunsten. Het oordeel van de doorsnee intellectueel, die diepzinnigheid, ernst en degelijkheid hoog in het vaandel draagt, luidt: ‘oppervlakkig, frivool en nutteloos’. Een vooroordeel eigenlijk, dat bovendien achteloos voorbijgaat aan Oscar Wildes aanbeveling dat ‘a well-tied tie is the first serious step in life’.
Bij de persvoorstelling van het Antwerpse MoMu werd ‘het afrekenen met vooroordelen’ als een van de doelstellingen van dit gloednieuwe modemuseum genoemd. Geen ivoren toren voor ontwerpers en hun paladijnen, maar een toegankelijk museum en documentatiecentrum. Intendant Linda Loppa wil publiek over de vloer. Veel publiek, zo blijkt uit het persdossier: ‘Publiekswerking vormt de schakel tussen het MoMu en zijn omgeving - de stad, de bezoeker, de pers, de modewereld, het socio-culturele leven,...’ De activiteitenkalender zal zich op een breed publiek richten, dankzij een veelzijdig programma met tentoonstellingen, rondleidingen, ateliers, workshops, kinderanimatie, nocturnes, previews, lezingen, debatten, studiedagen en rondetafelgesprekken. De bezoekers moet een blik achter de schermen van het museum gegund worden in een open restauratieatelier. Ontwerpers moeten een dialoog kunnen aangaan met schrijvers, schilders, regisseurs, enz. De rijke collectie zal in extenso op The Museum System geregistreerd worden, zodat ze gedigitaliseerd in woord en beeld te raadplegen zal zijn. Bedrijven kunnen een avondlijk bezoek aan het MoMu reserveren voor groepen van minimaal 50 personen, en jarige kinderen kunnen een kijk- en doe-rondleiding krijgen met taart en frisdrank als feestelijke afsluiter.
De modetempel als multifunctioneel volkshuis: dat lijkt de boodschap te zijn achter al deze grootse plannen. De ModeNatie, een mooi verbouwd pand aan de Nationalestraat, biedt niet alleen onderdak aan het ModeMuseum, maar ook aan het Flanders Fashion Institute en de gerenommeerde modeafdeling van de Hogeschool Antwerpen. Daarnaast is er plaats voor o.a. een conferentiezaal, een boekwinkel en een brasserie. Het oorspronkelijke gebouw werd in 1910 geplaatst in opdracht van de Antwerpse Gasmaatschappij en vanaf de jaren zestig als beschermde werkplaats gebruikt. Architecte Marie-Josée van Hee mocht de nieuwe bestemming van het gebouw uittekenen en herstelde de heldere basisstructuur in ere. Ze voegde er o.a. een publieke doorgang dwars door het bouwblok en een glazen koepel aan toe. Helderheid en toegankelijkheid dus. Van Hee stelt dat het bij elkaar brengen van een aantal afzonderlijke maar gelijktijdig op elkaar aangewezen bestemmingen binnen dezelfde muren een garantie is voor ‘een permanente dynamiek’.
Dat komt goed uit, want in de persmap van het museum staat het volgende te lezen: ‘Vanaf september vertaalt het MoMu zijn kleding- en textielcollectie in een wisselend en dynamisch tentoonstellingsbeleid.’ Het was ook de hoogste tijd, want het museum zou oorspronkelijk al een stuk eerder de deuren geopend hebben: het moest de parel aan de kroon van het Modejaar 2001 Landed/Geland in Antwerpen worden. Maar uiteindelijk bleek het project duurder uit te vallen dan oorspronkelijk gepland. Daardoor, en ten gevolge van een paar andere tegenslagen (in juli 2001 vertraagde een brand de toen bijna afgeronde werken), nam de realisatie ervan vreselijk veel tijd in beslag. Zelfs de