Ons Erfdeel. Jaargang 45
(2002)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 728]
| |
Koen Vermeule, ‘Figuren op schijf’, 2001, olie op doek, 200 × 230 cm - Foto Thijs Quispel.
| |
[pagina 729]
| |
Werkelijkheid op afstand
| |
[pagina 730]
| |
Koen Vermeule, ‘Figuur met tafel’, 2001, olie op doek, 100 × 65 cm - Foto Thijs Quispel.
De voorstellingen op de recente doeken zijn soms verbazingwekkend gewoon. Een paar spelende kinderen, een zittende puber, een landschappelijk panorama gezien vanaf de autoweg. Alleen in de stadse scènes zijn mensen te zien, opvallend vaak geïsoleerd weergegeven. Soms zijn ze letterlijk alleen, zoals een jongetje dat lijkt te zijn achtergebleven op een verlaten schoolplein. Maar ook samen lijken ze weinig contact te hebben, ze kijken of raken elkaar zelden aan. Het zijn types die we allemaal wel eens tegenkomen op straat, geen personages met een herkenbare signatuur. De kunstenaar noemt ze archetypes; algemene verschijningsvormen van de mens. Een enkele vrouw, iets vaker mannen, maar vooral kinderen figureren op zijn schilderijen, in hun stadse omgeving en uitdossing. De kenmerken van hun sekse of van tijd-gebondenheid, zoals een hoofddoek of een paar sportschoenen, lijken vooral schilderkunstig van betekenis. Het patroon van de doek of de belijning van de schoen vormen een fraai accent tegen de grotendeels monochrome achtergrond. | |
[pagina 731]
| |
Koen Vermeule, ‘Zonder titel’, 1996, olie op doek, 200 × 140 cm - Foto Thijs Quispel.
De kunstenaar hinkt hier blijkbaar op twee gedachten. Hij kiest voor uit hun context gehaalde figuren om de voorstelling een meer universele geldigheid te geven, maar geeft tegelijkertijd de binding met deze tijd aan door elementen als een speeltoestel of een achterstevoren gedragen baseballpetje. | |
De lens is de stijlIn een eerdere periode, van 1994 tot en met 1996, maakte hij tal van schilderijen waarin juist de tijdloosheid ver is doorgevoerd. Ze worden gekenmerkt door een grote mate van abstractie, zowel in hun onderwerp als in de uitvoering. Een enkele figuur staat telkens centraal tegen een eenvoudige ondergrond. De kleding is modelloos en onbepaald, een zwarte broek met bovenkleding die het midden houdt tussen een trui, overhemd of jasje. De houding van de figuren, waar we van opzij of bovenaf op neerkijken, is ongebruikelijk. Ze knielen of buigen voorover tot aan de grond, met onbestemde reden, er geheel | |
[pagina 732]
| |
Koen Vermeule, ‘Zonder titel’, 1993, olie op doek, 170 × 340 cm - Foto Thijs Quispel.
in opgaand en zich niet bewust van de toeschouwer. Deze wat onbeholpen, bevroren bewegingen en de vreemde overgave wekken verbazing, maar ook ontroering. De schilder is echter niet zozeer geïnteresseerd in de psychologische kant van deze geïsoleerde figuren. Het is vooral het effect van de fysieke houding dat hem bevalt en dat hij als een bijzonderheid presenteert. De figuren bevinden zich op een vrijwel ongedefinieerde ondergrond, geschilderd in een heldere kleur, doorsneden door een paar perspectief aanduidende lijnen. Het grondvlak strekt zich denkbeeldig uit buiten het beeld, wij zien een uitsnede. Alsof er van een afstand is ingezoomd op juist dit hoekje grond, dit stukje plein. Een groen vlak doet - mede door de witte strepen erlangs - even denken aan een voetbalveld, maar er is geen grassprietje te zien. Het is ruimtelijke suggestie, geen realiteit. Een vroege variant op deze schilderijen is het hier afgebeelde werk uit 1993 (‘Zonder titel’). Een jongetje ligt op zijn rug op de grond, met gesloten ogen, de armen en benen gespreid. Het is niet duidelijk waarom hij daar ligt, of hij gevallen is of meespeelt in een zelfbedacht spel. Dat is ook bijzaak, al werkt het mee aan de uitdrukkings-kracht van het beeld. Belangrijker is de compositie. Het jongetje wordt als object ons beeld in geschoven op een diagonaal vlak, een schots bijna, die in richting spannend contrasteert met de andere meer horizontaal lopende lijnen. De zwarte schaduwvlek op de borst van de jongen kun je zien als een hondje, maar tegelijkertijd als een kleur- en vormtechnisch tegenwicht ten opzichte van de rode band die het schilderij aan de bovenzijde afsluit.
Hoezeer het ook gaat om abstractie, vlakverdeling, belichting en structuur, voor aanvang van elk doek is er een concreet beeld; een foto gemaakt door de kunstenaar of door hem uitgeknipt uit de krant. Foto's functioneren | |
[pagina 733]
| |
Koen Vermeule, ‘Zonder titel’, 2000, olie op doek, 60 × 60 cm - Foto Thijs Quispel.
eigenlijk als schetsen of voorstudies. Ze zijn een aanleiding, een hulpmiddel om de eerste indruk vast te houden alvorens die verder uit te werken. In een catalogustekst van Jurriaan Benschop staat dit proces van foto tot schilderij mooi beschreven: ‘Hij komt op straat iets tegen wat een schilderij kan worden, en dat is een eerste station, een mogelijk beeld. Een eerste uitsnede ook. En een eerste filter van het licht. Vervolgens is een nieuw kader nodig, meestal kleiner, omdat er al genoeg gebeurt op de vierkante meter. De eerste kiekjes zijn bovendien te expliciet en te gedetailleerd. Er zijn nog allerlei zaken te zien die in het schilderij niet thuishoren. (...) De schilder komt daarna pas goed op gang. Wat hem in het bijzonder interesseert is het theatrale effect van het tafereel. Dat gaat hij uitlichten en intensiveren.’Ga naar eind(1) Eigenlijk is de schilder zelf de lens, schrijft Benschop: ‘De lens van Vermeule zou je zijn stijl kunnen noemen.’ Hij ziet immers alleen waar hij oog voor heeft. Voor gewone zaken, die hij isoleert en daardoor bijzonder maakt. Zelf is Vermeule geen liefhebber van kunstfoto's, ze zijn hem te vlak, je ogen blijven er maar kort aan haken. Het kijken, kaderen en focussen is zijn | |
[pagina 734]
| |
link met de fotografie. Grappig in dat opzicht is dat hij een fotograferend kunstenaarsduo als onderwerp koos voor zijn recentste schilderij. De mannelijke figuur staat op een trapje, gebogen over de camera op statief. De vrouwelijke figuur flankeert hem en kijkt aandachtig mee in de richting van de camera. Eigenlijk gaat ook dit beeld veel meer over hun zwarte, bijna in elkaar versmolten silhouetten. En om het beeldrijm van hun gebogen schouders en het paarse kleuraccent ten opzichte van de lichte ondergrond, waarop de vluchtige schaduw van een boom te herkennen is. | |
LandschappenEen foto uit het autoraampje, met een hand aan het stuur en de andere aan de camera, kan de basis zijn voor een landschapsschilderij. Deze landschappen hebben een ander karakter dan de stadsscènes. Ze zijn vrij klassiek in hun voorkomen. Altijd een liggend formaat, een hoge horizon en met verfstructuur opgeroepen stukken land. Hoewel de menselijke arbeid in voren, wegen en beplanting te herkennen is valt er geen mens te bespeuren op de landerijen. Het stoeien met lijnen, vlakken, kleur en textuur heeft hier volledig de voorrang gekregen. De landschappelijke werken zijn daardoor heel tastbaar en minder behept met het nemen van afstand. Een schilderij waarin al Vermeules schilderkunstige fascinaties en kwaliteiten vervat zijn is het werk ‘Ternel’, uit 2001. Een flinke lap lucht, een stevig aangezette goudbruine grond met zwarte en gele accenten, een grillig groen bosje dat ons het beeld inleidt, samen met een krommend fragment autoweg dat de linker onderhoek vult. Een plat vlakje verkeersbord, met diagonale strepen zwart en geel en als bijzonder kleuraccent een helderblauwe heuvelrug aan de horizon. Het geheim van dit harmonieuze en toch spannende beeld schuilt in de verfijnde manier waarop hij contrasten bij elkaar brengt. Laten we hopen en ervan uitgaan dat Koen Vermeule nog vele jaren door-schildert. Dat we kunnen uitzien naar de vrije bewerkingen van zijn foto's, naar de wijze waarop hij de wereld voor ons stilzet. Plannen heeft hij genoeg. Voor de eerstvolgende schilderijen, maar ook voor nieuwe experimenten. Om zijn waarnemingen nog veel directer in beeld te kunnen brengen, zou hij het medium film willen uitproberen. Ook een beeld maken is een voornemen, om uit te zoeken hoe zijn figuren ruimtelijk vertaald kunnen worden. Pas daarna zullen we weten hoezeer hij gebakken is aan de schilderkunst, die meer dan fotografie en film afstand tot de werkelijkheid inhoudt, toch een kern van zijn werk. Het werk van Koen Vermeule bevindt zich in de collectie van Galerij Tanya Rumpff in Haarlem. |
|