G. Reve (o 1923) - Foto E. Posthuma de Boer.
zijn
Verzameld werk. Maar er is ook een lezer en die wil graag weten welke selectie de auteur maakte. Op dit punt laat de ‘Verantwoording’ van deel 6 het afweten. Daarin wordt meegedeeld dat ‘de basistekst van een groot deel van het opgenomen werk afkomstig is uit enkele verzamelbundels’, zeven in getal, van
Een Eigen Huis via twee delen
Archief Reve tot en met
Zondagmorgen zonder zorgen. Welke teksten uit welke verzamelbundels afkomstig zijn en welke niet werden opgenomen in het
Verzameld werk, onttrekt zich echter aan de waarneming van de lezer. Toch is het significant voor de aard van de keuze dat het geruchtmakende gedicht ‘Voor eigen erf’, met de regels
Gooi al dat zwarte tuig er uit:
niet werd uitverkoren voor het Verzameld werk en dus ook de ‘Verklaring’ niet die Reve achteraf uitgaf, waarin hij het gesmade gedicht bestempelt als ‘een primitieve - vermoedelijk in al te vulgaire bewoordingen gestelde - alarmkreet’ en als zodanig een middel om aandacht te vragen voor de in zijn ogen rampzalige immigratiepolitiek van de Nederlandse regering.
Het is eveneens volstrekt onvoldoende met betrekking tot Terugkeer, de dichtbundel die Reve in 1940 in eigen beheer liet verschijnen, te spreken van ‘de uitgave die verscheen in 1999’. Met deze summiere aanduiding in de ‘Verantwoording’ wordt gedoeld op de herdruk die in dat jaar verscheen bij uitgeverij Conserve in Schoorl. Dat de ‘afzonderlijke uitgave’ van Op Zoek in 1995 bij De Bijenkorf uitkwam, had ook wel even mogen worden vermeld.
Hier wreekt zich het feit dat deel 6 van het Verzameld werk, dat editie-technisch de meeste aandacht behoefde, niet werd bezorgd door Nop Maas, zoals de voorgaande vijf delen. De oorzaak laat zich raden: het ongecontroleerde optreden van Reves levensgezel en zaakwaarnemer, dat Maas deed besluiten zijn bemoeienissen met het Verzameld werk te staken.
Deze onverkwikkelijke gang van zaken laat onverlet dat het zesde deel fraaie teksten bevat. Van kort na de bevrijding dateert ‘De Das In Het Bos’, waarin in fabelvorm het lot wordt beschreven van een jood die terugkeert uit een concentratiekamp en op zoek gaat naar zijn achtergelaten eigendommen. Het gebruiken van vermenselijkte dieren en dierennamen zal een constante worden in het werk van Reve.
Eveneens uit de begintijd is ‘De Sociale Positie Van Sinterklaas’, waarin een schitterende communistische definitie van de beroemde kindervriend voorkomt: ‘een voze, onwaarachtige, kapitalistische, reformistische, tot verzoening der tegenstellingen tussen de klassen in het leven gehouden figuur’.
In het latere werk neemt het beschouwende element toe. Reve is op zijn best, als hij zich onafhankelijk opstelt tegenover instituties als de katholieke kerk, vertegenwoordigd door hoogwaardigheidsbekleders als bisschop Simonis en de paus. Zijn geestig geformuleerde oordeel getuigt dan van een gezond verstand dat hem lijkt te ontvallen, als hij zich keert tegen het socialisme, de religie van zijn jeugd, en in overtrokken bewoordingen spreekt van ‘het nieuwe, rode fascisme’. Dan is een door paniek bevangen, opgejaagd mens aan het woord dat eens te meer in conflict is met de wereld. De opgave zich daarin staande te houden beheerst ook het bestaan van Reves personages en vormt de grondslag van zijn schrijverschap. Behalve een beperkt aantal kwalijke, racistische uitlatingen dankt de Nederlandse literatuur er een imposant oeuvre aan.
G.F.H. Raat
gerard reve, De Avonden. Een Winterverhaal. Facsimile-uitgave van het manuscript en typoscript, De Bezige Bij, Amsterdam, 2001.
gerard reve, Verzameld werk, deel 6, L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2001, 768 p.