een eigen prijs uit te reiken. Aan de beeldende kunstenaar Jozef Cantré werd gevraagd een Ark te ontwerpen. Elk jaar zou de naam van een schrijver erin gegrift worden. Overigens kwam niet alleen uit vrijzinnige hoek reactie op het niet toekennen van de Provincieprijs aan M. Gijsen. A. Westerlinck, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven en hoofdredacteur van Dietsche Warande & Belfort, kapittelde het ‘ergerlijk, dom en soms gewetenloos klerikalisme van enkelen, die op gebied van letterkunde en van heel het cultuurleven, met de beste bedoelingen wellicht, schromelijk veel kwaad doen aan de christelijke cultuurzaak én aan onze cultuur in het algemeen’ (p. 30).
De eerste Arkprijs van het Vrije Woord ging in 1951 naar de dichteres Christine D'haen. Na haar volgde een lange lijst met namen, waarop heel wat bekende en ook veel onbekende laureaten voorkomen. In het begin reikte de redactie van het NVT de prijs uit; later gebeurde dat door een onafhankelijke stichting. De prijs is enkel voor Vlamingen bestemd. Op de lijst vinden we dus geen anderstaligen of Nederlanders. De meeste laureaten zijn schrijvers, maar de laatste tijd worden ook veel mensen bekroond die in het maatschappelijke leven een onafhankelijke en kritische stem hebben laten horen. De namen van o.a. Hugo Claus, Jos de Haes, Ivo Michiels, Hugues C. Pernath, Paul Snoek, Eddy van Vliet, Leonard Nolens, Stefan Hertmans en Tom Lanoye staan in de Ark gegrift, maar ook die van auteurs als Fernard Goddemaer, bekroond omwille van zijn Kongoroman, of van C.C. Krijgelmans, van journalisten zoals Georges Hebbelinck, Maurice de Wilde of Daniël Buyle, cartoonisten als Gal en Zak, van enkele politici, zoals de oud-communist Bert van Hoorick en Paula D'Hondt, enz. De 52e Arkprijs werd onlangs toegekend aan de schrijver Pol Hoste.
Het boek Een onberaamd verbond. 50 jaar Arkprijs van het Vrije Woord bevat, naast enkele inleidende stukken waarin de geschiedenis van deze prijs geschetst wordt, ook een korte bijdrage per laureaat. Meestal zijn dat korte stukjes, maar het kunnen ook gedichten zijn of zelfs cartoons. Sommige zijn interessant of leuk om lezen, andere zijn banaal, of beperken zich tot de presentatie van een wat vergeten laureaat. Er staat ook een bijdrage van een niet-winnaar in: Gust Gils. Hij vertelt waarom hij niet in aanmerking kwam voor de prijs en hoe Willy Roggeman in 1965 de onderscheiding eigenlijk geweigerd had, maar omdat zijn naam al in de Ark gegraveerd was, kon men onmogelijk anders dan hem toch maar uit te reiken. De plechtigheid had plaats, zonder de laureaat. Blijkbaar, merkt Gils op, houdt de zo geroemde ‘Vrijheid van het Woord, géén Vrijheid van Weigering in’.
Zo is dit gedenkboek niet uitsluitend een hulde aan de eigen zaak; soms kan men, tussen de regels en een enkele keer heel expliciet, kritische opmerkingen lezen over deze ‘onberaamde’ onderscheiding.
Dirk van Assche
Een Onberaamd Verbond. 50 jaar Arkprijs van het Vrije Woord, onder redactie van lucas de vos, De Vrienden van de Zwarte Panter, 2000, 288 p.