Het luisterarchief
Vanuit een dergelijke optiek is het in feite niet van belang dat er van een cd met muziek van Goeyvaerts 1000 of 2000 exemplaren zijn verkocht, maar dat deze cd's er sowieso zijn, dat ze wereldwijd te raadplegen zijn, via de radio uitgezonden kunnen worden, in muziektentoonstellingen, dat wil zeggen radioproducties over Vlaamse muziek kunnen worden ingezet en zo wellicht zouden kunnen leiden tot een meer algemene, meer internationale en over meer publieksgroepen verbreide oordeelsvorming, ja eventueel daardoor ook tot meer uitvoeringen. Radio Nederland, de Nederlandse Wereldomroep, heeft zo sedert een tiental jaren een groot aantal cd's met Nederlandse muziek in de Verenigde Staten afgezet bij tal van radiostations.
Zelfs in eigen land heeft een dergelijke verspreidingsoptiek zin. Tal van (vooral 18de- en 19de-eeuwse) composities zijn door musicologen besproken op basis van manuscripten; men heeft er oordelen over gevormd en niet zelden hebben deze oordelen zelfs de schijn van collectiviteit gekregen doordat de ene muziekhistoricus of muziektheoreticus de andere na schrijft zonder ooit de akoestische werkelijkheid van zijn onderwerp gehoord en ervaren te hebben. Het cd-archief kan hierin verandering brengen, zelfs al is een enkele opgenomen uitvoering, dus een enkele opgenomen interpretatie niet meer dan een eerste stap naar enig collectief bewustzijn ten aanzien van een voordien nog onbekende en ongehoorde compositie.
Het gaat er nu dus niet meer om of we geld investeren om onszelf te promoten als volmaakte uitvoerenden van Nederlandse of Vlaamse muziek. Niet wij maar de muziek. Het gaat er dus om dat in klank grondig gedocumenteerd wordt wat er door de eeuwen heen tot op heden en morgen gecomponeerd is en wordt. Dat is dan ook niet meer een taak van individueel belang, van een enkele musicus, ensemble, orkest of platenmaatschappij, maar van collectief belang. Het dient evenzeer van staatswege (zonder aanzien des persoons, zonder aanzien van stijl of techniek) gestimuleerd en ondersteund te worden als men doet bij een nationaal literatuur-, foto-, architectuur- of literatuurarchief.
Er is echter een wezenlijk verschil, namelijk dat een boek, beeldhouwwerk of schilderij geen ‘uitgevoerde vertaling’, geen extra ‘vertaalslag’ nodig heeft om begrepen te worden, en het maken van een ‘getrouwe’ reproductie van zo'n schilderij of van een foto van een bouwwerk slechts een fractie van de prijs kost, die op tafel gelegd zou moeten worden voor een klinkende reproductie van een partituur. En met dat andere wezenlijke verschil, dat honderd mensen die een enkel boek lezen honderd interpretaties kunnen opleveren, terwijl een partituur dan honderd keer uitgevoerd dient te worden liefst door honderd verschillende ensembles voor honderdmaal een ander publiek.... Een levende partituur kent nu eenmaal niet één enkele interpretatie, maar minstens twee. Daarin ligt een (lee van haar echtheid en aura besloten.
Het opbouwen van een luisterarchief dat wereldwijd eenvoudig te raadplegen is, dat alom toegankelijk is, dat liefst meerdere interpretaties kent van een compositie, dat geen onderscheid maakt tussen hoge of lage kunst, dat geen kwaliteitsmoraal wil uitdragen - daar nu ligt een droom waarin cultuur en educatie samenkomen. Want cultuur is educatie. Het is immers de onwetendheid die er toe geleid heeft dat één enkele gecanoniseerde halve waarheid als nog steeds ‘echter’ wordt beschouwd dan de vele, ja ontelbaar vele hele waarheden die de werkelijkheid van onze wereld gevormd hebben en blijven vormen. In de muziek kan het ontsluiten van bronnen, het opbouwen van een dergelijke nationaal en internationaal luisterarchief, daartoe bijdragen.
Leo Samama