1962 toenadering zocht tot de Vlaamse federalisten van Walter Couvreur en Frans van der Elst, behoorde tot de kern van de Société.
Het Interbellum was de bloeitijd van tientallen plaatselijke ‘Waalse liga's’ die aanstuurden op de vorming van een Waalse volksbeweging. In de Tweede Wereldoorlog traden heel wat leden van die liga's toe tot het verzet.
Na de bevrijding verenigde een ophefmakend Congrès National Wallon in oktober 1945 haast alle partijpolitieke vooraanstaanden met het kruim van de wallingantische verzets-organisaties. De strijd tegen Koning Leopold III (1945-1950) en de gewelddadige opstand van de renardistische vakbonden tegen de eenheidswet van het kabinet-Eyskens (1960) scherpten de Waalse gevoeligheden verder aan. Uit de Société historique van 1938 ontstond in 1960 het Institut Jules Destrée, dat de denktank zou worden van de Waalse Beweging.
Vanaf dat moment komt die beweging in een stroomversnelling. Onder impuls van prof Hervé Hasquin, de huidige minister, richt de Université Libre de Bruxelles in 1980 een leerstoel op voor de geschiedenis van Wallonië en van de Waalse Beweging. Het Institut Jules Destrée begeleidt een cel van academici, die mondelinge getuigenissen en archiefstukken verzamelen over de Waalse Beweging voor, tijdens en na de oorlog. Wanneer dat uiteindelijk een encyclopedische verzameling vormt, besluit het Institut tot de publicatie ervan. Financiële overheidssteun wordt gevraagd en ruim toegekend. Het resultaat ligt vandaag voor ons.
Bij de eerste kennismaking valt het grote aantal trefwoorden op die verwijzen naar onbekende militanten en mini-verenigingen. Tegelijk bevreemdt dit. Dat iemand secretaris of penningmeester is geweest in een plaatselijke afdeling van het Rassemblement Wallon, een Ligue wallonne, de Jeunesses Wallonnes, volstaat om met enkele woorden te worden vermeld. De niet - Waalse lezer heeft er niets aan, maar de keuze wordt hem duidelijk, als hij de verantwoording van de samenstellers leest. Volgens hen is het nodig ook de aandacht te vestigen ‘op de actie van de vrouwen en de mannen die een groot deel van hun tijd, ja hun hele leven, hebben besteed aan hun regio, aan wat de militanten beschouwden als hun land, of dat nu in hun opvatting Wallonië dan wel Frankrijk was.’ De uitgesproken wallingantische benadering doet geen afbreuk aan de waarde van het geheel. De meeste overzichtsartikelen zijn stevig gedocumenteerde essays. Niet alleen de interne Waalse ontwikkelingen, ook de verhouding tot Vlaanderen, de Belgische taalproblemen, de Vlaamse emigratie naar Wallonië komen uitvoerig aan bod.
De brede geschiedkundige beschrijving herinnert eraan dat de Waalse Beweging omstreeks 1886 ontstond in het spoor van de grote arbeidersstakingen, en dat reeds in 1891 openlijk werd gepleit voor de opdeling van België in twee gefedereerde gewesten. Het verwerven van culturele autonomie is nooit een hoofddoel geweest. Vooraan stond de bezorgdheid om de economische positie, om de demografische bedreiging en de sociale noden van Wallonië. Toch stond (en staat) de Waalse Beweging ook afgestemd op culturele bewustwording. De belgicistisch geïnspireerde Franstalige Brusselse pers heeft de Waalse Beweging steeds voorgesteld als een defensieve reactie op de Vlaamse Beweging. Zij miskent het Waalse streven naar erkenning en bevestiging van de eigen culturele identiteit. De Encyclopédie vestigt de aandacht op dat streven.
Telkens opnieuw ligt de klemtoon op de eentaligheid van Wallonië. Er wordt nauwelijks begrip opgebracht voor de verzuchtingen van de Franstalige burgerij in Vlaanderen. Die minderheid helpen, zo is de redenering, zou de ingeweken Vlamingen in Wallonië kunnen aanzetten om daar tweetaligheid te eisen. Conform diezelfde redenering wordt aangevoerd dat de Franstaligen, die zich opstelden tegen de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit, een achterhoedegevecht leverden dat geen deel uitmaakte van de Waalse strijd. Het rechtse nationalisme in de Vlaamse Beweging vindt echter geen genade. August Borms is nog maar eens ‘le traître activiste’.
Het artikel over Voeren erkent de gestadige toename van de Nederlandstalige bevolkingsgroep. Het gaat nader in op de sociologische aspecten van het dossier en noemt de Voerkwestie ‘la cristallisation de l'ethnicisation’ van het Belgische politieke bestel. De auteur van het artikel, Pierre Verjans, interpreteert de Vlaamse overwinning in het taalgrensgeschil als een beslissende fase in de opbouw van de Vlaamse natie. Er is hier een drempel overschreden, schrijft hij.
De linkse mentaliteit van de redactie is alom voelbaar. De geschiedenis van de Waalse Beweging mag niet worden besmeurd met ‘fas-