Taal- en cultuurpolitiek
Het buitenland en wij
In de marge van de Turijnse boekenbeurs, waar de Nederlandstalige literatuur centraal stond, liet Rudi Wester, directeur van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds, zich ontvallen dat Italianen houden van klassieke boeken. Vondel en Multatuli zijn in het Italiaans vertaald, en werk van A. Alberts vond onlangs een onderkomen bij de prestigieuze uitgeverij Adelphi.
Italië is ook het enige land waar ooit een integrale vertaling van Bredero's Groot Lied-Boeck van de persen rolde. Aan deze 900 pagina's tellende uitgave is met ware liefde gewerkt. Uitgever Viviano Cavagnoli, in het ‘echte’ leven werkzaam bij een elektronicabedrijf, is een fijnproever die vindt dat iedereen de kans moet krijgen om de grote klassieken van de wereldliteratuur te lezen. Zijn uitgeverij Ariele heeft reeds eerder meesterwerken uit het Perzisch, Tamil, Japans en IJslands gepubliceerd. Ook Lucifer van Vondel zit in zijn fonds. Bredero's liederenboek werd met steun van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds en het Prins Bernhard Fonds in een tweetalige editie op duizend exemplaren gedrukt. Vertaler Franco Paris, die ook al tekende voor vertalingen van Anna Enquist en H.M. van den Brink, zette het zeventiende-eeuwse Nederlands om in hedendaags Italiaans en zorgde ervoor dat de gedichten zingbaar bleven door het ritme op het rijm te laten primeren. Het resultaat bewijst volgens de uitgever en vertaler hoe modern Bredero eigenlijk is. Può cambiare: 't Kan verkeren.
De voorliefde voor ouder en stevig gecanoniseerd literair werk kan deels verklaard worden door de sterke nadruk op geschiedenis en theorie in het Italiaanse literatuuronderwijs. Volgens sommigen draagt dat bij tot een dalende belangstelling voor literatuur en boeken in het algemeen, en zelfs tot ontlezing. Maar het levert blijkbaar ook verrassende keuzes op bij Italiaanse vertalers. Zo verscheen in de reeks ‘Labirinti’ de tweetalige editie Un'artistica rappresentazione di Esmoreit, figlio del re di Sicilia. Fulvio Ferrari, van de vakgroep Germaanse Filologie van de Università di Trento, vertaalde dit abel spel over de te vondeling gelegde kroonprins van Sicilië en zorgde in één moeite door voor een uitvoerige inleiding.
Ook Giorgio Faggin spant zich al jaren in om de artistieke en literaire erfenis van de Lage Landen bekend te maken in Italië. Deze kunsthistoricus schreef monografieën over de gebroeders Van Eyck en Memling, en een handboek over schilderkunst in het Antwerpen van de zestiende eeuw. Hij koestert daarnaast een passie voor de literatuur en dat leidde bij uitgeverij Mobydick tot vertalingen van o.a. Maurice Gilliams (
Elegie fiamminghe, 1994), Multatuli (
Pensieri, 1997), Guido Gezelle (
Poesie scelte, 1999) en Karel van de Woestijne (
Liriche, 2000). Faggin heeft ook een grote belangstelling voor de taal en literatuur van Friuli, een provincie in Noord-Oost Italie. Hij schreef gedichten in het Friulaans, de
Pieter van Loon, ‘Genoa, Strada della Madre d'Iddio e Ponte di Carignano’, 1847, olie op doek, 61,5 × 90 cm, Genua, Cassa di Risparmio di Genova a Imperia.