drie kinderen, op drie achtereenvolgende dagen van de week: vrijdag, zaterdag en zondag. Voor kinderen van gescheiden ouders zijn dat speciale dagen, want vaak betekent het dat ze van de ene ouder verhuizen naar de andere. Zo brengen Winnie en Michael het weekend door bij hun vader en gaat Aurelie, het derde kind, op bezoek bij een tweede vader, want Nathalie heeft kinderen uit twee relaties. De levens van gescheiden ouders en hun kinderen zijn vaak een puinhoop, laat Enthoven aanvoelen met deze film. Zijn betoog verzinkt nergens in tranerigheid of sensatiezucht. Alleen de weinig geïnspireerde muziekband doet wat af aan de directheid van de beelden.
Ook bij
Falling van Hans Herbots en Anne Provoost is er iets met de taal. Om het acteerspel vloeiender te maken, kiezen de makers voor het Engels. Naar verluidt schrok men ervoor terug het Nederlands te combineren met andere talen. De tiener Lucas wordt in het Zuiden van Frankrijk geconfronteerd met extreem-rechts, een gegeven waar hij voordien kennelijk nog nooit van heeft gehoord. Ook over de familiegeschiedenis van moederskant is hij volledig onwetend. Gaandeweg leert hij iets bij over beide onderwerpen.
Falling lijdt aan minstens twee onevenwichtigheden: het Bildungsproces van Lucas wordt onhandig en ongeloofwaardig aangebracht. Ten tweede begint de boodschap al snel de overhand te krijgen op de film. Daardoor raak je na verloop van tijd gefixeerd op de naden, de lijm en de ophanging van de constructie. De hoofdrollen worden (op Koen de Bouw en Wouter Hendrickx na) vertolkt door een internationale cast (Lee Williams als Lucas, Angela Bettis, Jill Clayburgh en Alice Krige). Herbots bereikt op
Uit ‘De verlossing’ van Hugo Claus.
dat vlak een aanzienlijke graad van homogeniteit maar met de consistentie en de innerlijke logica van de vertelling is het minder goed gesteld.
De verlossing van Hugo Claus is een echte ‘Vlaamse’ film, met personages recht uit de Vlaamse klei. Maar ook hier krijgen we het ongewone fenomeen van de Vlaamse film met Nederlandse ondertitels. De acteurs praten geen Nederlands of half-Nederlands, zoals in andere Claus-films, maar wel rechttoe rechtaan Antwerps dialect. De dialogen en de personages winnen daardoor aan kracht. Gilda de Bal speelt de rol van Magda, een oudere vrouw die op sterven ligt. Haar echtgenoot Oscar, vertolkt door Jan Decleir, is een voddenkoopman.
Uit ‘Olivetti 82’ van Rudi van den Bossche.