gegeven aan een rijke verbeelding die tot uitdrukking komt in de voorkeur voor het fantasievolle en fantastische zoals bijv. de bezieling van de natuur, en voor het creëren van denkbeeldige werelden, of het nu om utopieën of anti-utopieën gaat.
De aantrekkelijkheid van epen en legenden - en de Arthur-legende is een van de grote literaire en wereldbeschouwelijke inspiraties van Lampo - is voor een deel te verklaren vanuit het motief van het genootschap van ingewijden. In de Arthur-legende zijn het de ridders van de Ronde tafel die de geestelijke elite vertegenwoordigen, in ‘De komst van Joachim Stiller’ zijn het de personages die uitverkoren zijn om Stiller te ontmoeten.
Ook in de Servische traditie van het heldenepos bestaaf het motief van uitverkorenen. Een gemeenschappelijke noemer van al deze verhalen is in wezen de queeste naar loutering ofwel de zoektocht naar transcendentie en daarmee naar de zin van het bestaan. Een duidelijk verschil is echter wel dat het in de Servische literaire traditie om nationale, collectieve loutering gaat, terwijl het in de westerse traditie een persoonlijk proces betreft.
Een van de elementen die de christelijke traditie aan het motief van het exclusieve genootschap heeft toegevoegd, is dat van het Laatste Avondmaal en het Verraad. De schuldkwestie, die onlosmakelijk daarmee verbonden is, moet bij Lampo ondanks zijn vrijzinnigheid en agnosticisme gezocht worden in het christelijke erfgoed. De mens is schuldig aan zijn uitwijzing uit de paradijselijke oertoestand, aan zijn verraad van de evangelische idealen, aan zijn onvermogen om lief te hebben. En schuld roept als emotie meteen ook de behoefte op aan een Verlosser uit de existentiële nood. Zo wordt ook de door existentiële angsten geplaagde Freek Groenevelt verlost dankzij de komst van Stiller.
In het Slavische gedachtegoed heeft de kwestie van schuld, boete en verlossing een uiterst rijke traditie. Soms is het de Messiasfiguur die uitkomst biedt, zoals St.-Sava, de tot heilige verklaarde oprichter van de Servisch Orthodoxe kerk, die symbool staat voor morele kracht.
Hubert Lampo (° 1920).
Vaker komen echter heldenfiguren als verlossers voor, bijv. prins Marko (Kraljevic Marko), wiens vitaliteit ook Marguerite Yourcenar tot een prachtig verhaal heeft geïnspireerd.
Over de radicale verbeelding en het verzet zoals Marcuse ze noemt, hebben we het dusver gehad in de context van historische verschrikkingen. Deze zijn verwacht in mythes, legenden en epen verwerkt zijn. Maar ook de recente geschiedenis en de hedendaagse werkelijkheid dragen hun verschrikkingen met zich mee. Het werk van Hubert Lampo moeten we dus ook in de context van de naoorlogse generatie Vlaamse schrijvers zien, net zoals we de Servische lezers in de context van hun politieke realiteit van de afgelopen zestig jaar moeten plaatsen.
De naoorlogse literatuur - de literatuur van de ‘schrale, donkeretijd’ -kent verschillende afweerhoudingen, waarvan vooral cynisme en zwartgalligheid veel weerklank hebben gevonden bij het lezerspubliek. Het magisch-realisme daarentegen zou het verlangen uitdrukken de werkelijkheid te ontvluchten. Maar in beide gevallen gaat het in wezen om de verwerking van pijn die van de werkelijkheid uitgaat. En die pijn is er omdat de werkelijkheid ontgoochelt, omdat ze niet voldoet aan idealistische verwachtingen. Het magisch-realisme biedt in die zin uitkomst omdat het noch het materialisme noch het mysticisme omhelst. Het wil afstand nemen van de realiteit, maar het probeert de diepere betekenis en wetmatigheid ervan te achterhalen. Het is een poging tot synthese van twee schijnbaar onverzoenlijke wereldbeelden.