| |
| |
| |
Carl de Keyzer, ‘Chantilly’, 1999.
| |
| |
| |
‘Weemoedigheid die niemand kan verklaren’
De reis van Carl de Keyzer door Europa
Johan de Vos
werd geboren te Brugge in 1942. Studeerde fotografie en film aan de St.-Lukashogeschool in Schaarbeek. Publiceerde o.a. ‘Wilde fotografie’, ‘Nogal onfatsoenlijk maar zeker verleidelijk’ (1994), ‘De allermooiste foto van de wereld’ (1999). Schrijft recensies over fotografie voor ‘De Standaard’, ‘Knack’, ‘Foto’, ‘de Volkskrant’ en ‘Kunst & Cultuur’.
Adres: Grote Peperstraat 11 B-9100 St.-Niklaas
Carl de Keyzer is de beste fotograaf van de wereld. Zo zie ik dat. Hij kan van een banale situatie een onvergetelijke foto maken. Niemand kan dat in die mate. Hij alleen. Zijn foto's zijn uniek, ze zijn niet te imiteren, zelfs niet een klein beetje. Hij is een wonderkind, de Mozart van de fotografie. En hij woont in Gent.
De foto's van Carl de Keyzer lijken wat rommelig, ze staan vol. Bij de eerste aanblik krijgt men de indruk dat het om vergrote amateurfoto's gaat. Amateurfotografen zijn fotografen die van hun onderwerp houden, het midden in beeld zetten, afdrukken en vergeten dat de dingen rondom ook op de foto verschijnen. Dat is schattig en een beetje lelijk. Bij Carl de Keyzer staat er ook veel op de foto, maar het verschil is dat het op een subtiele wijze geordend is, waarbij het ene het andere niet ontluistert maar eerder oppept. Maar er is meer.
De foto's van Carl de Keyzer zijn ook nog onbegrijpelijk. Zijn foto's bevatten elementen die niet rechtstreeks met elkaar te maken hebben. Dat verwart de kijker. Zijn foto's zijn niet te verklaren, ze hebben meer dan één betekenislaag, ze bieden geen duidelijk overzicht. In de praktijk herkennen we alle elementen in beeld. Meestal is er ook een onderschrift met informatie in verband met de plek en het tijdstip, bijvoorbeeld: ‘Chantilly 1999’. Daar wordt de kijker niet meteen veel wijzer van. Trouwens, de foto's tonen niet meteen de klassieke thema's: het gezicht van een bekend iemand, een harmonisch landschap, een zachte lichtinval, iets dat we gewoon zijn om mooi te vinden.
Deze onbegrijpelijkheid provoceert een gevoel dat het midden houdt tussen mysterie en surrealisme. Zijn foto's ruiken naar België. Het onoverzichtelijke, eigenzinnige en kritische heeft iets dat we herkennen van onze straat. Uiteindelijk kunnen we de foto's van Carl de Keyzer eindeloos bekijken, ze
| |
| |
Carl de Keyzer, ‘Breda’, 1998.
geven hun geheim niet prijs, we zien er steeds nieuwe elementen in, ze roepen nieuwe vragen op, ze verslijten niet met de tijd.
| |
Evropa
Zijn laatste boek heet Evropa. Het is - zoals alle boeken van Carl de Keyzer - een hoogst belangrijk fotoboek. Anders. Nieuw. Het lijkt een somber boek. We zien nauwelijks het witte papier: het is met donkere foto's bedekt tot aan de rand. Het is een hoog en smal boek, met op de omslag in bronzen letters EV-RO-PA in een antiek lettertype. Op die manier doet het boek erg klassiek aan, maar als we naar de donkere foto's kijken achter de letters dan zien we daar sombere troosteloosheid. Het is weer een boek van Carl de Keyzer: driedubbele dubbelheid.
Het boek heeft met Keizer Karel te maken. Vijfhonderd jaar geleden werd hij geboren en deze aanleiding wordt aangegrepen om zijn nagedachtenis te vieren. Dat is niet moeilijk want veel hier herinnert nog aan de zestiende eeuw, er staan nog veel gebouwen recht uit die tijd, in onze musea hangen schilderijen uit zijn eeuw, de kerken hebben er ook nog wel wat en in processies, stoeten, optochten, feesten en het taalgebruik blijkt de zestiende eeuw nog dichtbij te zijn. Carl de Keyzer werd zo'n beetje de fotograaf van de feestelijkheden, het grapje dat zijn naam lijkt op die van zijn illustere stadgenoot is maar een zeer klein grapje terzijde. In feite heeft Carl de Keyzer zo zijn bedenkingen
| |
| |
bij de Europese neiging om de oude dingen eindeloos te bewaren en op te vrijen. Hij toont het in zijn boek, onder andere. In de plooien van de beelden.
Na heel wat geharrewar besloot Carl de Keyzer het zogenaamde ‘itinerarium’ van Keizer Karel te volgen, de hoekige route die de Keizer volgde door Europa, van de ene stad naar de andere. Carl de Keyzer is gewend om te reizen. Hij rijdt en kijkt, stopt en zoekt een slaapplaats, al was het maar voor één nacht, en vandaar uit trekt hij - onzichtbaar haast en te voet - de stad in. Hij begeeft zich tussen de mensen, met zijn manier van kijken, zijn inzicht en herkent dingen die er al lang zijn, maar die niemand ooit zag. Uiteindelijk maakt hij foto's, met dat grote fototoestel van hem en die geweldige flits.
| |
Chantilly
In Chantilly neemt hij een foto van de dame die hem gezien heeft. Het tafereel is onbegrijpelijk. Er is feest, want de dame heeft een hoed met bloemen, de man links onder peuzelt aan iets en de grenadiers op de achtergrond zijn in vol ornaat, de verste met zijn sabel rechtop op het paard, de meest rechtse houdt een fototoestel in de hand. Er staan ook nog twee vlaggen tegen de muur, er is een zuiverwaterbokaal, een plechtstatig paleis op de achtergrond en boven alles een klassieke nogal dreigende grijze lucht. Carl de Keyzer heeft deze foto gemaakt omdat hij van oordeel is dat dit tafereel verwijst naar Keizer Karel. De link is niet meteen duidelijk.
Het is een foto uit 1999 en op het uurwerk van de man onderaan links in beeld kunnen we zien dat het kwart voor één is. De opgedirkte vrouw zit op een goedkope vouwstoel en achter het hoekje, achter de man in de deuropening staan nog een paar goedkope stoeltjes. Aan de chaos herkent men het feest. De grenadier met het fototoestel heeft een onscherpe linkerhand en de vrouw heeft verkrampte lippen. Ze heeft iets in haar mond. Het is niet meteen een mooie foto en de horizon staat scheef. De vrouw kijkt naar Carl de Keyzer en ze heeft kleine pupillen. Dat wil zeggen dat er veel licht is. Toch heeft Carl de Keyzer deze foto geflitst. Hij doet dat meestal.
Het flitslicht draait de lichtomstandigheden om. De elementen op de voorgrond worden licht en de heldere partijen op de achtergrond donker. De dame onder het afdak krijgt in dit beeld het volle licht en het paleis op de achtergrond wordt in verhouding somberder. De dame wordt de hoofdrolspeelster, het kasteel en de grenadiers decor. Het flitslicht projecteert een dunne schaduw (het is een streepje onder de uitgestoken arm van de vrouw en een silhouet naast de man in de deuropening), de grenadiers krijgen het natuurlijke licht, het licht van de grijze lucht dat van boven komt en ook een beetje vanuit de diepte van het beeld. Deze foto speelt met het contrast tussen de heldere scherpte vooraan en de zachte donkerte achteraan.
| |
| |
Carl de Keyzer, ‘Yerevan’.
Het flitslicht is kort, misschien een tweeduizendste van een seconde, maar het objectief blijft langer open. Op de voorgrond wordt de beweging scherp bevroren (zie de ogen en de mond van de vrouw), op de achtergrond is de beweging donziger (zie de hand van de rechtse grenadier). Dit is geen portret, deze vrouw heeft geen naam, het gaat niet om haar, ze is slechts een onderdeel van een tafereel. Deze hoed, deze oorbellen, deze jas en deze manier van kijken zijn van deze tijd. Wat er achter haar gebeurd is traditie of folklore. En daar voelt deze vrouw zich goed bij. We kunnen het zien. Het paleis in de verte, het feest van de traditie, de goedkope vouwstoel. De zestiende eeuw is nog volop aanwezig, het is decor, iets flou uit het verleden. De foto toont de Europese reflex om de dingen van vroeger te koesteren als een soort zekerheid of eigenheid. Omdat het altijd al zo geweest is, omdat het blijkbaar zo moet zijn.
Carl de Keyzer heeft kritiek op Europa. Zonder het al te nadrukkelijk voor te stellen maakt hij herkenbare taferelen waarbij overal wel iets te zien is van deze neiging om dingen van de zestiende eeuw met ons mee te dragen. Hoewel ik nog nooit in Chantilly was, herken ik dit tafereel, het toont de beelden die we kennen uit onze eigen stad of ons eigen dorp. We kennen deze vrouw een beetje en de grenadier op zijn paard lijkt een klassiek beeld. Deze foto krijgt bijkomend gewicht omdat hij in een gewichtig boek staat en in groot formaat tentoongesteld werd in de SMAK, het stedelijk museum voor actuele kunst in Gent. Het boek bestaat uit een compacte aaneengesloten reeks foto's die we
| |
| |
Carl de Keyzer, ‘Sotchi’.
stuk voor stuk herkennen en die allemaal iets met heden en verleden te maken hebben. De foto's zijn provocerend ‘gewoon’ maar zitten (zoals de schilderijen van Bruegel) schijnbaar chaotisch maar tegelijk hoogst geraffineerd in elkaar. Dat is de kunst van Carl de Keyzer.
De reis door Europa duurde drie jaar en toch was het een haastige reis. Europa is vol, de steden groeien aan elkaar, er wordt lustig gerestaureerd, de oude gebouwen worden onderstut, geschuurd, vernieuwd, opgepoetst. De toeristen vinden het heerlijk om in de oude, autovrije straatjes naast de kathedraal in de etalages te kijken. Er staan heerlijke dingen te koop, in eerlijke materialen: hout, aardewerk, zilver, met de hand geschept papier, ze worden tentoongesteld op jute en binnen is er weer de oude planken vloer. De kelners op het terras, dragen nog de ouderwetse kleren en binnen smeult de open haard met echte houten blokken. De toeristen zijn talrijk, ze bezoeken graag de oude Europese steden. Ze komen met goedkope reisformules die ‘Citytrips’ heten. Ze bezoeken een stad in drie dagen en ze hebben een folder in de hand met leuke adresjes van snoezige restaurantjes en een klein winkeltje met eerlijk materiaal. Carl de Keyzer krijgt er pukkels van. Het is allergie.
| |
Reizen
Dit is het zesde grote boek van Carl de Keyzer. Hij behaalde zijn diploma fotografie en film aan de koninklijke academie voor schone kunsten van Gent. Het
| |
| |
Carl de Keyzer, ‘Washington. Galabal voor president Bill Clinton’, 1993.
is de meest chaotische en tegelijk interessantste fotoschool van Vlaanderen. Kort daarna stichtte hij (samen met onder andere Dirk Braeckman) de foto galerij ‘XYZ’, vlak naast de sex-cinema ‘ABC’ aan de Brabantdam in Gent. Het was een redeloze onderneming, maar de artiesten brachten heerlijk fotowerk naar België en meteen maakten ze persoonlijk kennis met de belangrijkste fotografen van de wereld. In feite legden ze de lat hoog: Carl de Keyzer en Dirk Braeckman namen het beste van het beste als maatstaf.
In 1984 publiceerde Carl de Keyzer zijn eerste boek: Oogspanning en Johan Anthierens zaliger schreef er een inleidend verhaal bij. Het boek verscheen in eigen beheer. Carl de Keyzer was van huis uit niet arm en investeerde in zichzelf. Dat is riskant en moedig. De foto's waren meteen al Carl de Keyzerfoto's: onbegrijpelijk, lichtjes surrealistisch, helder maar nog niet echt scherp. Hij gebruikte toen nog een kleinbeeldtoestel en het daglicht.
Voor het tweede boek reisde hij verschillende keren naar India, met een groter toestel (een zes maal zeven negatief en een zware flits). De foto's die hij daarmee maakte, waren ronduit spectaculair, fel, scherp, ze werden prachtig gedrukt en uitgegeven door Focus in Amsterdam. Dit was het eerste grote boek. Daarna reisde Carl de Keyzer zeker nog tien keer naar de toenmalige USSR voor het derde legendarische boek. Met het groothoekobjectief, het zesmaalzeven formaat en de geweldige flits, bracht hij het Rusland van toen genadeloos en krachtig in beeld. Dit boek was een monument, nog nooit hadden
| |
| |
we zoiets gezien. De uitgeverij had de technische eisen van Carl de Keyzer ingewilligd en de foto's gedrukt in nog meer tonen van grijs. Met dit boek kon hij zijn intrede doen bij Magnum, het fameuze fotocollectief dat de meest vermaarde fotografen van de wereld verenigt. Carl de Keyzer had bewezen dat hij tot de besten behoorde.
In 1992 kwam er God inc. over de vele godsdiensten in de USA. Het was een gevaarlijk project over een nauwelijks te fotograferen onderwerp, de risico's driegden aan alle kanten, het zou de mensen op een goedkope manier belachelijk kunnen maken, het zou van een stuitende onvolledigheid zijn, het zou betuttelen, maar ook hier bracht Carl de Keyzer een genuanceerde en volwassen visie. Met East of Eden in 1996 kwam hij terug op bekend terrein, het oude Europa met zijn scheef gegroeide situaties in contrast na de val van de communistische regimes. Carl de Keyzer bracht het scherp, helder en poëtisch. Zijn boeken zijn meesterwerken, monumentale momentopnamen.
Dus ja, als hij daarna door Europa trekt, is het met de ogen van een wereldreiziger en met de ogen van iemand die in het gewemel van de mensheid de intimiteit bloot legt, en ook ‘de weemoedigheid die niemand kan verklaren.’
| |
Bibliografie:
carl de keyzer, Oogspanning, Galerie XYZ, Gent, 1984. |
carl de keyzer, India, Focus, Amsterdam, 1987. |
carl de keyzer, Homo Sovieticus, Focus, Amsterdam, 1989. |
carl de keyzer, God inc., Focus, Amsterdam, 1992. |
carl de keyzer, East of Eden, Ludion, Gent, 1996. |
carl de keyzer, Europa, Ludion, Gent, 2000. |
Website: www.carldekeyzer.com
|
|