Publicaties
Reclame voor de sociologie
De sociologie heeft vandaag niet zo'n beste reputatie. Sociologen, zo luidt een populair misverstand, slagen er vooral in datgene wat iedereen al weet op zo'n manier uit te leggen dat niemand het nog begrijpt. Sociologen zijn deels zelf verantwoordelijk voor die beeldvorming. Het vakgebied maakte de afgelopen decennia een wat autistische indruk. Sociologen richtten zich vooral tot andere sociologen. Sociologische literatuur was alleen nog interessant voor wie zelf het vak beoefende: esoterische discussies over methoden en technieken, commentaren bij interpretaties van teksten van oude en moderne klassiekers, discussies over termen en begrippen. Ongetwijfeld belangrijk en noodzakelijk, maar weinig tot de verbeelding sprekend. En dat is jammer, want de sociologie heeft alles om een groot publiek te kunnen boeien.Immers, in de sociologie kan het ook gaan om de onderwerpen die ons allemaal bezighouden: kunst en cultuur, deugd en ondeugd, geld en gezondheid, leven en dood.
De Nederlandse socioloog Abram de Swaan heeft over al die onderwerpen en over nog veel meer geschreven. Twee collega's, Johan Heilbron en Geert de Vries, maakten een gevarieerde selectie uit zijn werk. Ze bundelden krantenstukken, columns, essays, artikelen uit vaktijdschriften en zelfs twee inaugurale redevoeringen. Voor wie er zich van wil overtuigen dat de sociologie ook spannend kan zijn en dat sociologen best in staat zijn originele inzichten trefzeker te formuleren, is De draagbare De Swaan een aanrader.
Abram de Swaan is een veelzijdig man. Van huis uit mathematisch politicoloog - De Swaan promoveerde op een proefschrift over speltheorie - volgde hij een opleiding tot psychoanalytisch therapeut. Later kwam hij in de sociologie terecht, waar hij onderzoek deed naar de ‘sociogenese’ - het ontstaan - van medisch-psychologische verhoudingen en van psychische problemen. Klassiek is bijvoorbeeld zijn analyse van uitgaansangst. De Swaan situeert het ontstaan en de ontwikkeling van deze psychische stoornis in de context van een bepaalde maatschappelijke ontwikkeling, de overgang van een ‘bevels-’ naar een ‘onderhandelingshuishouding’. De Swaans belangrijkste werk is zijn oorspronkelijk in het Engels geschreven Zorgen de Staat, een breed opgezette historisch-sociologische studie over het ontstaan van de Europese en Noord-Amerikaanse verzorgingsstaten. In dat boek brengt De Swaan twee andere van zijn stokpaardjes samen, de figuratiesociologie en de publieke economie.
Zowel in de figuratiesociologie - sterk geinspireerd op het werk van Norbert Elias - als in de publieke economie staat de menselijke interdependentie centraal. Wat mensen denken, willen, kunnen en doen heeft onvermijdelijk gevolgen op wat andere mensen zullen denken, willen, kunnen en doen. De Swaan heeft vooral oog voor de onbedoelde gevolgen van die wederzijdse afhankelijkheden. Een mooi voorbeeld daarvan is in deze bundel te vinden in zijn analyse van het internationale talenbestel. De Swaan bespreekt de tragische situatie van sprekers van bedreigde kleine talen. ‘Alleen een garantie dat een minimumaantal sprekers aan de bedreigde taal zal vasthouden en dat die dus een minimale communicatiewaarde zal behouden, ook voor een komende generatie, kan voorkomen dat ze niet langer aan kinderen wordt doorgegeven en dus uitsterft. Maar individuele gebruikers zullen in de verleiding blijven om toch over te stappen op de nieuwe taal vanwege de hogere communicatiewaarde die eraan wordt toegeschreven. Daarmee verschaffen zij zich dan een voordeel, maar verminderen ze tegelijkertijd de waarde van hun oude taal voor degenen die zich daarvan blijven bedienen.’ Beslissingen op microniveau resulteren op macroniveau in situaties die niemand eigenlijk heeft gewenst.
Kenmerkend voor de stijl van De Swaan is ook de spanning tussen distantie en betrokkenheid. De Swaan is geen klassiek academicus. Hij maakte films en reportages, hij is een veelgevraagde spreker en columnist. Wat je bij De Swaan evenwel niet aantreft, zijn het soort gemeenplaatsen dat wel eens van een publiek intellectueel wordt verwacht. De Swaan poneert