een politieke eenheid vormden, maar ze beklemtonen de gemeenschappelijke kenmerken en de gelijkaardige ontwikkelingen die het gebied onderscheidden van de omringende landen: de bloeiende handel, de verstedelijking, het politieke systeem, de taal enz. En in de tweede helft van de 20ste eeuw stonden Nederland en België aan de wieg van de voortschrijdende Europese integratie. Op dit terrein varen ze tot op vandaag een parallelle koers.
History of the Low Countries biedt een grondig overzicht dat begint bij de Kelten, Romeinen en Germanen. Het boek volgt vooral de politieke ontwikkelingen. Ter verdediging van deze benadering citeren de editors de grote Nederlandse historicus Johan Huizinga: ‘I often sigh: Doesn't the wider public actually learn the history of civilisation best through a well-structured political history.’ Met dit boek krijgt deze vraag dus een positief antwoord. De redacteuren en de vertaler zijn er in geslaagd een aangenaam leesbare en glasheldere politieke geschiedenis van de Lage Landen samen te stellen. Bovendien bevat History of The Low Countries heel wat uitstekend gekozen illustratiemateriaal. Zoals de prachtige prent die de definitieve politieke scheiding van de Lage Landen in 1830-1831 illustreert: Nederlandse soldaten die halsoverkop het opstandige België verlaten en dekking zoeken in een reusachtige Edammer kaas.
j.c.h. blom en e. lamberts (red.), History of the Low Countries (vert. James C. Kennedy). New York / Oxford: Berghahn Books, 1999. 503 p. ISBN 1-57181-085-4. |
·
In 1993 startte de Scarecrow Press de reeks ‘European Historical Dictionaries’. Intussen zijn daarin reeds meer dan dertig titels verschenen. Arend H. Huussen Jr. verzorgde in 1998 het deel over Nederland en in 1999 bracht Scarecrow Press Robert Stallaerts Historical Dictionary of Belgium op de markt. Jon Woronoff, algemeen-redacteur van de reeks, noemt België in zijn voorwoord een door conflicten heen en weer geschudde staat en een complex paradoxaal land dat tegelijk insulair en kosmopolitisch is. Maar België is volgens hem ook een hoofdrolspeler in het proces van de Europese integratie en transatlantische samenwerking.
Het boek opent met een reeks ‘Abbreviations and Acronyms’, die de lezer vertrouwd moeten maken met uiteenlopende begrippen als PSC (Parti Social Chrétien), VTM (Vlaamse Televisie Maatschappij) en ABVV (Algemeen Belgisch Vakverbond). Daarop volgt een ‘Chronology’ vanaf 58-51 BC (‘Julius Caesar subjects the Gallic Tribes; among them are the Belgae’) tot 25 mei 1998 (‘Philippe Maystadt accepts the presidency of the PSC’). Het ‘woordenboek’-gedeelte zelf is een alfabetische ordening van de belangrijkste personen, partijen en organisaties. Het beschrijft politieke en sociale instellingen en biedt ook informatie over de Belgische economie en cultuur. Afsluiter is een thematisch geordende bibliografie, die de buitenlandse lezer een sleutel biedt voor een verdere kennismaking met de Belgische geschiedenis.
robert stallaerts, Historical Dictionary of Belgium. Lanham, MD / London: The Scarecrow Press, Inc., 1999; 368 p. ISBN 0-8108-3603-3. |
·
In de reeks ‘Nachbarn’, uitgegeven door de Nederlandse ambassade in Duitsland, wordt steeds op zoek gegaan naar historische, culturele, maatschappelijke en politieke raakpunten en contacten tussen Duitsland en Nederland. Aangezien Weimar in 1999 Europese cultuur-hoofdstad was, werden in deel 42 van de reeks de contacten van Nederland met die stad en de gelijknamige republiek onderzocht.
In het eerste artikel van de bundel staat de betekenis van groothertogin Sophie voor de literaire nalatenschap van Goethe centraal. Sophia Louisa Wilhelmina Maria (1824-1897), dochter van Willem II en prinses der Nederlanden, huwde in 1842 groothertog Karl van Saksen-Weimar-Eisenach. Zij werd een van de drijvende krachten van het culturele leven in haar nieuwe thuisland. Op haar initiatief kwam de zgn. ‘Sophienausgabe’ van Goethes werk tot stand. Deze editie (143 delen, 1887-1912) is onder germanisten en literatuurhistorici nog steeds een begrip.
De hoofdmoot van Niederländer und Weimar behandelt de-vaak omstreden-invloed van Theo van Doesburg en andere Stijl-mensen op de Bauhaus-beweging in het Weimar van de jaren twintig. Verder zijn er ook bijdragen over ‘Menno ter Braak, Nietzsche, der Nationalsozialismus und die deutsche Exilliteratur’, ‘Willem Drees und die niederländischen Geiseln im Konzentrationslager Buchenwald’ en een korte vooruitblik op Rotterdam als cultuurhoofdstad in 2001.
Niederländer und Weimar. Nachbarn 42. Bonn: Presse- und Kulturabteilung der Kgl. Niederländischen Botschaft, 1999; 152 p. ISSN 0945-0092. |
·