heten en een gerenommeerd architect is. Hij is tevens een freelance tv-presentator van een show op de commerciële televisie waarin hij bekende mensen uit diverse disciplines voor een dilemma plaatst.
Zijn populariteit als televisiefiguur heeft ook onaangename kanten. Met de gedrevenheid van een stalker probeert SvS, een journalist, Paul in compromitterende omstandigheden te fotograferen. De onthulling van de ware identiteit van deze SvS zal aan het einde van de roman een heel ander licht werpen op die gedrevenheid.
De proloog van De bloedproever lijkt op het begin van een misdaadverhaal, maar dan zonder misdadiger omdat de verdrinkingsdood van de jongere broer als een ongeval wordt beschouwd. Twee jaar eerder is de ik-verteller voor een radiointerview als BV (bekende Vlaming) teruggekeerd naar zijn geboortedorp, Niel aan de Rupel, om er de plaatsen op te zoeken die met zijn jeugd verbonden zijn. De bloedproever krijgt in die fragmenten dan het karakter van een geromantiseerde autobiografie. De herinneringen naar aanleiding van dat bezoek aan Niel worden vermengd met andere verhalen uit zijn jeugd die met forse sprongen in de chronologie worden verteld. Maar de lezer raakt de draad niet kwijt omdat Paul Koeck in ieder van de zes delen waarin hij het verleden reconstrueert van zijn ik-verteller en van het gezin (vader, moeder, drie kinderen) waarin hij opgegroeid is, een litteken van zijn broer Wouter ter sprake brengt. In de slotbladzijde zal hij bij de officiële herkenning van het lijk van zijn broer al die littekens nog eens aanwijzen aan de Spaanse burgemeester van het dorp waar zijn buitenverblijf ligt.
Om de kern van de tegenstelling tussen de broers die tot grote spanningen binnen het gezin heeft geleid, ook nadat ze beiden al lang volwassen waren, te expliciteren, heeft Paul Koeck het personage geïntroduceerd dat in de titel vermeld wordt: de bloedproever. Het was de bijnaam van een man, Vlad Teplitz, die met een kraam op de kermis in Niel stond en een show verzorgde waarin hij na het proeven van een druppel bloed
Paul Koeck (° 1940) - Foto Chris van Houts.
van een vrijwilliger zijn toekomst voorspelde en merkwaardig veel kennis over zijn verleden bleek te hebben. Deze Vlad was niet alleen een soort profetische Dracula, maar ook een sterke illusionist, begaafd met een fenomenaal geheugen.
Als de ik-verteller naar aanleiding van het radio-interview in Niel rondwandelt tijdens de novemberkermis ontmoet hij deze Vlad opnieuw. Na dertig jaar weet die nog precies dat hij de zoon van Louis en Anna uit café ‘Lot’ is en dat hij architect wilde worden.
Paul Koeck gebruikt dit personage om een variant van een stadslegende als nevenintrige in De bloedproever te ontwikkelen. Vlad brengt hem immers in contact met een Colombiaanse vrouw, Targi, ontsnapt uit de klauwen van een internationale bloedmaffia. Voor haar zal Paul op de zolder van zijn grote herenhuis te Brussel een speciale glazen kooi bouwen om haar immuniteit te beschermen. Haar verblijf zorgt voor spannende, thrillerachtige episodes en voor peepshowachtige erotische ontladingen. Het biedt hem ook de mogelijkheid een reisreportage naar het dorp van deze vrouw in de Colombiaanse Sierra Nevada del Cocquy in de roman te integreren.
Autobiografie, geactualiseerd Kaïn en Abel verhaal, opgeklopte stadslegende, reisreportage, beschrijving van toestanden in het huidige medialandschap: Paul Koeck heeft er in De bloed-