bestudeert, is een initiatief van de huidige VUB-rector en historica Els Witte. Het vele studiewerk resulteerde al in een indrukwekkende lijst van publicaties. Een eerste synthese van al die wetenschap en ‘Brusselse’ kennis, opgedaan gedurende al die jaren, is nu toegankelijk gemaakt voor al wie belangstelling heeft voor het probleem Brussel vandaag en morgen. De uitgave is in hoge mate gebruiksvriendelijk. Zo krijgt men bij elke bijdrage een goede en ruime samenvatting in beide landstalen. De bijdrage zelf wordt weergegeven in de oorspronkelijke taal. Aan het colloquium werd actief meegewerkt door wetenschappers van verschillende universiteiten uit de twee taalgebieden. Sommige bijdragen zijn zelfs het resultaat van samenwerking tussen een Vlaamse onderzoeker en een Franstalige collega.
Het statuut van Brussel is dus zeker geen zoveelste strijdboek voor of tegen de hoofdstad. Het biedt ook geen nostalgische terugblik. Het is wel een bijzonder boeiend handboek geworden, dat bijvoorbeeld politici zou kunnen interesseren die intussen alweer een gesprek zijn begonnen over het Brusselse samenlevingsmodel. Zij krijgen in dit boek een meestal goed leesbare samenvatting van alles wat zij moeten weten over Brussel. Zowel sociaal-economische, demografische als sociaal-culturele en taalsociologische facetten komen aan bod, zonder natuurlijk de juridische en institutionele te vergeten. De deelnemende wetenschappers houden zich daarbij angstvallig ver van elk politiek gekleurd taalgebruik. Hoogstens wordt hier en daar diplomatiek, en dus zeer omzwachteld, vastgesteld dat iets niet kan omdat er nu eenmaal buiten de objectieve wetenschap iets is als... politiek, die niet beantwoordt aan wetenschappelijke logica. Ook al zijn er volgens de wetenschappers honderd en één redenen om toch iets te ondernemen. Die afstandelijkheid irriteert soms. Als men bijvoorbeeld al te duidelijk in een veel te grote bocht om de nooit ophoudende discussie over de grenzen van Brussel heen loopt. Maar uiteindelijk moet ook de scepticus zich gewonnen geven: die bewuste afstandelijkheid maakt het boek extra waardevol omdat het probleem op die manier vaak beter wordt blootgelegd. De diagnose is gesteld: aan de politici om nu maar een remedie te vinden. Er worden in het boek trouwens voldoende dossiers aangereikt om Brusselse politici binnen hun Brusselse huis nog lange jaren mee zoet te houden Het zal trouwens niet moeilijk zijn om nog enkele, soortgelijke en lijvige studieboeken vol te schrijven met andere ‘Brusselse’ dossiers zoals stedenbouw, ruimtelijke ordening en verkeer.
Alleen aan het einde van het boek wordt even aan politiek gedaan. De professoren André Alen van de Leuvense universiteit en zijn collega grondwetspecialist Delpérée van de Franstalige Katholieke universiteit (U.C.L). wagen zich inderdaad aan een voorzichtige suggestie om het probleem van de Vlaamse politieke aanwezigheid binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Raad (of ‘parlement’) te corrigeren. Een Vlaams-Franstalig voorstel dat op nogal wat positieve weerklank kon rekenen. Zij stelden voor dat beide taalgroepen binnen dat Brusselse ‘parlement’ na verkiezingen elk tien leden extra zouden coöpteren (dus geen rechtstreeks verkozenen). Op die manier zou de almaar slinkende Nederlandstalige groep in de Brusselse parlementaire assemblée inderdaad groter worden. Maar zelfs de auteurs kunnen niet ontkennen dat hun voorstel niets verandert aan de feitelijke krachtsverhouding tussen de twee taalgroepen binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.
Zelfs maar een bescheiden poging ondernemen om alle boeiende gegevens samengebracht in dit boek aan te stippen, is onbegonnen werk. Struikelen over een of andere uitspraak zou onrechtvaardig zijn. Bijdragen zoals die over de Brusselse demografie of over het probleem van de Brusselse financiën verdienen elk op zich een aparte toelichting. En het zijn niet de enige bijdragen die een grondige bespreking vragen. Daarom beperk ik me tot deze slotindruk: wie denkt een blauwdruk op zak te hebben voor een min of meer stabiel nieuw Brussels samenlevingsmodel, doet er goed aan eerst dit boek ter hand te nemen, en pas dan te beslissen of het voorstel nog de moeite loont om mee naar buiten te komen. Daar valt aan te twijfelen. Het statuut van Brussel zal hem of haar intussen geleerd hebben dat Brussel nog altijd geen gemakkelijk dossier is.
Marc Platel
els witte ea., Het statuut van Brussel - Bruxelles et son statut, Uitg. Larcier, Brussel, 1999, 817 p. |